Verhalen uit de Schriften
De schepping van de aarde


‘De schepping van de aarde’, Verhalen uit het Oude Testament (2022)

‘De schepping van de aarde’, Verhalen uit het Oude Testament

Genesis 1–2; Mozes 1–3; Abraham 3–5

De schepping van de aarde

Een prachtige woonplaats voor kinderen van onze hemelse Vader

Afbeelding
God en de Heer scheppen heelal

God onze hemelse Vader presenteerde het heilsplan in de hemel. We juichten allemaal van vreugde! We zouden naar de aarde gaan en een lichaam krijgen. Op aarde zouden we leren Gods Zoon, de Heer Jezus Christus, te volgen. De Heer schiep de aarde op aanwijzing van God.

Genesis 1:1; Job 38:4–7; Mozes 1:32–33; 2:1; Abraham 3:22–27

Afbeelding
planeet in ruimte

Op de eerste dag scheidde de Heer licht van duisternis. Hij noemde het licht dag en de duisternis nacht.

Genesis 1:3–5; Mozes 2:3–5; Abraham 4:1–5

Afbeelding
wolken en oceaan

Op de tweede dag maakte Hij een scheiding tussen de wateren van de wolken in de lucht en het water van de oceanen op aarde.

Genesis 1:6–8; Mozes 2:6–8; Abraham 4:6–8

Afbeelding
oerwoud bij oceaan

Op de derde dag vormde de Heer grote oceanen en droog land. Hij noemde de wateren zee en het droge land aarde. Hij verfraaide het land met bloemen, vruchten, planten en bomen.

Genesis 1:9–13; Mozes 2:9–13; Abraham 4:9–13

Afbeelding
voorstelling van dag en nacht

Op de vierde dag schiep Hij de zon om overdag te schijnen. Daarna schiep Hij de maan en de sterren om ’s nachts te schijnen.

Genesis 1:14–19; Mozes 2:14–19; Abraham 4:14–19

Afbeelding
zeedieren

Op de vijfde dag schiep God de vissen in de zee en de vogels in de lucht. Hij zegende wat Hij geschapen had: dat alles talrijk zou worden en de vissen de wateren zouden vervullen.

Genesis 1:20–23; Mozes 2:20–23; Abraham 4:20–23

Afbeelding
oerwouddieren

Op de zesde dag schiep Hij dieren op het land, zowel lopende als kruipende.

Genesis 1:24–25; Mozes 2:24–25; Abraham 4:24–25

Afbeelding
Adam en Eva in hof van Eden

Onze hemelse Vader en de Heer daalden op de zesde dag af naar de aarde. Man en vrouw werden naar het beeld van God geschapen. Onze hemelse Vader zei dat ze voor elkaar moesten zorgen en kinderen krijgen. Man en vrouw kregen ook de taak om voor de aarde en de dieren te zorgen.

Genesis 1:26–27; Mozes 2:26–27; Abraham 4:26–31; 5:7–8

Afbeelding
Adam en Eva kijken naar dieren

Onze hemelse Vader was blij met alles wat Ze geschapen hadden. Op de zevende dag rustten Ze uit van al hun werk. De aarde was prachtig en vol leven.

Genesis 2:1–3; Mozes 3:1–3; Abraham 5:1–3