1 Samuel 16

De jonge David

Een herdersjongen wordt als koning geroepen

De Heer wilde dat de profeet Samuel een nieuwe koning ging zoeken. Saul was toen de koning, maar hij volgde de Heer niet meer. De Heer zei dat Samuel naar Isaï in Bethlehem moest gaan. Een van Isaï’s zonen zou de nieuwe koning worden.

1 Samuel 16:1–5

Isaï’s oudste zonen waren groot en sterk. Maar de Heer zei dat Samuel niet op hun uiterlijk moest afgaan.

1 Samuel 16:6–10

Samuel vroeg Isaï of hij nog meer zonen had. Isaï zei dat zijn jongste zoon, David, voor de schapen zorgde. David werd naar Samuel gebracht.

1 Samuel 16:11

David was kleiner dan zijn broers. Hij was maar een herdersjongen. Maar het maakte de Heer niet uit hoe David eruitzag. De Heer kende Davids gelovige hart. Hij liet Samuel weten dat David de koning zou worden. Samuel gaf David een zegen. De Geest van de Heer bereidde David voor om koning te worden.

1 Samuel 16:12–13