2012
Hij schonk mij vrede
September 2012


Hij schonk mij vrede

Carson Howell, Utah (VS)

Mijn broer Brady liep stage bij de presidentsafdeling van de marine in het Pentagon van de VS tijdens de aanvallen op 11 september 2001. Ik werkte toen in Idaho (VS) en toen ik die ochtend op het nieuws zag wat er gebeurd was, belde ik naar mijn baas om hem te laten weten dat ik een paar dagen niet op mijn werk zou komen.

Een paar van mijn familieleden kwamen bijeen in de danszaal van een hotel in Washington D.C. (VS), die door de regeringsfunctionarissen als instructieruimte was aangewezen waar ze familieleden op de hoogte stelden van de reddingswerkzaamheden. We wachtten dagenlang om te weten te komen of Brady zich onder de slachtoffers bevond. Er heerste een sfeer van onoverkomelijke rouw en hopeloosheid. Toch trokken onze gezinsleden naar elkaar toe en baden we dat we ons geloof niet zouden verliezen, wat er ook zou gebeuren.

We kregen op 17 september, bijna een week na de aanvallen, bericht dat Brady inderdaad was gedood.

Ik heb volgens mij nog nooit de vraag gesteld: ‘Waarom ik?’ Maar toen vroeg ik wel: ‘Waarom hij?’ Sinds mijn jeugd heb ik Brady altijd liefgehad en bewonderd. Ik wilde net zoals hij zijn. Ik vroeg me ook af: ‘Waarom nu?’ Brady had al een paar weken een leuke reis met zijn gezin naar Idaho voor de boeg. Hij zou op donderdag 13 september thuis zijn gekomen, twee dagen nadat hij gedood was.

Toen ik uit Idaho terugkwam, keek ik die avond in de inbox van mijn e-mail van werk. Dat had ik sinds 10 september al niet meer gedaan. Ik kwam een bericht van Brady tegen. Hij had het bericht op dinsdagochtend gestuurd, net vóór de aanval. Er stond veel in over de leuke dingen die we samen hadden gedaan. Hij besloot de e-mail eenvoudigweg met ‘Peace’ [Vrede].

Meestal besloot hij zijn e-mails zo niet, maar ik beschouw het als een tedere barmhartigheid van de Heer dat hij dat dit keer wél deed. Ik geloof niet dat Brady wist wat hem te wachten stond, maar ik vind het geweldig dat — zijn laatste woord —peace [vrede] was.

Zelfs nu, meer dan tien jaar later, lees ik die e-mail nog regelmatig. En elke keer word ik er dan aan herinnerd dat we de vrede die de Heiland ons belooft door het evangelie krijgen: ‘Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd’ (Johannes 14:27).

Natuurlijk mis ik Brady nog wel, maar omdat ik het evangelie heb, ben ik mijn geloof niet door die beproeving kwijtgeraakt. Met behulp van de Heiland vind ik hoop en gemoedsrust en kan ik verder.