2007
Het gezin sterken
November 2007


Het gezin sterken

De Heer vertrouwt erop dat jullie je familie helpen om de verhoging te ontvangen.

Afbeelding

Elke zondag zeggen jongevrouwen van de kerk van Mongolië tot Manchester tot Mississippi deze geïnspireerde woorden op: ‘[Wij] bereiden ons [voor] om ons gezin te sterken, heilige verbonden te sluiten en na te komen, de tempelverordeningen te ontvangen en de zegeningen van verhoging te genieten.’ (‘Jongevrouwenthema’, Persoonlijke vooruitgang [boekje, 2001], p. 5).

Hoewel dat het jongevrouwenthema is, geldt het voor alle jongeren in de kerk. Ik hoop dat ik jullie kan helpen, jonge broeders en zusters, om te begrijpen hoezeer jullie door je gedrag je familieleden kunnen sterken, ongeacht jullie omstandigheden. Ik begrijp bijvoorbeeld dat velen van jullie misschien wel het enige kerklid in je familie zijn.

In Voor de kracht van de jeugd worden wij erop gewezen dat ‘tot een gezin […] behoren […] een grote zegen [is].’ (…) Niet ieder gezin is hetzelfde, maar ieder is belangrijk in het plan van onze hemelse Vader.’ ([boekje 2001], p. 10.)

Alle gezinnen moeten gesterkt worden, of ze nu een ideaal of een probleemgezin zijn. En jullie kunnen ze sterken. In feite zouden jullie in veel gezinnen wel eens de enige bron van geestelijke kracht kunnen zijn. De Heer vertrouwt erop dat jullie je familie de zegeningen van het evangelie bieden.

Het is belangrijk om er een gewoonte van te maken rechtschapen te leven, want dan kun je je familie een goed voorbeeld geven, wat voor vorm die familie ook aanneemt.

Als je rechtschapen leeft, zul je met dat voorbeeld je familie sterken. President Hinckley gaf de jongevrouwen tijdens de algemene jongevrouwenbijeenkomst afgelopen voorjaar vier stappen waarmee ze niet alleen zelf van geluk verzekerd zijn, maar waarmee ze bovendien hun familie tot zegen zijn. Hij zei tegen een ieder van ons: ‘(1) bid; (2) studeer; (3) betaal je tiende; en (4) woon je bijeenkomsten bij.’ (‘Laat deugd onophoudelijk uw gedachten sieren’, Liahona, mei 2007, p. 115).

Als je dagelijks in gebed om de hulp van de Heer vraagt, zal dat je familie grote zegeningen geven. Vraag jezelf eens af: ‘Wie in mijn familie zou baat hebben bij mijn persoonlijke gebeden?’ ‘Wat kan ik doen om het gezinsgebed aan te moedigen en te steunen?’

Door je eigen studie van de Schriften leer je de Heiland en zijn leringen kennen. Door zijn voorbeeld weet je hoe je je familieleden moet liefhebben, dienen en vergeven. Bedenk eens hoe je je begrip van de Schriften met je familie zou kunnen delen.

President Hinckley heeft ons verscheidene malen aangespoord om ons zo veel mogelijk te scholen (zie Liahona, mei 2007, p. 116). Je ouderlijk gezin heeft nu al veel aan je opleiding, maar je bent je toekomstige gezin er beslist mee tot zegen. Wat kun je nú al doen om je op een goede opleiding voor te bereiden?

President Hinckley leerde ons: ‘Hoewel tiende het betalen van geld is, is het veel belangrijker dat je het in geloof betaalt’ (Liahona, mei 2007, p. 117). Krijg je al de zegeningen van het betalen van tiende — in geloof? Als je dit gebod gehoorzaamt, zal de Heer ‘de vensters van de hemel (…) openen’ (Maleachi 3:10) om jou en je familie te zegenen.

Hoe kan het bijwonen van bijeenkomsten — vooral de avondmaalsdienst — jou en je familie tot zegen zijn? Als je geregeld deelneemt aan het avondmaal, is het makkelijker om je aan je doopverbond te houden. Als je goed leeft en wekelijks dit verbond hernieuwt, kom je in aanmerking voor de leiding van de Geest. De Heilige Geest zal je leiden en je ingeven wat je moet doen om je familie tot zegen te zijn.

Als je je aan deze rechtschapen levenswijze houdt, word je gezegend en ontwikkel je een geestelijke basis die je in staat stelt om je familie door je voorbeeld te sterken. In 1 Timoteüs leert Paulus ons dat je een goed voorbeeld kunt zijn, hoe jong je ook bent: ‘Niemand schatte u gering om uw jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geloof en in reinheid’ (1 Timoteüs 4:12).

In het onderdeel van Voor de kracht van de jeugd dat over het gezin gaat, staan enkele uitstekende voorbeelden van manieren om thuis ‘een voorbeeld voor de gelovigen’ te zijn:

‘Wees opgewekt, behulpzaam en houd rekening met anderen. (…) Bekommer je om de behoeften van de andere gezinsleden. (…)

‘Eer je ouders door liefde en respect voor hen te tonen en door gehoorzaam te zijn. (…) Doe mee aan gezinsactiviteiten en -tradities, zoals het gezinsgebed, de gezinsavond en schriftstudie. Door dergelijke tradities wordt het gezin versterkt en verenigd. (…)

‘Versterk je relatie met je broers en zussen. Ze kunnen je beste vrienden worden.’ (Voor de kracht van de jeugd, pp. 10–11.)

Een goed voorbeeld geven is vaak de beste manier om iemand iets te leren. Wie in je familie zou iets kunnen hebben aan je voorbeeld — een broer of zus, je moeder of vader?

Ik zal je een voorbeeld geven uit mijn eigen leven, waaruit blijkt dat mijn broers levenswijze en voorbeeld onze familie eeuwige zegeningen bracht.

Mijn broer en ik zijn geboren uit ‘goede ouders’ (1 Nephi 1:1) die ons liefhadden en zich grote opofferingen voor ons getroostten, maar onze familie had de zegeningen van de heilige tempelverordeningen niet.

Vele jaren geleden kregen we eind december op een dag een brief van mijn broer, die op zending was in het noorden van Californië. Op de envelop stond de aanwijzing: ‘Pas openmaken als jullie er allemaal zijn!’

Mijn vader, moeder en ik kwamen bij elkaar om zijn brief van zeven getypte kantjes open te maken, en we lazen zijn getuigenis van het gebed. Aan de hand van de Schriften zette hij de leer van de eeuwige aard van het gezin uiteen. We lazen hoe hij door vasten en bidden zijn onderzoekers had geholpen om zich voor te bereiden op de verordening van de doop. Hij verzekerde ons dat ook onze familie door vasten en bidden zegeningen kon ontvangen. En toen kwam zijn uitdaging: ‘De bisschop van de wijk Stanford sprak enkele maanden geleden over een onderwerp dat mij erg raakte. (…) Zijn toespraak heeft me aan het denken gezet over de vraag wat ik in mijn leven wil bereiken. En wat ik het allerliefst wil bereiken, heeft met mijn familie te maken (…) en spreekt voor zich, namelijk dat ik in het huis van de Heer voor tijd en eeuwigheid aan jullie verzegeld wil worden, papa en mama. Ik houd heel veel van jullie en wil dat onze familie in de eeuwigheid samen is.’

En toen besloot hij met deze woorden: ‘Moge de Heer jullie leiden in deze belangrijke beslissing, en ik bid dat jullie als gezin samen zullen bidden.’

Ik had als tiener ook al gebeden om die zegen voor ons gezin. Deze brief gaf mij hoop dat mijn rechtschapen verlangen uit kon komen.

Het nieuwe jaar was een gelegenheid voor onze familie om wat veranderingen aan te brengen. In de maanden die volgden, stelden we enkele rechtschapen familiegewoontes in. We baden samen, bestudeerden de tempelverordeningen, betaalden tiende en gingen geregeld samen naar de kerk. Kort nadat mijn broer terug was gekomen, waren we klaar om de tempelverordeningen te ontvangen. Toen we in de tempel rond het heilig altaar knielden en als familie voor tijd en alle eeuwigheid werden verzegeld, wist ik dat de Heer de gebeden van ons gehoord en verhoord had.

Kunnen jullie iets betekenen voor je familie? Ja, dat kunnen jullie! Ik vraag me nog vaak af hoeveel eeuwige vooruitgang onze familie had gemaakt als mijn broer die indrukwekkende brief niet had geschreven. Ons leven veranderde door zijn goede voorbeeld.

Ouderling Robert D. Hales heeft ooit gezegd: ‘Als onze ouders ons geen goed voorbeeld hebben gegeven, is het aan ons om de cirkelgang te doorbreken. (…) Iedereen kan leren het beter te doen en daarmee familieleden nu tot zegen zijn, en komende generaties de juiste tradities bijbrengen.’ (‘How Will Our Children Remember Us?’, Ensign, november 1993, p. 10).

Bedenk: ‘Het gezin staat centraal in Gods plan voor de eeuwige bestemming van zijn kinderen.’ (Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, oktober 2004, p. 49). Een eeuwig gezin bestaat uit individuen. ‘Doe jouw deel om thuis een fijne sfeer te scheppen.’ (Voor de kracht van de jeugd, p. 10.) Wen jezelf rechtschapen gewoontes aan. En wees een voorbeeld voor de gelovigen. De Heer vertrouwt erop dat jullie je familie helpen om de verhoging te ontvangen.

Ik weet dat Jezus Christus leeft. Hij kent je en heeft je lief. Hij heeft mij en mijn familie gezegend, en ik weet dat Hij jou en jouw familie ook zal zegenen. Daarvan getuig ik nederig in de naam van Jezus Christus. Amen.