2005
Opoffering is een vreugde en een zegen
November 2005


Opoffering is een vreugde en een zegen

Ik bid dat we allemaal heiligen zullen worden, bereid om offers te brengen en in aanmerking te komen voor de bijzondere zegeningen van de Heer.

Goedemiddag, broeders en zusters. De profeet Joseph Smith heeft gezegd dat ‘een godsdienst die geen volledige opoffering van zijn aanhangers vergt, nooit voldoende macht heeft om hen het geloof te laten ontwikkelen dat zij nodig hebben voor het leven en het eeuwig heil’ (Lectures on Faith [1985], p. 69). Als we de geschiedenis in de Schriften samenvatten, kunnen we zeggen dat het een geschiedenis van opoffering is.

We kunnen in de Schriften prachtige voorbeelden vinden van mensen die hun leven hebben opgeofferd om hun geloof en getuigenis te behouden. Een van die voorbeelden is het verhaal van Alma en Amulek die met pijn moesten toezien dat het volk van Ammonihah in het vuur werd geworpen en stierf, maar het geloof behield. (Zie Alma 14:7–13.)

We denken ook aan Jezus Christus, die vanuit zijn Vaders tegenwoordigheid op aarde kwam om de wereld te redden. Toen Hij dat offer bracht, leed Hij meer pijn dan enig mens ooit heeft doorstaan.

In deze laatste evangeliebedeling hebben veel pioniers hun leven verloren als hoogste offer om hun geloof te behouden.

Tegenwoordig zullen we niet zo snel gevraagd worden om zo’n groot offer te brengen, maar er zijn legio voorbeelden van heiligen die grote offers brengen om hun geloof en getuigenis te behouden. Misschien is het moeilijker om de kleine offers in het dagelijks leven te brengen. Het kan bijvoorbeeld als een klein offer worden beschouwd om de sabbat te heiligen, de Schriften te bestuderen of tiende te betalen. Maar deze offers kunnen alleen gebracht worden als we de intentie en het vaste voornemen hebben om de offers te brengen die nodig zijn om die geboden te onderhouden.

Wanneer we die kleine offers brengen, compenseert de Heer ons met meer zegeningen. Koningin Benjamin heeft gezegd: ‘En gij staat nog steeds bij Hem in de schuld, zowel nu, als voor eeuwig en altijd’ (Mosiah 2:24). En net als hij zijn eigen volk aanmoedigde, moedigt koning Benjamin ons aan om meer zegeningen te ontvangen door het woord van de Heer te blijven gehoorzamen.

Ik denk dat de eerste zegen van opoffering de vreugde is die we voelen als we het offer hebben gebracht. De gedachte dat het offer zelf een zegen kan zijn, is ook een zegen. Als we dergelijke gedachten hebben en de vreugde voelen, kan het zijn dat we al een zegen hebben ontvangen.

Onlangs heb ik die zegen bij de heiligen in Korea aangetroffen, die deelnamen aan de viering van de vijftigste verjaardag van de inwijding van de kerk in Korea en de tweehonderdste verjaardag van Joseph Smith. Ik wil u graag in het kort iets vertellen over hun offers en over de vreugde en zegeningen die zij hebben ontvangen.

Om het evangelie te vieren dat de mensen in Korea na de Koreaanse oorlog hoop en moed had gegeven, begonnen de leden zich ruim een jaar geleden op deze viering voor te bereiden. Veel leden in Korea — het jeugdwerk, de jongemannen, de jongevrouwen, de jonge alleenstaanden, de ZHV en anderen — kwamen bij elkaar om voor het feest te repeteren. Ze oefenden veel traditionele volksdansen, zoals de bloemendans, de kringdans, de waaierdans, de boerendans en de drumdans; maar ook uitvoeringen van taekwondo, toneel, ballroomdansen, musical, animatie en koor.

Omdat de jongemannen zoveel geluid voortbrachten met hun trommels, klaagden de buren en moesten ze stoppen met hun repetities. Het was echt moeilijk om zo lang te oefenen, maar ze deden het met plezier. Ik zag niemand die klaagde toen ze om vier uur ’s morgens moesten opstaan om met de bus naar de repetitie te komen. Ze waren blij en dankbaar voor de zegeningen van de Heer en voor de kans om hun dankbaarheid te tonen.

Ook teruggekeerde zendelingen uit het buitenland kwamen met hun vrouw en kinderen terug voor deze viering. Zij hadden een offer gebracht om lang geleden naar Korea op zending te gaan. Nu brachten zij een offer van tijd en geld om hun gezin mee te nemen en tijdens de hete zomer aan de festiviteiten mee te doen. Maar zij waren verheugd en dankbaar voor alle festiviteiten waar ze aan deelnamen.

Om de Koreaanse heiligen en anderen aan te moedigen, stuurde de Heer zijn profeet, president Gordon B. Hinckley, naar Korea. President Hinckley bracht een groot offer om in dertien dagen rond de wereld te reizen en kwam naar Korea om de heiligen te ontmoeten die hij al jarenlang liefhad, en om persoonlijk de liefde van de Heer over te brengen. Niemand had het gevoel dat dit een offer was. In plaats daarvan waren er tranen van vreugde en dankbaarheid. Dat is de zegen waar we het over hebben, vindt u niet?

Broeders en zusters, wees niet bang om offers te brengen. Geniet van het geluk en de zegeningen van het offer zelf.

Af en toe zit er wat tijd tussen het offer en de zegening. Het offer brengen we wellicht op onze tijd, maar de zegening krijgen we meestal op de tijd van de Heer. Daarom troost de Heer ons met de woorden: ‘Welnu, wordt niet moede goed te doen, want gij legt het fundament van een groot werk’ (LV 64:33).

Wij zullen de zegeningen zeker ontvangen. Vergeet echter niet dat het offer zelf een soort zegen kan zijn. Laten we kleine offers brengen.

Als we het Boek van Mormon lezen terwijl we in onze slaperige ogen wrijven, mogen we niet vergeten dat we de raad van onze profeet opvolgen en de vreugde ontvangen die uit die kennis voortkomt. We moeten veel rekeningen betalen; maar als we tiende betalen, laten we dan het gevoel hebben dat we iets aan de Heer geven.

En dan zullen we de grootste zegen ontvangen. Het zal net als onze verbazing en vreugde zijn als we onverwachts een geschenk ontvangen.

En president Spencer W. Kimball heeft gezegd: ‘Als we geven, merken we dat het offer de zegeningen des hemels voortbrengt [zie ‘Ere de man’, lofzang 24], en zien we ten slotte in dat het helemaal geen offer was.’ (‘Becoming the Pure in Heart’, Ensign, maart 1985, p. 5.) Ik bid dat we allemaal heiligen zullen worden, bereid om offers te brengen en in aanmerking te komen voor de bijzondere zegeningen van de Heer. De Heer waakt over ons zodat het niet te moeilijk zal zijn om enig offer te doorstaan. In de naam van Jezus Christus. Amen.