2012
Leren lezen
September 2012


Leren lezen

‘Ik […] ben geboren uit goede ouders, daarom ben ik enigermate in al de geleerdheid van mijn vader onderwezen’ (1 Nephi 1:1).

Afbeelding
Ouderling Larry R. Lawrence

Toen ik zes was, had ik moeite met lezen. Mijn leerkracht zei dat ik in de eerste klas moest blijven zitten. Toen mijn vader dat hoorde, maakte hij zich zorgen. Dus oefenden we elke keer na het avondeten met lezen. Papa maakte er een spelletje van zodat ik bij de les bleef. Al gauw herkende ik woorden als ik ze zag. Papa beloonde me met zijn lof en aanmoediging. We lazen urenlang samen en ik werd een stuk beter.

Mijn leerkracht besloot dat ik toch naar de tweede klas mocht overgaan. Papa was trots op me. Hij had altijd al interesse in hoe het me ging op school. Hij kocht met Kerstmis boeken voor me waarvan hij wist dat ik ze leuk zou vinden.

Een paar maanden nadat ik de middelbare school had afgerond, overleed mijn vader aan kanker. Hij was niet bij de diploma-uitreiking van mijn hogeschool of mijn medicijnenstudie, maar toen hij nog in leven was, wist hij dat ik van lezen hield. Dat schonk hem veel voldoening.

Mijn familie en ik waren geen lid van de kerk. Op een dag was ik met mijn medicijnenstudie bezig en viel mijn oog op een boek in de bibliotheek dat Een wonderbaar werk en een wonder heette. Het was geschreven door een apostel die ouderling LeGrand Richards heette. Het boek ging helemaal over De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Ik las het boek een paar keer. Ik bestudeerde het en bad erover. Door dat boek was ik na een paar maanden klaar om lid van de kerk te worden.

Toen ik gedoopt was, hoorde ik dat ik naar de tempel kon om me voor mijn vader te laten dopen. Hij had veel voor me betekend. Uiteindelijk kon ik iets bijzonders terugdoen voor alles wat hij voor mij had gedaan.

Ik lees nog steeds graag. De gave van mijn vader is mij nog elke dag tot zegen als ik de Schriften en de woorden van de profeten bestudeer.

Illustratie Jared Beckstrand