2010–2019
Een discipel van onze Heer Jezus Christus worden
April 2017


Een discipel van onze Heer Jezus Christus worden

Het geheel van eigenschappen dat uit geloof in Christus voortkomt, is in zijn totaliteit nodig om in deze laatste dagen sterk te staan.

Wat houdt het in om een discipel van onze Heer Jezus Christus te zijn? Een discipel is iemand die zich heeft laten dopen en bereid is om de naam van de Heiland op zich te nemen en Hem te volgen. Een discipel streeft ernaar om te worden zoals Hij is door in dit sterfelijk leven zijn geboden te onderhouden, net zoals een leerling ernaar streeft zoals zijn of haar meester te worden.

Veel mensen die het woord discipel horen, denken dat dit alleen ‘volgeling’ betekent. Maar waar discipelschap is iets wat je bént. Dat impliceert meer dan studeren en een verzameling afzonderlijke eigenschappen toepassen. Discipelen leven zo, dat de eigenschappen van Christus met het weefsel van hun wezen worden verweven, als in een geestelijk wandkleed.

Luister naar de uitnodiging van de apostel Petrus om een discipel van de Heiland te worden:

‘[Leg u] er met alle inzet op toe […] om aan uw geloof deugd toe te voegen, aan de deugd kennis,

‘aan de kennis zelfbeheersing, aan de zelfbeheersing volharding, aan de volharding godsvrucht,

‘aan de godsvrucht broederliefde en aan de broederliefde liefde voor iedereen.’1

Zoals u ziet, vereist het weven van het geestelijke wandkleed van ons persoonlijke discipelschap meer dan één enkel draadje. In de tijd van de Heiland beweerden velen dat ze in één of meer aspecten van hun leven rechtvaardig waren. Zij beoefenden wat ik selectieve gehoorzaamheid noem. Zo onderhielden zij het gebod om op de sabbat niet te werken, maar bekritiseerden zij de Heiland dat Hij op die heilige dag mensen genas.2 Ze gaven aalmoezen aan de armen, maar alleen van wat ze over hadden — wat ze zelf niet nodig hadden.3 Ze vastten, maar alleen met een lang gezicht.4 Ze baden, maar alleen om door mensen gezien te worden.5 Jezus zei: ‘Zij naderen Mij met hun lippen, maar hun hart is verre van Mij.’6 Zulke mensen kunnen zich wel toeleggen op het beheersen van een specifieke eigenschap of handeling, maar gaan daardoor nog niet in hun hart op Hem lijken.

Over hen heeft Jezus gezegd:

‘Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam vele krachten gedaan?

‘Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!’7

De eigenschappen van de Heiland, zoals wij die zien, zijn geen script dat je kunt volgen of lijstje dat je kunt afvinken. Het zijn ingeweven eigenschappen die op elkaar inhaken en op interactieve manieren in ons ontwikkeld worden. Met andere woorden, we kunnen niet één christelijke eigenschap verwerven zonder ook andere te verwerven en te beïnvloeden. Naarmate één eigenschap sterk wordt, worden vele andere dat ook.

In 2 Petrus en in Leer en Verbonden afdeling 4 leren we dat geloof in de Heer Jezus Christus het fundament is. We meten ons geloof af aan waar het toe leidt — door onze gehoorzaamheid. ‘Indien gij geloof in Mij hebt,’ belooft de Heer, ‘zult gij macht hebben om alles te doen wat Ik raadzaam acht.’8 Geloof is een katalysator. Zonder werken, zonder een deugdzaam leven, ontbeert ons geloof de macht om het discipelschap te ontplooien. Ja, geloof is dan dood.9

En dus houdt Petrus ons voor: ‘[Voeg] aan uw geloof deugd toe’. Deze deugd is meer dan seksuele reinheid. Het is zuiverheid en heiligheid in lichaam en geest. Deugd is ook macht. Als we het evangelie getrouw naleven, hebben we de macht om bij al onze gedachten, gevoelens en daden deugdzaam te zijn. Onze geest wordt ontvankelijker voor de ingevingen van de Heilige Geest en het licht van Christus.10 We belichamen Christus niet alleen in wat we zeggen en doen, maar ook in wat we zijn.

Petrus gaat verder: ‘[Voeg] aan [uw] deugd kennis [toe].’ Als we deugdzaam leven, leren we onze hemelse Vader en zijn Zoon op een bijzondere manier kennen. ‘Als iemand de wil heeft om de wil [van de Vader] te doen, zal hij van dit onderricht weten.’11 Deze kennis is een persoonlijk getuigenis, dat voortkomt uit eigen ervaring. Het is kennis die ons transformeert, zodat ons ‘licht zich aan [zijn] licht’ hecht, en onze ‘deugd zijn deugd bemint.’12 Door ons deugdzame leven maken we de oversteek van ‘ik geloof’ naar onze glorieuze bestemming ‘ik weet’.

Petrus spoort ons aan om ‘aan de kennis zelfbeheersing, aan de zelfbeheersing volharding’ toe te voegen. Als beheerste discipelen leven wij het evangelie evenwichtig en gestaag na. We lopen niet harder dan we kracht hebben.13 Dagelijks gaan we voorwaarts en laten ons niet door de louterende problemen van het sterfelijk leven tegenhouden.

Door op die manier zelfbeheersing te oefenen, ontwikkelen we volharding en vertrouwen in de Heer. We vertrouwen op zijn plan voor ons leven, ook al zien we dat niet met onze eigen natuurlijke ogen.14 Dus kunnen we stil zijn en weten dat Hij God is.15 Als de stormen van beproeving woeden, vragen we: ‘Wat wilt U mij met deze ervaring leren?’ Met zijn plan en oogmerken in ons hart, gaan we voorwaarts en doorstaan niet alleen alles, maar doorstaan dat ook goed en met volharding.16

Deze volharding, leert Petrus ons, leidt tot godsvrucht. Zoals de Vader volhardend is met ons, zijn kinderen, zo worden ook wij volhardend, of geduldig met elkaar en onszelf. We verheugen ons in de keuzevrijheid van anderen en de kans die hun dit geeft om ‘regel op regel’17 te groeien, ‘steeds helderder tot de volle dag toe’.18

Van zelfbeheersing tot volharding, en van volharding tot godsvrucht, verandert ons wezen. We verkrijgen de broederlijkheid die zo kenmerkend is voor alle ware discipelen. Zoals de barmhartige Samaritaan steken we de weg over om te zorgen voor wie dat ook nodig heeft, zelfs als het niet onze directe vrienden zijn.19 We zegenen hen die ons vervloeken. We doen goed aan hen die ons haten.20 Is er een eigenschap die goddelijker of christelijker is?

Ik getuig dat onze inspanningen om discipelen van onze Heiland te worden, waarlijk worden aangevuld tot we ‘in het bezit’ van zijn liefde zijn.21 Deze liefde is het bepalende kenmerk van een discipel van Christus:

‘Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden.

‘En al zou ik de gave van de profetie hebben en alle geheimenissen weten en alle kennis bezitten, en al zou ik al het geloof hebben zodat ik bergen zou verzetten, maar ik had de liefde niet, dan was ik niets.’22

Geloof, hoop en naastenliefde maken ons geschikt voor Gods werk.23 ‘En nu blijven […] deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.’24

Broeders en zusters, nu meer dan ooit kunnen we geen ‘deeltijddiscipel’ zijn! We kunnen geen discipel in maar één van de leerstellingen zijn. Het geheel van eigenschappen dat uit geloof in Christus voortkomt — waaronder die welke we vandaag hebben besproken — is in zijn totaliteit nodig om in deze laatste dagen sterk te staan.

Naarmate we er oprecht naar streven ware discipelen van Jezus Christus te zijn, worden deze eigenschappen met elkaar verweven, aangevuld, en interactief in ons gesterkt. Er zal geen verschil zijn tussen de vriendelijkheid die we onze vijanden en onze vrienden betonen. Als niemand kijkt, zijn we net zo eerlijk als wanneer anderen toekijken. In het openbaar zijn we net zo toegewijd aan God als in onze binnenkamer.

Ik getuig dat iedereen een discipel van de Heiland kan zijn. Het discipelschap wordt niet ingeperkt door leeftijd, geslacht, etnische afkomst of kerkelijke roeping. Door ons individuele discipelschap bouwen wij, als heiligen der laatste dagen, collectief kracht op om onze broeders en zusters in de hele wereld tot zegen te zijn. Nu is het de tijd om ons opnieuw voor te nemen om met gedrevenheid zijn discipelen te zijn.

Broeders en zusters, wij zijn allen geroepen om discipelen van onze Heiland te zijn. Grijp deze conferentie aan ‘en begint zoals in vroegere tijden en komt tot [Hem] met geheel uw hart.’25 Dit is zijn kerk. Ik geef u mijn bijzondere getuigenis dat Hij leeft. Moge Hij ons zegenen in ons eeuwige streven om toegewijde en moedige discipelen te worden. In de naam van Jezus Christus. Amen.