Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 10: De Schriften zijn de waardevolste bibliotheek ter wereld


Hoofdstuk 10

De Schriften zijn de waardevolste bibliotheek ter wereld

God heeft ons de heilige Schriften gegeven, zodat wij en onze kinderen ons kunnen voorbereiden op het eeuwige leven.

Uit het leven van George Albert Smith

Laat in zijn leven herinnerde president George Albert Smith zich een voorval uit zijn tienerjaren, waarin een schriftpassage een blijvende indruk op hem had gemaakt: ‘Toen ik een jaar of veertien was, las ik in onze zondagsschoolklas het veertigste hoofdstuk van Alma in het Boek van Mormon. Dat hoofdstuk heeft mij mijn verdere leven enorm veel steun geboden als mij dierbaren ontvielen. (…) We leren uit deze passage waar onze geest naartoe gaat als die ons lichaam verlaat [zie de verzen 11–14], en ik heb sindsdien naar die plaats, het paradijs genaamd, verlangd.’1 [Zie suggestie 1 op p. 109.]

President Smith hoopte dat anderen eveneens waardevolle ervaringen met de Schriften zouden hebben. In zijn openbare toespraken en gesprekken met anderen moedigde hij iedereen aan om de Schriften te bestuderen en zo hun getuigenis van het evangelie te vergroten. Toen hij eens met de trein reisde, knoopte hij een gesprek aan met een man die uit een mormoons gezin bleek te komen maar die niet meer naar de kerk ging. ‘We raakten,’ zo zei hij later, ‘in gesprek over het evangelie van Jezus Christus. (…) En hij zei terwijl we de beginselen van het evangelie bespraken: “Dat is interessant, zeg.” We spraken uitvoerig met elkaar, en toen we klaar waren zei die goede man tegen mij, en wat mij betreft was het een goede man: “Ik zou alles wat ik heb willen geven om dezelfde zekerheid als u te krijgen. (…)”

‘Ik zei: “Broeder, u hoeft niet alles wat u hebt op te geven om die zekerheid te krijgen. U hoeft slechts de Schriften onder gebed te bestuderen. Ga daar naartoe waar ze die aan u kunnen uitleggen. Ga op zoek naar de waarheid, dan zal de schoonheid ervan u aanspreken, en (…) dan zult u weten zoals ik weet dat God leeft, dat Jezus de Christus is, dat Joseph Smith een profeet van de levende God is.”’2

Leringen van George Albert Smith

De waarheden die in de Schriften staan zijn veel waardevoller dan de filosofieën van de mens.

De Bijbel, het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde bevatten niet slechts de wijsheden van mensen, maar ook die van God. Hoewel we deze boeken niet bij veel mensen thuis zullen aantreffen, bevatten ze wel het woord van de Heer. Wat doet het ertoe dat we Homerus, Shakespeare en Milton hebben gelezen, of welke grote schrijvers dan ook; als we de Schriften niet hebben gelezen, hebben we het beste van de wereldliteratuur aan ons voorbij laten gaan.

Broeders en zusters, alle waarheid die (…) noodzakelijk is voor ons heil, staat in de boeken die ik hier in mijn hand houd. We mogen dan wel geen bibliotheek met twee- of drieduizend boeken hebben, maar we kunnen wel tegen een kleine prijs een bibliotheek van onschatbare waarde bezitten, die het beste bloed dat ooit op aarde was, heeft gekost.3

Het maakt mij niet uit of u wel of niet de boeken uit de grote bibliotheken bij u thuis hebt, zo lang u deze maar hebt. Denk aan de miljoenen boeken die zich in [de] Nationale Bibliotheek in Washington bevinden, of in de Britse Bibliotheek, en in alle overige bibliotheken in andere landen, miljoenen boeken — en toch is datgene wat God heeft geopenbaard en gepubliceerd voor de mensenkinderen, en wat zij nodig hebben om zich te kunnen voorbereiden op het celestiale koninkrijk, vervat in deze heilige boeken. Hoevelen van ons weten wat erin staat? Ik kom geregeld bij mensen thuis en zie dan genoeg populaire tijdschriften liggen. Ik zie de boeken die als bestseller worden beschouwd op de boekenplank staan. Als u die zou weggooien en alleen deze heilige Schriften zou houden, zou u alles hebben wat de Heer heeft laten opschrijven en aan ons beschikbaar heeft gesteld. Laten we dus niet vergeten, broeders en zusters, dat de Heer ons, afgezien van onze andere zegeningen, de Schriften heeft gegeven, om ons eraan te vergasten en ons begrip te verruimen, en zijn woord te hebben dat door de eeuwen heen geopenbaard is ten gunste van het heil van zijn kinderen.4

Terwijl ik in de Schriften lees (…) verwonder ik mij over de goedheid van de Heer tot zegen van hen die zijn leringen accepteren, want we vinden in deze heilige boeken meer troost dan in alle filosofieën van de wereld, die door de wijsheid van mensen worden ingegeven.5

We praten over de filosofieën van de mens en bewonderen die als waren ze een mooi schilderij, maar als ze in tegenspraak zijn met de leringen van onze hemelse Vader, zoals die in de Heilige Schrift voorkomen, zijn ze zonder waarde. Ze zullen iemand nooit eeuwig geluk brengen noch iemand hulp bieden om in het koninkrijk van onze hemelse Vader te geraken.6

Ik heb soms het gevoel dat we de Bijbel, en wat die bevat, niet naar waarde schatten, noch de andere Schriften — het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden, en de Parel van grote waarde — waarnaar wel eens verwezen wordt als zijnde (…) brieven van onze hemelse Vader. En zo kunnen ze worden opgevat, want ze bevatten zijn advies en raad aan alle mensenkinderen, en ze zijn de mensen gegeven opdat ze hun voordeel kunnen doen met de hun geboden mogelijkheden, opdat hun leven niet zinloos wordt doorgebracht.7 [Zie suggestie 2 op p. 109.]

De Heer heeft ons de Schriften gegeven om hulp te bieden bij beproevingen en ons voor te bereiden op de verhoging.

Dit is een tijd om ons te bewijzen, een tijd van beproeving. Dit is een tijd dat de mensen bezwijmen van vrees. De menigten der wereld vragen zich af wanneer het einde zal komen. Een paar geïnspireerde mannen weten hoe het einde zal komen. De Heer heeft ons in [de Schriften] laten weten wat er zal gebeuren, deze geweldige boeken die ik in mijn handen houd. Hij heeft ons laten weten dat we ons leven op orde moeten brengen en ons voor moeten bereiden, opdat we aan de kant van de Heer zullen staan, wat er ook zal gebeuren.8

Laat mij voorlezen wat de Heer in de eerste afdeling van de Leer en Verbonden zegt met betrekking tot deze laatste dagen: (…)

‘Welnu, omdat Ik, de Heer, de rampspoed kende die de bewoners der aarde zou overkomen, heb Ik mij gericht tot mijn dienstknecht Joseph Smith jr. en heb tot hem gesproken vanuit de hemel en hem geboden gegeven. (…)

‘Onderzoekt deze geboden, want ze zijn waar en betrouwbaar, en de profetieën en beloften die erin staan, zullen alle worden vervuld.

‘Wat Ik, de Heer, heb gesproken, heb Ik gesproken, en Ik verontschuldig Mijzelf niet; en al gaan de hemelen en de aarde voorbij, mijn woord zal niet voorbijgaan maar zal geheel worden vervuld, hetzij door mijn eigen stem, hetzij door de stem van mijn dienstknechten, dat is hetzelfde.

‘Want zie, ja, zie, de Heer is God, en de Geest getuigt, en het getuigenis is waar, en de waarheid blijft voor eeuwig en altijd. Amen.’ [LV 1:17, 37–39.]

Dit voorwoord is uw volle aandacht meer dan waard. Het is een waarschuwing van ons aller Vader. Het is het liefdevolle advies van een tedere Ouder die weet wat we nodig hebben, zoals Hij aangeeft in het hoofdstuk waaruit ik zojuist heb voorgelezen. Hij heeft deze geboden gegeven omdat Hij weet wat de inwoners der aarde zal overkomen.9

Soms vergeten we dat de Heer heeft gesproken en stellen we ons niet op de hoogte van zijn besluiten. (…)

Er kunnen tientallen schriftteksten als bewijs worden aangehaald dat onze hemelse Vader Zich in zijn barmhartigheid en mildheid door de eeuwen heen tot de mensenkinderen heeft gericht, niet alleen om hun mede te delen wat er stond te gebeuren, maar ook om ze te smeken hun fouten na te laten, zodat ze vernietiging konden ontlopen. (…)

Onze hemelse Vader heeft ons bij monde van zijn getrouwe afgezanten gezegd welke belangrijke zaken er zullen gebeuren en daar kunnen we in de heilige Schriften over lezen. Als we werkelijk gered en verhoogd willen worden in het celestiale koninkrijk, zullen we moeten doen wat Hij ons heeft opgedragen.10

[De Schriften zijn] de beste boeken die iemand kan hebben. Wat bevatten ze? Ze bevatten datgene wat uw en mijn Vader belangrijk genoeg vond om te bewaren en aan de mensenkinderen te geven en in vele talen beschikbaar te stellen. Deze boeken met Schriftuur zijn alle belangrijk en dienen door de heiligen der laatste dagen te worden begrepen. Ik zal u niet vragen om uw hand op te steken om te zien hoeveel aanwezigen ooit deze boeken hebben gelezen, maar ik wijs u erop dat er waardevolle waarheden in staan. Ze bevatten het geopenbaarde woord van de Heer, dat is gedrukt en gepubliceerd ten gunste van de wereld, om zijn kinderen voor te bereiden op een plek in het celestiale koninkrijk. Vandaar dat ik zeg dat ze heel waardevol zijn. (…) We behoren heel dankbaar te zijn dat we in een tijdperk leven waarin we zijn raad en advies kunnen lezen en uitleg kunnen krijgen van zaken die anders duister en ongewis zouden blijven.11 [Zie suggestie 3 op p. 109.]

We inspireren onze kinderen tot geloof door samen in de Schriften te lezen.

Ik zou graag willen dat u zich afvraagt hoe vaak u uw kinderen uit deze boeken hebt voorgelezen, ze bij u hebt geroepen om ze in de zaken te onderwijzen die ze behoren te weten. Ik ben bang dat velen van ons zouden zeggen dat ze het daarvoor te druk hebben gehad.12

We hebben al veel over de zegeningen gehoord die de Heer ons in deze heilige boeken gegeven heeft, die tot in onze tijd zijn bewaard, en die het advies en de raad van een alwetende Vader bevatten. Het is toch vreemd dat zoveel van onze mensen, hoewel ze daar alle gelegenheid toe hebben, niet vertrouwd zijn met de inhoud van deze heilige boeken.13

Zal onze Vader ons na dit leven schuldeloos houden als we verzuimd hebben onze kinderen het belang van deze heilige boeken bij te brengen? Ik denk het niet. (…) Veronderstelt u dat de Heer waardering voor ons zal opbrengen (…) als we de uitstekende leringen in deze heilige boeken, die we dankzij Hem binnen ons bereik hebben, niet aan onze kinderen leren of uitleggen aan wie zich in onze invloedssfeer bevinden?

Broeders en zusters, ik verlang nogmaals nadruk te leggen op deze lering van de Meester: ‘Onderzoekt de Schriften’, lees ze gebedsvol en getrouw, onderwijs eruit bij u thuis; roep uw kinderen bijeen en inspireer ze tot geloof in God door met ze uit de openbaringen te lezen. Van alle boeken in alle bibliotheken van de wereld zijn zij de waardevolste.14

Leg deze boeken binnen handbereik, en waar uw kinderen erbij kunnen, en heb dan genoeg interesse in het eeuwig heil van uw kinderen dat u manieren zult vinden om ze te interesseren in wat er in de boeken staat, opdat ze zullen weten hoe kostbaar ze zijn in de ogen van hun hemelse Vader.15

Wat vond ik het fijn als kind dat mijn vader en moeder bij de haard gingen zitten en uit de Bijbel voorlazen terwijl wij kinderen op de vloer zaten. (…)

Welnu, ik zeg u, broeders en zusters, dat het advies van Jezus Christus nog steeds van kracht is, toen Hij zei: ‘Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen.’ [Johannes 5:39.] Laat de oude gezinsbijbel niet links liggen; zet hem niet op de plank, waar hij vergeten wordt. Stel vast, zo u dat al niet gedaan hebt, wat erin staat; en als u hem al een keer gelezen hebt, leest u hem daarna weer aan uw kinderen en uw kleinkinderen voor. Lees ze niet alleen uit de Bijbel voor, maar ook uit de andere Schriftuur die de Heer ons gegeven heeft tot verhoging, tot troost en tot zegen.16

Ik spoor u aan, o Israël, om de Schriften te onderzoeken; lees ze thuis, leer uw kinderen wat de Heer heeft gezegd, en laten we minder tijd besteden aan onbelangrijke en vaak schadelijke literatuur. Ga naar de bron van waarheid en lees het woord van de Heer.17 [Zie suggestie 4 hieronder.]

Ideeën voor studie en onderwijs

Denk na over de onderstaande ideeën terwijl u het hoofdstuk bestudeert of u voorbereidt op uw les. Zie pp. V–VII voor meer informatie.

  1. Herinnert u zich wellicht, terwijl u de eerste alinea op p. 103 leest, dat u op gelijke wijze door een schrifttekst bent geïnspireerd? Hoe bent u te weten gekomen dat de Schriften waar zijn? Wat voor ervaringen hebt u onlangs met de Schriften gehad die uw getuigenis hebben versterkt?

  2. Lees de paragraaf die op p. 104 begint en overweeg welke plaats de Schriften in uw bibliotheek innemen (onder de andere zaken die u leest, bekijkt en beluistert). Wat kunt u doen om de Schriften een prominentere plek in uw gezin en leven te geven?

  3. Lees de paragraaf die op p. 105 begint. Hoe hebben de Schriften u geholpen om het onheil van deze tijd onder ogen te zien? Overweeg hoe u de Schriften kunt gebruiken om iemand te helpen die door een zware beproeving gaat.

  4. Overweeg president Smiths raad aan gezinnen op pp. 107–109. Wat voor zegeningen krijgt een gezin dat samen in de Schriften leest? Wat zijn doeltreffende manieren om onze kinderen (of kleinkinderen) in de Schriften te interesseren? Overweeg met een gebed in uw hart wat u kunt doen om de Schriften ijveriger met uw kinderen te bestuderen.

Relevante teksten: Deuteronomium 6:6–7; Jozua 1:8; Romeinen 15:4; 2 Timoteüs 3:15–17; 2 Nephi 4:15; Helaman 3:29–30; Leer en Verbonden 33:16

Onderwijstip: ‘U kunt ervoor zorgen dat de leerlingen meer zelfvertrouwen krijgen om aan de besprekingen deel te nemen door positief op hun oprechte bijdragen te reageren. U kunt bijvoorbeeld zeggen: “Bedankt voor je antwoord. Daar heb je goed over nagedacht.” (…) Of: “Dat is een goed voorbeeld.” Of: “Ik wil jullie graag bedanken voor jullie inbreng vandaag.”’ (Onderwijzen — geen grotere roeping, p. 64).

Noten

  1. Conference Report, april 1949, pp. 83–84.

  2. Conference Report, oktober 1948, pp. 165–166.

  3. Conference Report, oktober 1917, p. 43.

  4. Conference Report, oktober 1948, pp. 164–165.

  5. Conference Report, oktober 1931, p. 120.

  6. Conference Report, april 1946, p. 125.

  7. Conference Report, oktober 1923, p. 70.

  8. Conference Report, april 1942, p. 14.

  9. Conference Report, oktober 1917, pp. 42–43.

  10. Conference Report, oktober 1940, pp. 107–109.

  11. Conference Report, oktober 1948, p. 164.

  12. Conference Report, oktober 1950, p. 179.

  13. Conference Report, april 1929, p. 30.

  14. Conference Report, oktober 1917, pp. 43–44.

  15. Conference Report, oktober 1948, p. 165.

  16. ‘Pres. Smith’s Leadership Address’, Deseret News, 16 februari 1946, kerkkatern, p. 6.

  17. Conference Report, oktober 1917, p. 41.

‘[De Schriften] bevatten datgene wat uw en mijn Vader belangrijk genoeg vond om te bewaren en aan de mensenkinderen te geven en in vele talen beschikbaar te stellen.’

‘Roep uw kinderen bijeen en inspireer ze om geloof in God te hebben door datgene te lezen wat is geopenbaard.’