2010–2019
En Jezus keek hem aan en had hem lief
April 2017


En Jezus keek hem aan en had hem lief

Als u gevraagd wordt iets moeilijks te doen, bedenk dan dat de Heer u aankijkt, u liefheeft en u uitnodigt Hem te volgen.

Enkele jaren geleden werden mijn vrouw, Jacqui, en ik geroepen om het zendingsgebied Spokane (Washington, VS) te presideren. Eenmaal in het zendingsveld werden we bang en tegelijk opgewonden van de verantwoordelijkheid om met zo veel bijzondere jonge zendelingen te werken. Ze hadden uiteenlopende achtergronden en het voelde al gauw alsof ze onze zonen en dochters waren.

De meesten deden het schitterend, maar enkelen hadden het moeilijk met de hoge verwachtingen die bij hun roeping hoorden. Ik herinner me een zendeling die zei: ‘President, eigenlijk heb ik een hekel aan mensen.’ Enkele zendelingen vertelden me dat ze geen zin hadden de nogal strenge regels te volgen. Ik maakte me zorgen en vroeg me af hoe we het hart van deze zendelingen die de vreugde van gehoorzaamheid nog niet hadden ervaren, konden veranderen.

Op een dag luisterde ik naar een audioboek van het Nieuwe Testament terwijl ik door de prachtige glooiende tarwevelden op de grens van Washington en Idaho reed. Toen ik luisterde naar het bekende verhaal van de rijke jonge man die de Heiland vraagt wat hij moet doen om het eeuwige leven te beërven, ontving ik onverwacht een ingrijpende persoonlijke openbaring die ik nu koester.

Nadat Jezus de geboden had opgenoemd en de jonge man had geantwoord dat hij die sinds zijn jeugd gehoorzaamde, verwachtte ik de milde aanwijzing van de Heiland te horen: ‘Eén ding ontbreekt u: […] verkoop alles wat u hebt en […] kom dan, […] volg Mij.’1 Maar tot mijn verbazing hoorde ik eerst nog negen woorden die ik schijnbaar nooit eerder had gehoord of gelezen. Het leek wel of ze aan de Schriften waren toegevoegd. Het geïnspireerde inzicht dat ik toen kreeg, verbaasde mij.

Welke negen woorden hadden een ingrijpende uitwerking op mij? Luister om te zien of u deze schijnbaar alledaagse woorden kunt herkennen die alleen in het evangelie van Markus voorkomen:

‘[Er] snelde iemand naar Hem toe […] en vroeg Hem: Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?

‘En Jezus zei tegen hem: […]

‘U kent de geboden: U zult geen overspel plegen; u zult niet doden; u zult niet stelen; u zult geen vals getuigenis afleggen; u zult niemand benadelen; eer uw vader en uw moeder.

‘Maar hij antwoordde Hem: Meester, al deze dingen heb ik in acht genomen van mijn jeugd af.

En Jezus keek hem aan en had hem lief, en Hij zei tegen hem: Eén ding ontbreekt u: ga heen, verkoop alles wat u hebt en geef het aan de armen en u zult een schat hebben in de hemel; en kom dan, neem het kruis op en volg Mij.’2

‘En Jezus keek hem aan en had hem lief.’

Toen ik deze woorden hoorde, zag ik de Heer in mijn gedachten stilhouden en deze jonge man aankijken. Aankijken wil zeggen dat Hij diep en doordringend in zijn ziel keek, zijn goedheid en zijn potentieel herkende, en begreep waar hij bovenal behoefte aan had.

En daarna deze eenvoudige woorden: Jezus had hem lief. Hij voelde een overweldigende liefde en mededogen voor deze fijne jonge man, en omwille van deze liefde en uit liefde verlangde Jezus nog meer van hem. Ik vroeg me af hoe deze jonge man zich voelde toen hij door die liefde werd omringd, ook al kreeg hij de bijzonder moeilijke opdracht al zijn bezittingen te verkopen en de opbrengst aan de armen te geven.

Op dat moment besefte ik dat niet alleen het hart van enkele van mijn zendelingen aan verandering toe was. Mijn hart was dat ook. De vraag was niet meer: ‘Hoe kan een wanhopige zendingspresident het gedrag van een zendeling die het moeilijk heeft, verbeteren?’ De vraag was eerder: ‘Hoe kan ik van christelijke liefde worden vervuld, zodat een zendeling de liefde van God in mij kan voelen en kan verlangen te veranderen?’ Hoe kan ik ze aankijken zoals de Heer de rijke jonge man aankeek, zien wie ze werkelijk zijn en wie ze kunnen worden en mij niet blindstaren op wat ze wel of niet doen? Hoe kan ik meer op de Heiland lijken?

‘En Jezus keek hem aan en had hem lief.’

Als ik vanaf die tijd oog in oog zat met een jonge zendeling die worstelde met gehoorzaamheid, zag ik in mijn hart een getrouwe jonge man of vrouw die gehoor had gegeven aan een verlangen om een zending te vervullen. Zo kon ik met alle gevoeligheid van een tedere ouder zeggen:3 ‘Ouderling of zuster, als ik jou niet liefhad, zou ik niet om jouw zending geven. Maar ik heb jou lief, en omdat ik jou liefheb, geef ik om de persoon die jij wordt. Daarom moedig ik je aan om te werken aan de dingen waar je het moeilijk mee hebt en te worden wie de Heer wil.’

Bij elk gesprek met een zendeling bad ik eerst om de gave van naastenliefde en om de ouderling of de zuster te kunnen zien zoals de Heer hem of haar ziet.

Bij het begin van zoneconferenties begroetten mijn vrouw en ik elke zendeling persoonlijk. Daarbij hield ik stil, keek ik hen diep in de ogen, keek ik hen aan — een stilzwijgend gesprek — en werd ik altijd vervuld van een grote liefde voor deze dierbare zonen en dochters van God.

Deze persoonlijke ervaring met Markus 10 heeft mij veel indringende levenslessen geleerd. Deze vier lessen kunnen ieder van ons tot nut zijn:

  1. Als we anderen leren te zien zoals de Heer ze ziet, zal onze liefde voor hen groeien en zullen we er meer naar verlangen om hen te helpen. Wij zullen mogelijkheden in anderen zien die zij zelf misschien niet zien. Dankzij christelijke liefde durven we stoutmoedig te spreken, want ‘de volmaakte liefde drijft de vrees uit’.4 En we zullen nooit opgeven, omdat we beseffen dat zij die het moeilijkst lief te hebben zijn, het meest behoefte aan liefde hebben.

  2. Wie gefrustreerd of kwaad is, kan niet echt onderwijzen of leren, en een verandering van hart vindt alleen plaats als er liefde heerst. Of we nu als ouders, leraars of leiders optreden, echt onderricht gebeurt alleen in een sfeer van vertrouwen en niet van afwijzing. Ons thuis behoort een toevluchtsoord voor onze kinderen te zijn, geen vijandige omgeving.

  3. We mogen een kind, vriend of familielid nooit onze liefde onthouden als ze ons teleurstellen. We weten niet wat er met de rijke jonge man is gebeurd nadat hij bedroefd was weggegaan, maar ik weet zeker dat Jezus hem nog steeds volmaakt liefhad, ook al koos hij de gemakkelijke weg. Misschien voelden zijn talrijke bezittingen op latere leeftijd leeg aan, herinnerde hij zich de bijzondere ervaring toen zijn Heer hem aankeek, liefhad en uitnodigde Hem te volgen, en gaf hij er gehoor aan.

  4. De Heer verwacht veel van ons omdat Hij ons liefheeft. Als we nederig zijn, gaan we in op de uitnodigingen van de Heer om ons te bekeren, te offeren en te dienen als tekens van zijn volmaakte liefde voor ons. Een uitnodiging tot bekering is tenslotte ook een uitnodiging om de prachtige gaven van vergeving en vrede te ontvangen. Daarom, ‘acht de bestraffing van de Heere niet gering en bezwijk niet, als u door Hem terechtgewezen wordt. Want de Heere bestraft wie Hij liefheeft.’5

Geliefde broeders en zusters, als u gevraagd wordt om iets moeilijks te doen — een slechte gewoonte of een verslaving overwinnen, wereldse ambities opzijzetten, een hobby opofferen aan de sabbat, iemand vergeven die u heeft gekwetst — bedenk dan dat de Heer u aankijkt, u liefheeft en u uitnodigt Hem te volgen. En wees dankbaar omdat Hij zoveel van u houdt dat Hij u uitnodigt om meer te doen.

Ik getuig van onze Heiland, Jezus Christus, en kijk uit naar de dag waarop Hij zijn armen om ieder van ons heen zal slaan, ons zal aankijken en ons met zijn volmaakte liefde omringen. In de naam van Jezus Christus. Amen.