2005
Een zendeling worden
November 2005


Een zendeling worden

U en ik moeten nu en altijd getuigen van Jezus Christus en de boodschap van de herstelling verkondigen. (…) Zendingswerk is een uiting van onze geestelijke identiteit en afstamming.

Ieder die het heilig priesterschap draagt, heeft de heilige plicht om de volken en gezinnen op aarde tot zegen te zijn door ze het evangelie te verkondigen en allen uit te nodigen om door het juiste gezag de heilsverordeningen te ontvangen. Velen van ons hebben een voltijdzending vervuld, sommigen vervullen momenteel een voltijdzending, en wij allen doen ons hele leven dienst als zendeling. Wij zijn dagelijks een zendeling thuis, op school, op werk en in onze leefomgeving. Wat onze leeftijd, ervaring of maatschappelijke positie ook is, we zijn allemaal zendeling.

Het evangelie verkondigen is geen activiteit waar we slechts periodiek en tijdelijk aan meedoen. En ons werk als zendeling is beslist niet beperkt tot de korte periode waarin wij ons in onze jeugd of op latere leeftijd voltijds aan het zendingswerk wijden. Integendeel: de verplichting om het herstelde evangelie van Jezus Christus te verkondigen is inherent aan de eed en het verbond van het priesterschap die wij aangaan. Het zendingswerk is vooral een priesterschapstaak en ieder van ons, priesterschapsdragers, is een bevoegde dienstknecht van de Heer op aarde en is altijd en overal een zendeling en zal dat altijd blijven. Onze identiteit als priesterschapsdragers en zaad van Abraham wordt in grote mate bepaald door de plicht om het evangelie te verkondigen.

Mijn boodschap vanavond geldt voor ieder die uit hoofde van zijn priesterschap de plicht heeft om het evangelie te verkondigen. Maar mijn eigenlijke doel is om tijdens deze priesterschapsbijeenkomst openhartig te spreken tot de jongemannen van de kerk die zich voorbereiden op de roeping van voltijdzendeling. De beginselen die ik met jullie wil bespreken, zijn zowel eenvoudig als van groot geestelijk belang, en ze zijn bedoeld om je tot overdenking, evaluatie en verbetering aan te zetten. Ik bid dat de Heilige Geest mij en jullie gezelschap zal houden terwijl we het over dit belangrijke onderwerp hebben.

Een veel gestelde vraag

Bij mijn samenkomsten met jonge leden van de kerk over de hele wereld vraag ik de aanwezigen vaak of ze vragen hebben. Een van de vragen die jongemannen mij het meest stellen, is: ‘Wat kan ik het beste doen om mij voor te bereiden op een voltijdzending?’Zo’n oprechte vraag verdient een serieus antwoord.

Beste jonge broeders, het allerbelangrijkste wat je kunt doen om je voor te bereiden op een zendingsoproep is lang voordat je op zending gaat al een zendeling te worden. Let op: ik zei met nadruk een zendeling worden in plaats van op zending gaan. Dat zal ik even uitleggen.

In ons gebruikelijke kerkjargon hebben we het vaak over naar de kerk gaan, naar de tempel gaan en op zending gaan. Maar ik stel dat onze nogal routinematige nadruk op het woord gaan ertoe leidt dat we het belangrijkste over het hoofd zien.

Het draait er niet om dat we naar de kerk gaan. Nee, het gaat erom dat we bij onze kerkgang aanbidden en onze verbonden hernieuwen. Het draait er niet om dat we naar de tempel gaan. Nee, het gaat erom dat we de geest, de verbonden en verordeningen van het huis des Heren in ons hart hebben. Het draait er niet om dat we op zending gaan. Nee, het gaat erom dat we een zendeling worden en ons hele leven lang met heel ons hart, macht, verstand en sterkte dienen. Een jonge man kan op zending gaan zonder een zendeling te worden, en dat is niet wat de Heer vraagt of wat de kerk nodig heeft.

Het is mijn oprechte hoop dat ieder van jullie, jonge mannen, niet alleen op zending gaat, maar dat je al lang voor het indienen van je zendingsaanvraag een zendeling wordt — lang voordat je een zendingsoproep krijgt, lang voordat je door je ringpresident wordt aangesteld en lang voordat je naar het opleidingscentrum voor zendelingen gaat.

Het beginsel wording

Ouderling Dallin H. Oaks heeft ons prima geleerd hoe moeilijk het is iets te worden in plaats van alleen maar te doen wat er verwacht wordt of bepaalde handelingen te verrichten:

‘De apostel Paulus heeft gezegd dat de Heer ons zijn leringen en leraars heeft gegeven opdat wij allen “de maat van de wasdom der volheid van Christus” (Efeziërs 4:13) mogen bereiken. Dat vereist veel meer dan kennis verkrijgen. Het is zelfs niet genoeg om een overtuiging van het evangelie te hebben. We moeten zó handelen en denken dat het ons tot bekering brengt. In tegenstelling tot de organisaties in de wereld die ons leren dat wij iets moeten weten, spoort het evangelie van Jezus Christus ons aan om iets te worden. (…)

‘Niemand kan zich veroorloven zijn taken plichtmatig af te werken. De geboden, verordeningen en verbonden van het evangelie zijn geen stortingen op een bankrekening in de hemel. Het evangelie van Jezus Christus is een plan dat ons leert hoe we kunnen worden wat onze hemelse Vader van ons verwacht.’ (‘Opdracht tot wording’, Liahona, januari 2001, p. 40.)

Broeders, de opdracht tot wording is precies en perfect van toepassing op de voorbereiding op een zending. Natuurlijk hoef je om een zendeling te worden niet elke dag met een wit overhemd en een stropdas aan naar school en hoef je je ook niet aan de zendingsregels voor het naar bed gaan en opstaan te houden, hoewel de meeste ouders daar beslist voorstander van zouden zijn. Maar je kunt toenemen in je verlangen om God te dienen (zie LV 4:3) en je kunt beginnen te denken zoals zendelingen denken, te lezen wat zendelingen lezen, te bidden zoals zendelingen bidden en te voelen wat zendelingen voelen. Je kunt de wereldse invloeden vermijden die de Heilige Geest doen terugtrekken en je kunt toenemen in je vertrouwen om geestelijke ingevingen te herkennen en erop in te spelen. Regel op regel en voorschrift op voorschrift, hier een beetje en daar een beetje, kun je geleidelijk de zendeling worden die je wilt zijn, en de zendeling die de Heiland wil dat je bent.

Je wordt niet plotseling omgetoverd tot een goed voorbereide en gehoorzame zendeling op de dag dat je het opleidingscentrum voor zendelingen betreedt. Wat je in de dagen en maanden en jaren voorafgaand aan je zending bent geworden, is wat je in het opleidingscentrum bent. In feite is de aard van de overgang die je meemaakt in het centrum een goede indicatie van de vorderingen die je hebt gemaakt in je wording van zendeling.

Als je naar het opleidingscentrum gaat, mis je natuurlijk je familie. En veel aspecten van je dagschema zijn nieuw en moeilijk aan te wennen. Maar een jonge man die al goed op weg is om een zendeling te worden, vindt de aanpassing aan het strenge regime en de levenswijze van een zendeling niet overweldigend, lastig of beperkend. En dus is een zendeling worden voordat je op zending gaat een belangrijk element van het hoger leggen van de lat.

Vaders, begrijpt u hoe ú uw zoon kunt helpen om een zendeling te worden voordat hij op zending gaat? Uw vrouw en u zijn essentieel in het proces om van hem een zendeling te maken. Leidinggevenden in priesterschap en hulporganisaties, ziet u in welke taak u hebt om de ouders hierbij te assisteren en elke jonge man te helpen om een zendeling te worden voordat hij op zending gaat? De lat is hoger gelegd, óók voor ouders en alle andere leden van de kerk. Als u onder gebed nadenkt over het beginsel wording, kunt u makkelijker inspiratie ontvangen die afgestemd is op de behoeften van uw zoon of de jonge man over wie u gaat.

De voorbereiding waar ik het over heb, is niet alleen gericht op het zendingswerk dat je als jonge man van 19, 20 of 21 jaar doet. Broeders, je bereidt je voor op een leven van zendingswerk. Als priesterschapsdrager zijn wij altijd zendeling. Als je echt vooruitgang maakt en een zendeling begint te worden, nog voordat je op zending gaat en in het zendingsveld arriveert, dan verlaat je bij je eervolle ontheffing als voltijdzending je werkgebied en keer je terug naar je familie. Maar je houdt nooit op zendingswerk te doen. Een priesterschapsdrager is overal en altijd een zendeling. Een zendeling is wie en wat wij als priesterschapsdragers en nakomelingen van Abraham zijn.

De nakomelingen van Abraham

De erfgenamen van alle beloften van God aan Abraham en de verbonden die Hij met hem sloot worden de nakomelingen van Abraham genoemd. (Zie Bible Dictionary, ‘Seed of Abraham’, p. 771.) Die zegeningen krijgen we uitsluitend door gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van het evangelie van Jezus Christus. Broeders, het proces van een zendeling worden houdt rechtstreeks verband met inzien wie wij zijn als nakomeling van Abraham.

Abraham was een groot profeet die naar rechtschapenheid streefde en die alle geboden gehoorzaamde die hij van God kreeg, zelfs het gebod om zijn dierbare zoon, Isaak, te offeren. Vanwege zijn standvastigheid en gehoorzaamheid wordt Abraham vaak de vader der getrouwen genoemd. En onze hemelse Vader sloot een verbond met Abraham en zijn nageslacht en beloofde hun grote zegeningen.

‘Omdat gij dit gedaan hebt, en uw zoon, uw enige, Mij niet onthouden hebt, zal Ik u rijkelijk zegenen, en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren des hemels en als het zand aan de oever der zee, en uw nageslacht zal de poort zijner vijanden in bezit nemen.

‘En met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden, omdat gij naar mijn stem gehoord hebt’ (Genesis 22:16–18).

Zo werd Abraham een groot nageslacht beloofd, maar ook dat de volken der aarde door dat nageslacht gezegend zouden worden.

Hoe zijn de volken van de aarde gezegend door het nageslacht van Abraham? Het antwoord op deze belangrijke vraag staat in het boek Abraham:

‘En Ik zal van u [Abraham] een grote natie maken en Ik zal u bovenmatig zegenen en uw naam grootmaken onder alle natiën en gij zult een zegen zijn voor uw nakomelingen na u, zodat zij deze bediening en dit priesterschap in hun handen naar alle natiën zullen brengen; en Ik zal hen zegenen door uw naam; want allen die dit evangelie aanvaarden, zullen naar uw naam worden genoemd en zullen tot uw nakomelingen worden gerekend en zullen zich verheffen en u als hun vader prijzen’ (Abraham 2:9–10).

Uit deze verzen vernemen we dat Abrahams getrouwe erfgenamen de zegeningen van het evangelie van Jezus Christus en het gezag van het priesterschap zouden krijgen. En dus slaat de zinsnede ‘zodat zij deze bediening en dit priesterschap in hun handen naar alle natiën zullen brengen’ op de plicht om het evangelie van Jezus Christus te verkondigen en allen uit te nodigen om de heilsverordeningen te ontvangen door het juiste gezag. Ja, er rust een zware taak op de nakomelingen van Abraham in deze laatste dagen.

Wat betekenen die beloften en zegeningen voor ons in deze tijd? Elke man en jongen in mijn gehoor vanavond, of hij nu letterlijk van hem afstamt of geadopteerd is, heeft als erfgenaam recht op de beloften die God Abraham heeft gedaan. Wij zijn nakomelingen van Abraham. Een van de voornaamste redenen dat wij een patriarchale zegen ontvangen, is dat wij beter beseffen wie wij zijn als nakomelingen van Abraham en om in te zien welke plicht wij hebben.

Geliefde broeders, u en ik moeten nu en altijd alle volken in alle landen van de aarde tot zegen zijn. U en ik moeten nu en altijd getuigen van Jezus Christus en de boodschap van de herstelling verkondigen. U en ik moeten nu en altijd allen uitnodigen om de heilsverordeningen te ontvangen. De verkondiging van het evangelie is geen deeltijdpriesterschapsplicht. Het is niet zomaar een activiteit waaraan we slechts even hoeven deelnemen of een taak die wij als lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen even moeten uitvoeren. Nee, zendingswerk is een uiting van onze geestelijke identiteit en afstamming. Wij zijn in het voorsterfelijk bestaan geordend en zijn in dit sterfelijk leven geboren om het verbond tussen de Heer en Abraham en Gods belofte aan hem te vervullen. Wij zijn nu op aarde om het priesterschap groot te maken en het evangelie te verkondigen. Dat is wie wij zijn en waarom we hier zijn — nu en voor altijd.

Je kunt genieten van muziek, sport of technische bezigheden, en je kunt ooit carrière maken in een ambacht, in de kunsten of in een ander beroep. Maar hoe belangrijk die activiteiten en bezigheden ook zijn, ze geven niet aan wie jij bent. Wij zijn vooral geestelijke wezens. Wij zijn zoons van God en nakomelingen van Abraham:

‘Want allen, die getrouw zijn, tot het verkrijgen van deze twee priesterschappen, waarvan Ik heb gesproken, en in het verheerlijken hunner roeping, worden door de Geest geheiligd ter vernieuwing hunner lichamen.

‘Zij worden de zonen van Mozes en van Aäron en het nageslacht van Abraham, en de kerk en het koninkrijk, en de uitverkorenen Gods’ (LV 84:33–34).

Mijn dierbare jonge broeders, er is ons veel gegeven en er wordt veel van ons verwacht. Mogen jullie, jonge mannen, beter begrijpen wie je bent als nakomeling van Abraham en een zendeling worden lang voordat je op zending gaat. En mogen jullie na je terugkeer thuis en bij je familie altijd zendeling blijven. En mogen wij allen opstaan als mannen Gods en de volken van de aarde tot zegen zijn met een groter getuigenis en grotere geestelijke kracht dan ooit tevoren.

Ik geef u mijn getuigenis dat Jezus de Christus is, en onze Heiland en Verlosser. Ik weet dat Hij leeft! En ik getuig dat wij als dragers van het priesterschap zijn vertegenwoordigers zijn in het heerlijke werk van de verkondiging van zijn evangelie, nu en voor altijd. In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.