Instituut
Les 4: Lesgeven met de Geest


4

Lesgeven met de Geest

Inleiding

Succesvolle zendelingen weten dat ‘wanneer een mens door de macht van de Heilige Geest spreekt, […] de macht van de Heilige Geest het tot het hart der mensenkinderen [voert]’ (2 Nephi 33:1). Zelf kunnen de zendelingen iemand niet de zegeningen van een getuigenis en bekering geven, hoe deskundig of ervaren ze ook zijn. Alleen de Heilige Geest kan ware bekering teweegbrengen. Wanneer onderzoekers de Geest in zich voelen werken, of wanneer ze aanwijzingen van de liefde en genade van de Heer zien, worden ze geestelijk opgebouwd en versterkt, neemt hun geloof in Jezus Christus toe, en is de kans groter dat ze zich bekeren.

Voorbereiding

Lesideeën

Lesgeven met de Geest

Leg uit dat president Brigham Young ooit over zijn bekering tot het evangelie heeft verteld en over de zendeling die hem had geholpen om een getuigenis te krijgen. Laat de video ‘A Man without Eloquence’ (6:06) zien. Laat de cursisten opletten hoe de Geest president Brigham Young inspireerde en hem tot bekering leidde.

Stel na afloop van de video de volgende vragen:

  • Waarom werd Brigham Young zo sterk beïnvloed door het getuigenis van deze nederige man?

  • Welke beginselen aangaande onderwijzen met de Geest kunnen we van de ervaring van Brigham Young leren? (De cursisten kunnen deze beginselen noemen: Met de Geest onderwijzen kan tot de bekering van anderen leiden. Als we met de Geest onderwijzen, moeten we oprecht zijn en vanuit ons hart spreken. We moeten ook nederig zijn. [Zie LV 136:33].)

Geef de cursisten even de tijd om Leer en Verbonden 42:14; 50:13–14 en 17–23 te bestuderen, en de instructies van de Heer op te zoeken aan hen die zijn evangelie verkondigen. Vraag dan:

  • Welke beginselen van evangelieonderwijs staan er in deze openbaringen? (De cursisten kunnen verscheidene juiste antwoorden geven. Mogelijke antwoorden kunnen dit beginsel bevatten: De Heer heeft geboden dat het evangelie alleen door de Geest mag worden verkondigd.)

  • Wat gebeurt er volgens Leer en Verbonden 50:22 als een zendeling met de Geest onderwijst? (Zowel de zendeling als de onderzoeker begrijpen ‘elkaar en beiden worden opgebouwd en verblijden zich tezamen.’ Verduidelijk dat onderwijzen met de Geest alleen kan plaatsvinden als de Heilige Geest aanwezig is en door de leerkracht, de leerling of allebei wordt gevoeld. U kunt dit beginsel op het bord zetten.)

Herinner de cursisten eraan dat de aanwezigheid van de Geest niet altijd gepaard gaat met emotie en tranen. Zo nodig kunt u de volgende woorden van president Howard W. Hunter voorlezen:

Afbeelding
President Howard W. Hunter

‘Ik spreek een woord van waarschuwing uit over dit onderwerp. […] Het vervult mij met zorg als ik het gevoel krijg dat sterke emoties of stromende tranen gelijk worden gesteld met de aanwezigheid van de Geest. Uiteraard kan de Geest van de Heer sterke emoties teweegbrengen, met de nodige tranen, maar we mogen die uiterlijke manifestatie niet met de invloed van de Geest verwarren.

‘Ik heb door de jaren heen zeer veel van mijn broeders gadegeslagen en wij hebben samen enkele uitzonderlijke en onuitsprekelijke geestelijke ervaringen gehad. Die ervaringen waren allemaal verschillend, elk op een unieke manier bijzonder, en dergelijke heilige momenten gaan soms wel en soms niet met tranen gepaard. Heel vaak is dat wel het geval, maar soms gaan ze met een volledige stilte gepaard. Soms gaan ze met vreugde gepaard. Ze gaan echter altijd met een grote manifestatie van de waarheid, met een openbaring aan het hart gepaard.’ (‘Eternal Investments’ [toespraak voor leerkrachten van de kerkelijke onderwijsinstellingen, 10 februari 1989], 3; si.lds.org.)

Om de cursisten een beter begrip bij te brengen van de manier waarop de Heilige Geest leerkrachten en leerlingen kan beïnvloeden, zet u de volgende tekstverwijzingen op het bord, of geeft u ze aan de cursisten op een uitreikblad. (Opmerking: geef de cursisten alleen de verwijzingen; het materiaal tussen haakjes is voor de leerkracht bestemd):

Geef de cursisten de opdracht om deze teksten in koppels te bestuderen. Laat een van de cursisten in elk koppel opzoeken hoe de Heilige Geest een leerkracht kan beïnvloeden. Laat de andere cursist opzoeken hoe de Heilige Geest de persoon kan beïnvloeden die onderwezen wordt. Laat ze dan met elkaar bespreken wat ze geleerd hebben. Als elk koppel voldoende tijd heeft gehad om te bespreken wat ze geleerd hebben, stelt u vragen als de volgende om ze te laten analyseren wat ze geleerd hebben:

  • Hoe beïnvloedt de Geest leerkrachten volgens de teksten die je bestudeerd hebt? (Terwijl de cursisten antwoorden, kunt u ze vragen in welke passages ze hun antwoorden gevonden hebben.)

  • Hoe beïnvloedt de Geest anderen om zich tot het evangelie van Jezus Christus te bekeren?

  • Waarom is het volgens deze teksten belangrijk dat zendelingen met de Geest onderwijzen?

De Geest uitnodigen als u lesgeeft

Leg uit dat er in Predik mijn evangelie verscheidene gedeelten staan waarin wordt uitgelegd hoe zendelingen de Heilige Geest kunnen uitnodigen als ze lesgeven. Deel de klas op in groepjes van maximaal vier cursisten. Geef elk groepje een van de volgende gedeelten in Predik mijn evangelie:

  1. ‘Met de les beginnen’, pagina 190–191 (zonder de oefening)

  2. ‘Pas uw onderwijs aan de behoeften aan’, pagina 192 (zonder de oefening en de Schriftstudie)

  3. ‘Onderwijs dat begrip kweekt’, pagina 192 (zonder de oefening en de Schriftstudie)

  4. ‘Luisteren’, pagina 200–201 (zonder de oefening)

Zet de volgende instructies op het bord zodat de groepjes weten wat ze moeten doen:

Lees jullie gedeelte van Predik mijn evangelie.

Bespreek in je groep welke beginselen erin staan waarmee zendelingen beter kunnen onderwijzen en de Geest bij zich kunnen hebben.

Als ze voldoende tijd hebben gehad, laat u een cursist uit elke groep samenvatten hoe de vaardigheid die zij bestudeerd hebben ertoe kan bijdragen dat een zendeling met de Heilige Geest kan onderwijzen. Laat een cursist de belangrijke punten op het bord samenvatten. Terwijl de groepen hun ideeën samenvatten, kunt u de volgende vragen stellen:

  • In welk opzicht wordt de Heilige Geest in een les uitgenodigd als de les op de juiste wijze wordt begonnen?

  • In welk opzicht wordt de Heilige Geest uitgenodigd als de evangelieboodschap eenvoudig aan een onderzoeker wordt uitgelegd?

  • In welke opzichten wordt de Heilige Geest uitgenodigd als de les op de behoeften van de onderzoeker wordt afgestemd?

  • Hoe kunnen zendelingen met de Geest onderwijzen als ze luisteren naar wat een onderzoeker te zeggen heeft?

Om ervoor te zorgen dat de cursisten begrijpen wat enkele van de bovenstaande onderwijsvaardigheden inhouden, laat u de video ‘Teach People, Not Lessons: Jynx’ (6:34) zien. Laat de cursisten bewijzen opzoeken dat de zendelingen met de Geest onderwezen. De cursisten kunnen specifiek letten op de manier waarop de zendelingen de vaardigheden gebruikten die de klas in Predik mijn evangelie heeft bestudeerd, en hoe door het gebruik van deze vaardigheden de Geest werd uitgenodigd.

Bespreek na afloop van de video het volgende:

  • Wat deden de zendelingen waardoor ze met de Geest konden onderwijzen?

  • Waaruit blijkt dat Jynx met de Geest leerde?

Voordat u verder gaat, geeft u de cursisten even de tijd om een antwoord op de volgende vraag te noteren:

  • Hoe ga je de beginselen toepassen die we tot zover in deze les hebben behandeld?

Ertoe bijdragen dat onderzoekers de Geest herkennen

Laat enkele cursisten om de beurt een alinea voorlezen uit het gedeelte ‘De macht van de Heilige Geest in bekering’ op pagina 98–99 van Predik mijn evangelie (zonder de oefening en de Schriftstudie). Laar de rest van de klas meelezen en zinsneden markeren waarin wordt beschreven wat een onderzoeker moet voelen om tot bekering te kunnen komen. Vraag dan:

  • Wat moeten onderzoekers voelen om tot bekering te kunnen komen? Zorg ervoor dat de cursisten het volgende beginsel begrijpen: Als onderzoekers de Geest voelen, zijn ze eerder geneigd om zich tot het evangelie van Jezus Christus te bekeren.)

  • Hoe kun je merken of een onderzoeker de invloed van de Heilige Geest voelt? (Mogelijke antwoorden: de zendeling voelt de Heilige Geest; de onderzoeker stelt oprecht vragen, wil meer leren en is bereid om bepaalde toezeggingen te doen; er is begrip, een gevoel van vreugde en een verbondenheid met God; en er is een sterkere vriendschapsband tussen de zendeling en de onderzoeker.)

  • Ouderling M. Russell Ballard heeft gezegd: ‘Ervaringen met de Geest volgen vanzelf als iemand bereid is het woord te beproeven.’ (‘Now Is the Time’, Ensign, november 2000, 75.) Hoe kan een zendeling een onderzoeker aanmoedigen om het woord te beproeven?

Leg uit dat het een van de moeilijkste taken van een zendeling is om ertoe bij te dragen dat onderzoekers de influisteringen van de Heilige Geest herkennen en ze vervolgens te helpen iets met die gedachten en gevoelens te doen. Door inspiratie van de Heilige Geest kunnen zendelingen te weten komen wat voor geestelijke influisteringen een onderzoeker nodig heeft om zich te bekeren. Ook kunnen ze een omgeving creëren waarin die influisteringen ontvangen kunnen worden.

Om te laten zien hoe dat gedaan kan worden, laat u de video ‘Teaching about the Holy Ghost and Prayer: John’ (5:00) zien. Laat de cursisten opletten hoe de zendelingen ertoe bijdroegen dat John de Geest herkende.

Na de video stelt u de volgende vragen:

  • Hoe droegen de zendelingen ertoe bij dat John de Geest herkende?

  • Wat deden de zendelingen om ertoe bij te dragen dat John begreep hoe hij antwoorden van de Heer kon ontvangen?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 11:12 lezen. Laat ze vervolgens in koppels de volgende vraag bespreken:

  • Als een onderzoeker je zou vragen hoe de Heilige Geest aanvoelt, hoe kun je die vraag dan met behulp van Leer en Verbonden 11:12 beantwoorden?

Aan de ingevingen van de Geest gehoor geven

Laat het volgende citaat zien en laat een cursist het voorlezen:

Afbeelding
Ouderling Richard G. Scott

‘Communicatie met onze Vader in de hemel is geen kleinigheid. Het is een heilig voorrecht. Het is gebaseerd op eeuwige, onveranderlijke beginselen. We ontvangen hulp van onze Vader in de hemel als reactie op ons geloof, onze gehoorzaamheid, en een goed gebruik van onze keuzevrijheid.’ (Richard G. Scott, ‘Hoe u voor uzelf openbaring en inspiratie ontvangt’, Liahona, mei 2012, 47.)

Vraag dan:

  • Hoe kan de communicatie met onze hemelse Vader een kleinigheid gaan lijken? Hoe kunnen we onze gebeden zinvoller maken?

  • Wat vind je ervan dat ‘[we hulp ontvangen] van onze Vader in de hemel als reactie op ons geloof, onze gehoorzaamheid, en een goed gebruik van onze keuzevrijheid’? (Hoewel de cursisten verschillende woorden zullen gebruiken, zullen ze waarschijnlijk dit beginsel noemen: We ontvangen hulp van onze Vader in de hemel als we ons best doen om ons geloof, onze gehoorzaamheid, en een goed gebruik van onze keuzevrijheid te vergroten. Zet dit beginsel op het bord.)

Om de cursisten een beter begrip van dit beginsel bij te brengen, laat u de volgende twee citaten van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen zien, en laat u een cursist ze voorlezen:

Afbeelding
President Boyd K. Packer

‘Deze stem van de geest spreekt zachtjes en zet ons ertoe aan om iets te doen of te zeggen, of om ons te waarschuwen.

‘Als we die influisteringen negeren of overtreden, zal de Geest ons verlaten. Het is onze keuze — onze keuzevrijheid.’ (‘Personal Revelation: The Gift, the Test, and the Promise’, Ensign, november 1994, 60.)

Afbeelding
President Boyd K. Packer

‘De Geest vraagt niet om onze aandacht door te schreeuwen of ons hard door elkaar te schudden. In plaats daarvan fluistert Hij. Hij raakt ons zo zacht aan dat we Hem misschien niet eens voelen als we door andere zaken in beslag worden genomen. […]

‘Soms oefent de Geest net voldoende druk uit om onze aandacht te trekken. Maar meestal zal de Geest Zich terugtrekken als we niet openstaan voor die zachte influistering.’ (‘The Candle of the Lord’, Ensign, januari 1983, 53.)

  • Wat kunnen we van deze leringen van president Packer leren?

  • Aangezien de Heilige Geest zachtjes spreekt, waardoor is het dan moeilijk om de Geest in de hedendaagse wereld te horen?

Als de cursisten antwoorden, zorg er dan voor dat u ook bespreekt dat het overmatige gebruik van elektronica het soms moeilijk maakt om de Geest te herkennen. (Voor meer over dit onderwerp, zie ouderling M. Russell Ballard, ‘Wees stil en weet dat ik God ben’ [CES-haardvuuravond voor jongvolwassenen, 4 mei 2014].)

Vervolgens kunt u de volgende uitspraak voorlezen van ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen:

Afbeelding
Ouderling Richard G. Scott

Ootmoed is een basisvoorwaarde van geestelijke kennis. Wie ootmoedig is, staat open voor onderwijs. Wie ootmoedig is, kan door de Geest onderwezen worden uit door de Heer geïnspireerde bronnen zoals de Schriften. De zaden van persoonlijke groei en geestelijk begrip ontkiemen en gedijen in de vruchtbare grond van de ootmoed. De vrucht van die zaden is geestelijke kennis die iemand tot leiding kan strekken in dit leven en in het hiernamaals.

‘Een hoogmoedige kan de dingen van de Geest niet te weten komen. Die waarheid zette Paulus als volgt uiteen:

‘Zo kent ook niemand de dingen van God dan de Geest van God. […]

‘“Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden” (1 Korinthe 2:11, 14).’ (‘Acquiring Spiritual Knowledge’, Ensign, november 1993, 87.)

  • Wat voor rol speelt ootmoed in onze vaardigheid om de influisteringen van de Geest te ontvangen en te herkennen?

  • Zijn jullie weleens door de Geest geleid? Wat voor gevoel was dat? Hoe wist je dat het de Geest was? (Zie Moroni 7:13.)

Als er nog tijd voor is, deelt u de klas in tweeën. Leg uit dat de cursisten twee Schriftuurlijke praktijkgevallen gaan bestuderen om te zien hoe de Geest van de Heer het werk van zijn dienstknechten leidt. Laat de ene helft van de klas Handelingen 4:5–13 bestuderen. Zeg tegen deze helft van de klas dat Petrus en Johannes in Handelingen 3 een man genazen. In Handelingen 4 werden ze gearresteerd en door de Joodse leiders ondervraagd aangaande de genezing. Laat de andere helft van de klas Handelingen 16:6–15 bestuderen. Vertel deze helft van de klas dat deze verzen over een van de zendingsreizen van Paulus gaan. Laat beide helften van de klas opzoeken hoe de Heilige Geest zowel Petrus als Paulus met de prediking van het evangelie hielp. Na voldoende tijd laat u de cursisten verslag uitbrengen over de manier waarop de Heilige Geest Petrus en Paulus leidde. Vraag dan:

  • Hoe gebruikten Petrus en Paulus hun keuzevrijheid om gehoor te geven aan de Geest?

  • Waaruit blijkt dat Petrus en Paulus gehoor gaven aan de Geest?

  • Wat gebeurde er met Petrus in Handelingen 4 en met Paulus in Handelingen 16 omdat ze gehoor hadden gegeven aan de Geest?

  • In welke opzichten zijn jullie gezegend omdat je gehoor hebt gegeven aan de invloed van de Geest?

Moedig de cursisten tot slot aan om te getuigen hoe de Heer hen door zijn Geest heeft gezegend. Laat ze zich afvragen hoe leren door de Geest hun verlangen heeft aangewakkerd om anderen uit te nodigen tot Christus te komen. Verzeker ze dat als ze de Geest in hun dagelijks leven uitnodigen, ze ook beter met de Geest kunnen onderwijzen.

Uitnodigingen om te handelen

Moedig de cursisten aan zich voor te bereiden om anderen met de Geest in het evangelie te onderwijzen door een of meer van de volgende aanbevolen activiteiten te doen:

  • Bekijk enkele afleveringen van The District (te vinden op LDS.org) tijdens je voorbereiding op een zending.

  • Oefen verschillende manieren om met een les te beginnen aan de hand van enkele van de krachtige zinsneden in Predik mijn evangelie, pagina 191.

  • Bid over iemand die je in het evangelie zou willen versterken. Bid over een evangelieboodschap die je met die persoon zou kunnen bespreken. Geef de boodschap en je getuigenis, persoonlijk of via sociale media.