Verhalen uit de Schriften
Het Pascha


‘Het Pascha’, Verhalen uit het Oude Testament (2022)

‘Het Pascha’, Verhalen uit het Oude Testament

Exodus 11–12; 14–15

Het Pascha

Beschermd door de Heer

Afbeelding
Mozes bidt

De farao liet de Israëlieten niet vrij, dus zei de Heer tegen Mozes dat Hij nog één plaag zou sturen. Het eerstgeboren kind in elk gezin in het land Egypte zou sterven, ja, zelfs de eerstgeborene van hun dieren.

Exodus 11:1, 4–10

Afbeelding
Mozes praat tegen het volk

De Heer beloofde dat de plaag aan de Israëlieten voorbij zou gaan als ze zijn instructies opvolgden.

Exodus 12:3, 13, 23

Afbeelding
man bestrijkt deurposten, kinderen kijken toe

De Heer zei dat elk Israëlitisch gezin een lam, een mannetje zonder enig gebrek, moest offeren. Het bloed van het lam moesten ze aan de deurposten van hun huis strijken.

Exodus 12:4–7

Afbeelding
gezin aan maaltijd

De Heer zei dat de Israëlieten het lam moesten braden en vlug opeten. Terwijl ze aten, moesten ze aangekleed en gereed zijn om hun huis te verlaten. Als de Israëlieten dat deden, zou de Heer hun eerstgeborenen tegen de plaag beschermen.

Exodus 12:8–11

Afbeelding
Farao’s zoon dood

De plaag kwam, zoals de Heer had gewaarschuwd. Alle eerstgeborenen in Egypte stierven, ook de oudste zoon van de farao. Maar de plaag ging voorbij aan elk huis met bloed van een lam aan de deurposten. De eerstgeborenen onder de Israëlieten werden gespaard omdat ze de Heer gehoorzaamden.

Exodus 12:12–13, 29–30

Afbeelding
treurende farao laat Mozes en Aäron vertrekken

Toen de farao zag dat zijn eigen zoon door die plaag gestorven was, zei hij tegen Mozes en Aäron dat ze Egypte met alle Israëlieten moesten verlaten.

Exodus 12:31–33

Afbeelding
boze farao stuurt leger

De Israëlieten gingen weg, maar de farao was boos. Hij bracht zijn leger en strijdwagens bijeen en achtervolgde de Israëlieten.

Exodus 12:37–41; 14:5–8

Afbeelding
leger zit Israëlieten achterna

De Israëlieten sloegen hun kamp op bij de Rode Zee. De farao en zijn leger haalden het volk snel in. Toen de Israëlieten de Egyptenaren zagen aankomen, waren ze bang. Maar Mozes zei dat de Heer de Israëlieten zou beschermen.

Exodus 14:9–14

Afbeelding
Mozes houdt staf omhoog, Rode Zee splijt

Toen de Egyptenaren dichterbij kwamen, zei de Heer dat Mozes zijn staf omhoog moest houden. Dat deed Mozes, waarna de Heer de zee deed splijten. De Israëlieten staken de zee op droge grond over. Ze vluchtten weg van de farao en zijn leger.

Exodus 14:15–16, 21–22

Afbeelding
Rode Zee overspoelt Egyptisch leger

Het Egyptische leger achtervolgde de Israëlieten. Toen alle Israëlieten veilig aan de overkant van de zee waren, liet de Heer het water terugvloeien. De Egyptische soldaten verdronken in de zee.

Exodus 14:23–30

Afbeelding
Israëlieten dansen

De Israëlieten waren eindelijk vrij. Ze zongen, dansten en dankten de Heer. Ze herdachten met het Pascha altijd dat de Heer hun leven had gered en hen uit Egypte had geleid.

Exodus 14:31; 15:1–22