Instituut
Les 12: Belangstellenden zoeken


12

Belangstellenden zoeken

Inleiding

Zendelingen kunnen het evangelie pas verkondigen als ze iemand gevonden hebben om te onderwijzen. Mensen vinden, vergt geloof — geloof om met mensen over het evangelie van Jezus Christus te praten, geloof om leermomenten te herkennen, en geloof dat God ze naar mensen zal leiden die naar ze willen luisteren. De doeltreffendste manier om belangstellenden te vinden, is via de leden van de kerk. Alle leden van de kerk, waaronder toekomstige zendelingen, hebben de verantwoordelijkheid om mensen te vinden die klaar zijn om het herstelde evangelie te aanvaarden. Jonge mensen kunnen zich op een voltijdzending voorbereiden door nu al het evangelie te verkondigen, persoonlijk en met behulp van online hulpmiddelen.

Voorbereiding

Lesideeën

Het geloof ontwikkelen om belangstellenden te vinden

Leg uit dat president Wilford Woodruff vlak na zijn ordening tot apostel naar Engeland op zending ging. Toon het volgende verslag en laat enkele cursisten om de beurt een alinea ervan voorlezen om duidelijk te maken hoe belangrijk het is om de hulp van de Heer in te roepen als we op zoek zijn naar mensen die we kunnen onderwijzen. Laat de cursisten opletten wat ouderling Woodruff deed om belangstellenden te vinden:

Afbeelding
President Wilford Woodruff

‘Ouderling Woodruff vroeg de Heer […] in gebed waar hij heen moest gaan. Hij vertelde later: “Daar ik geloofde dat het mijn voorrecht en plicht was om de wil van de Heer over dit onderwerp te weten te komen, vroeg ik mijn hemelse Vader in de naam van Jezus Christus om mij te vertellen wat zijn wil aangaande deze kwestie was. En toen ik dat vroeg, gaf de Heer mij antwoord. Hij toonde mij dat het zijn wil was dat ik onmiddellijk naar het zuiden van Engeland ging. Ik sprak hier met ouderling William Benbow over, want hij had in Herefordshire gewoond en had vrienden die daar nog steeds woonden. Hij wilde erg graag dat ik dat deel van het land bezocht en bood vriendelijk aan om mij naar het huis van zijn broer te vergezellen en mijn reiskosten te betalen, wat ik graag accepteerde.”

‘Op 4 maart 1840 arriveerden ouderling Woodruff en William Benbow ten huize van Williams broer John. “Ik was nog geen uur in zijn huis,” zei president Woodruff, “toen ik al wist waarom de Heer me daarheen had gestuurd. […] Ik vond er een groep mannen en vrouwen, ongeveer zeshonderd in getal, die zich hadden verenigd onder de naam United Brethren en zich inzetten voor de orde zoals die vanouds bestond. Zij wilden het evangelie zoals de profeten en apostelen dat verkondigden, net als ik toen ik jong was.”

‘John Benbow en zijn familie en vrienden hadden zich door ijverige bijbelstudie voorbereid om het herstelde evangelie te ontvangen.

‘De familie Benbow aanvaardde de boodschap van de herstelling al snel, en William keerde terug naar Staffordshire “na het blijde voorrecht te hebben genoten om te zien hoe zijn broer, John Benbow, en zijn gezinsleden […] in het nieuw en eeuwig verbond gedoopt werden.” Ouderling Woodruff bleef ongeveer acht maanden in die omgeving. Later zei hij daarover: “De eerste dertig dagen na aankomst in Herefordshire doopte ik vijfenveertig predikanten en enkele honderden leden. […] In ongeveer acht maanden tijd hadden we tweeduizend dopelingen.”

‘President Woodruff heeft later het volgende over deze ervaring gezegd: “Uit de hele geschiedenis van deze zending in Herefordshire blijkt hoe belangrijk het is om te luisteren naar de stille, zachte stem van God, en naar de openbaringen van de Heilige Geest. De Heer had daar mensen voorbereid op het evangelie. Zij baden om licht en waarheid, en toen stuurde de Heer mij naar hen.”’ (Leringen van kerkpresidenten: Wilford Woodruff [2004], 93–94.)

Vraag de cursisten:

  • Hoe bepaalde ouderling Woodruff waar hij mensen kon vinden die klaar waren om het herstelde evangelie te aanvaarden?

  • Hoe hielp de Heer ouderling Woodruff? (U kunt erop wijzen dat de Heer ouderling Woodruff niet alleen inspireerde om naar het zuiden van Engeland te gaan, maar dat hij ouderling Woodruff ook in de gelegenheid stelde om op de boerderij van John Benbow het evangelie te verkondigen aan honderden mannen en vrouwen die waren voorbereid om het herstelde evangelie te ontvangen.)

  • Welk beginsel over het vinden van belangstellenden komt in het verhaal van ouderling Woodruff tot uitdrukking? (U kunt de antwoorden van de cursisten samenvatten door het volgende beginsel op het bord te zetten: De Heer kan ons helpen om mensen te vinden die zijn voorbereid om het evangelie te aanvaarden. Maar dan moeten we om hulp bidden, naar de Geest luisteren en in geloof handelen.)

Laat de cursisten pagina 169 van Predik mijn evangelie opslaan. Vraag een cursist om de eerste alinea onder het kopje ‘Het geloof ontwikkelen om mensen te vinden’ voor te lezen. Vraag dan:

  • In welke opzichten word je door de kennis dat ‘de Heer mensen voorbereidt om [jou] en de boodschap van het herstelde evangelie te ontvangen’, gemotiveerd om je op een zending voor te bereiden?

Laat de cursisten de volgende alinea op pagina 169–170 van Predik mijn evangelie doorlezen, onder het kopje ‘Het gezin van God’. Vraag dan:

  • In welke opzichten worden je gevoelens betreffende het vinden van belangstellenden beïnvloed door de leer dat alle mensen deel van Gods gezin uitmaken?

  • Waar bad Alma in Alma 31:34–35 om toen hij zich voorbereidde om tot de Zoramieten te prediken?

  • Wat kunnen wij van Alma’s gebed leren?

Laat de video ‘Developing the Faith to Find’ (2:55) zien, en laat de cursisten op ideeën letten om belangstellenden te vinden. U kunt de cursisten aanmoedigen om op te schrijven wat ze leren.

Vraag:

  • Wat voor ideeën over het vinden van belangstellenden komen in deze video tot uitdrukking? (De cursisten noemen wellicht iets in de trant van: Zendelingen moeten om mogelijkheden bidden, anderen liefhebben en hen beschouwen zoals God ze beschouwt, en bedenken dat de Heer zijn kinderen voorbereidt om het evangelie te ontvangen door de zendelingen naar hen toe te leiden. Omdat God zijn kinderen liefheeft, wil Hij dat iedereen de kans krijgt om het evangelie te horen en te aanvaarden.)

  • Waarom moeten we gehoor geven aan ingevingen om met anderen te praten en ze uit te nodigen iets over het evangelie te weten te komen?

Laat de cursisten de drie alinea’s onder het kopje ‘Zoeken, “die u willen ontvangen”’ op pagina 170 van Predik mijn evangelie doorlezen. Vraag dan:

  • Wat voor problemen kunnen we tegenkomen als we belangstellenden proberen te vinden? (We weten meestal niet wie bereid is het evangelie te aanvaarden. Mensen herkennen ons wellicht niet meteen als dienstknechten van de Heer. Ze weten soms zelf niet dat ze op zoek zijn naar het herstelde evangelie.)

  • Hoe helpt de Heer ons als wij op zoek zijn naar belangstellenden? (Hij stuurt de Heilige Geest om ons te leiden.)

  • Wat zou de Heer van zendelingen verwachten als ze niet onmiddellijk het resultaat zien van hun pogingen om belangstellenden te vinden?

Als er cursisten in de klas zitten die later lid van de kerk zijn geworden, kunt u ze vragen hoe ze in contact zijn gekomen met de kerk en hoe ze te weten zijn gekomen dat de zendelingen hun de waarheid vertelden. Als er geen bekeerlingen in de klas zitten, laat u de cursisten aan een bekeerling denken die zij goed kennen. U kunt ze laten vertellen hoe die persoon de waarheid heeft leren kennen.

Het belang van zendingswerk door de leden

Laat de volgende uitspraak van president Thomas S. Monson zien en laat een cursist die voorlezen:

Afbeelding
President Thomas S. Monson

‘De tijd is nu aangebroken voor de leden en zendelingen om de handen ineen te slaan en in de wijngaard van de Heer te werken en zielen tot Hem te brengen. Hij heeft ons de middelen gegeven om op talloze manieren zendingswerk te doen, en Hij zal onze inzet zegenen als wij in geloof zijn werk uitvoeren.’ (‘Geloof in het heilswerk’ [toespraak tijdens een wereldwijde satellietuitzending voor leidinggevenden, 23 juni 2013].)

U kunt de cursisten vragen zoals de volgende stellen:

  • Waarom is het belangrijk dat wij beseffen dat een profeet van God ons gevraagd heeft om een zendingsactief lid te zijn? (U kunt eventueel Leer en Verbonden 88:81 bespreken, waarin staat vermeld wat de Heer verwacht van de mensen die het evangelie hebben aanvaard.)

  • Waarom zou president Monson hebben gezegd dat ‘de tijd nu [is] aangebroken’ dat de leden en zendelingen gaan samenwerken?

Laat de cursisten vervolgens pagina 175 in Predik mijn evangelie opslaan. Vraag drie cursisten om de eerste drie alinea’s onder het kopje ‘Het belang van de leden’ voor te lezen. Vraag dan:

  • Wat kan het resultaat zijn als de leden en zendelingen samenwerken om het evangelie te verkondigen? (De antwoorden van de cursisten kunnen dit beginsel omvatten: Als de leden anderen uitnodigen om de lessen van de zendelingen te volgen, en bij die lessen aanwezig zijn, zullen meer mensen zich laten dopen en actief in de kerk blijven.)

Laat de video ‘The Lord of the Harvest: The Adams Family’ (4:41) zien, en laat de cursisten opletten wat de leden van de kerk deden om ertoe bij te dragen dat de familie Adams de zegeningen van het evangelie ontving.

Vraag:

  • Wat deden ze onder andere om ertoe bij te dragen dat de familie Adams de zegeningen van het evangelie ontving?

  • Waardoor zouden de mensen in de video gemotiveerd zijn geweest om de familie Adams over het evangelie te vertellen?

Laat enkele cursisten de twee alinea’s in het gedeelte ‘Geen verspilde inspanning’ op pagina 185 van Predik mijn evangelie voorlezen. Overweeg dan vragen als de volgende te stellen:

  • Waarom is het geen verspilde inspanning als mensen de uitnodiging niet aanvaarden om het herstelde evangelie te onderzoeken?

  • Hoe kan een zendeling positief blijven als mensen het evangelie niet willen onderzoeken?

Vraag de cursisten wat zij weleens hebben gedaan om aan het zendingswerk deel te nemen. Laat ze uitleggen hoe ze zich voelden toen ze probeerden anderen over het evangelie te vertellen.

Aan het zendingswerk deelnemen

Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord. Laat elk van de cursisten een van die passages doorlezen en de zegeningen opzoeken die beloofd worden aan hen die zendingswerk verrichten.

LV 18:10, 14–16

LV 33:6–11

LV 100:5–6

Als de cursisten even de tijd hebben gehad om de passage door te lezen, laat u ze uitleggen wat ze hebben gelezen en in welke opzichten de beloofde zegeningen hen kunnen motiveren om mensen te vinden die naar de boodschap van het evangelie willen luisteren. Moedig alle cursisten aan om aan deze bespreking deel te nemen. U kunt de reacties naast de desbetreffende teksten op het bord zetten.

U kunt ook het volgende beginsel op het bord zetten: Als zendingsactieve leden kunnen we nu al beginnen om mensen te vinden die naar de boodschap van het evangelie willen luisteren.

Om de cursisten beter te laten begrijpen hoe ze aan het zendingswerk kunnen deelnemen, laat u een cursist het volgende citaat van ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen: Laat de klas opletten hoe ze het zelfvertrouwen en de moed kunnen opbrengen om anderen te benaderen:

Afbeelding
Ouderling M. Russell Ballard

‘Broeders en zusters, angst zal plaatsmaken voor geloof en vertrouwen als leden en voltijdzendelingen in gebed neerknielen en de Heer om mogelijkheden tot zendingswerk vragen. Vervolgens moeten we ons geloof tonen en zoeken naar mogelijkheden om het evangelie van Jezus Christus aan de kinderen van onze hemelse Vader te verkondigen. Dan zullen die mogelijkheden zeker komen. Deze kansen zullen nooit een geforceerde of onnatuurlijke reactie van u vereisen. Ze zullen het natuurlijke gevolg zijn van onze liefde voor onze broeders en zusters. Wees gewoon positief ingesteld, dan zullen de mensen die u spreekt uw liefde voelen. Dat gevoel zullen ze nooit vergeten, al zijn ze op dat ogenblik misschien nog niet klaar om het evangelie te aanvaarden. Dat kan in de toekomst ook veranderen als hun omstandigheden veranderen.

‘We kunnen niet mislukken als we ons best doen in dienst van de Heer. Hoewel iemands keuzevrijheid het resultaat bepaalt, is het onze taak om het evangelie te verkondigen.

‘Vertrouw op de Heer. Hij is de goede Herder. Hij kent zijn schapen en zijn schapen kennen zijn stem; en in deze tijd is de stem van de goede Herder uw stem en mijn stem. En als we niet ijverig werkzaam zijn, zullen velen die naar de boodschap van de herstelling zouden luisteren, de kans niet krijgen. Het hangt eenvoudigweg af van ons geloof en onze inspanningen. De beginselen zijn vrij eenvoudig — bid, zowel individueel als in gezinsverband, om mogelijkheden tot zendingswerk. […]

‘U hoeft niet vlot of een welbespraakte, overtuigende onderwijzer te zijn. Als u liefde en hoop hebt, belooft de Heer u dat als u “uw stem tot dit volk [verheft en] de gedachten die [Hij] in uw hart zal leggen [uitspreekt], […] u niet [zult] worden beschaamd tegenover de mensen.

‘“[En] het zal u […] op het moment zelf worden ingegeven, wat gij zult zeggen” (LV 100:5–6).’ (“Vertrouw op de Heer”, Liahona, november 2013, 44.)

Vraag:

  • Hoe kunnen de leden volgens ouderling Ballard meer zelfvertrouwen krijgen om anderen over het evangelie te vertellen?

  • In welke opzichten is het vinden van belangstellenden een geloofskwestie?

Geef de cursisten even de tijd om de lijst met ‘ideeën’ op pagina 171 in Predik mijn evangelie door te nemen en specifieke manieren op te zoeken waarop leden aan het zendingswerk kunnen deelnemen. Laat de cursisten een of twee ideeën uitkiezen die zij nu al kunnen gebruiken om aan het zendingswerk deel te nemen. Vraag dan:

  • Welke van deze ideeën kun je nu al gebruiken om anderen uit te nodigen naar de boodschap van het evangelie te luisteren?

  • Waarom zouden sommige leden terughoudend zijn om anderen op de manieren in deze lijst te benaderen?

Geef de cursisten enkele minuten de tijd om op te schrijven wat ze gaan doen om mensen te vinden die door de zendelingen onderwezen willen worden. Leg uit dat hun plannen effectiever zullen zijn als ze de namen van vrienden en familieleden opschrijven met wie ze over het evangelie kunnen praten. Moedig ze ook aan het volgende te doen: geregeld in gebed om mogelijkheden tot zendingswerk vragen, met andere mensen over evangelieonderwerpen praten, anderen uitnodigen om naar de kerk of activiteiten te komen, anderen uitnodigen om les van de zendelingen te krijgen, anderen uitnodigen het Boek van Mormon te lezen enzovoorts. Als de Geest u daartoe aanzet, kunt u enkele cursisten uitnodigen om iets over hun plannen te vertellen.

Alle hulpmiddelen gebruiken die God heeft toebereid

Laat een cursist de volgende uitspraak voorlezen van ouderling L. Tom Perry (1922–2015) van het Quorum der Twaalf Apostelen. Laat ze opletten in welke opzichten het vinden van belangstellenden verandert:

Afbeelding
Ouderling L. Tom Perry

‘Toen ik een jonge zendeling was, konden we op straat mensen aanspreken en langs de deuren gaan om het evangelie te verkondigen. De wereld is sindsdien echter veranderd. Nu hebben veel mensen een druk leven. Ze haasten zich van hot naar her en zijn vaak minder bereid om onuitgenodigde volslagen vreemden met hun boodschap van het herstelde evangelie binnen te laten. De voornaamste manier waarop zij contact onderhouden met anderen, zelfs met hun naaste vrienden, is via het internet. De aard van het zendingswerk moet wel veranderen als de Heer zijn werk van de vergadering van Israël “van de vier einden der aarde” [2 Nephi 21:12] wil volbrengen. De zendelingen hebben nu toestemming om voor hun werk gebruik te maken van het internet. […]

Nu zendelingen dit nieuwe tijdperk ingaan, waarin ze computers gebruiken om het werk van de Heer te doen, nodigen wij jong en oud — volwassenen, jongvolwassenen, jongeren en kinderen — overal uit om samen met ons […] online de evangelieboodschap te verbreiden. […]

‘Net zoals de zendelingen zich moeten aanpassen aan een veranderende wereld, moeten de leden anders gaan denken over hun eigen zendingswerk. Nu ik dit zeg, wil ik wel duidelijk maken dat wat we de leden vragen niet is veranderd. Maar we moeten wel de manier aanpassen waarop we onze persoonlijke taak vervullen om anderen over het evangelie te vertellen.’ (‘Zendingswerk in het digitale tijdperk’, [toespraak tijdens een wereldwijde satellietuitzending voor leidinggevenden, 23 juni 2013.)

Vraag:

  • Waarom moeten leden en zendelingen volgens ouderling Perry online hulpmiddelen gebruiken om het evangelie te verkondigen? Wat zijn de voordelen van deze hulpmiddelen?

  • Wat zijn enkele online hulpmiddelen die we kunnen gebruiken om ons getuigenis van het evangelie te geven en anderen uit te nodigen?

  • Wat zijn enkele manieren waarop we deze hulpmiddelen kunnen gebruiken om het evangelie te verkondigen? (Door deze bespreking gaan de cursisten het beginsel herkennen dat volgelingen van Christus moderne technologie kunnen gebruiken om aan mensen over de hele wereld hun getuigenis te geven.)

Laat de volgende richtlijnen van LDS.org zien, en laat een cursist de eerste alinea voorlezen. Laat vervolgens andere cursisten de lijst met richtlijnen voor het gebruik van sociale media voorlezen. Vraag de cursisten in welke opzichten deze informatie nuttig is om het evangelie beter online te verkondigen.

‘Sociale media kunnen een krachtige invloed hebben op hen die ze gebruiken. Ze kunnen manieren verschaffen om ons geloof in Jezus Christus te uiten en relaties te versterken. De kerk moedigt het gebruik van sociale media aan voor zover het de zending van de kerk steunt, relaties verbetert, en openbaring onder de kinderen van onze hemelse Vader bevordert. De leden van de kerk worden aangemoedigd om altijd en overal een voorbeeld van hun geloof te zijn, ook als ze door middel van sociale media deelnemen aan wereldwijde gesprekken. […]

‘Hieronder volgen enkele suggesties voor ons gebruik van sociale media: […]

‘Wees beschaafd in uw online omgang met anderen. De leringen van de kerk vereisen dat leden anderen met respect behandelen, ongeacht de omstandigheden.

‘Getuig van het herstelde evangelie als u daar door de Geest toe wordt geleid. Dergelijke boodschappen zijn persoonlijk. Wek niet de indruk dat u uit naam van de kerk spreekt, en vorm geen groepen die de indruk wekken dat ze de kerk vertegenwoordigen of door de kerk gesteund worden.

‘Geef in uw online omgang met anderen altijd een goed voorbeeld als volgeling van Christus. Uw positieve voorbeeld kan de persoon met wie u communiceert beïnvloeden. Het is verstandig om contact te vermijden met mensen die voortdurend anderen neerhalen en met mensen die ongepast materiaal plaatsen. […]

‘Gebruik uw gezonde verstand als u iets op sociale media plaatst. Er is geen “verwijderknop” op het internet. Alles wat u daar plaatst, kan jarenlang blijven staan, en kan nadelig zijn als u op een baan solliciteert, aan een universiteit wilt studeren, of in andere omstandigheden waarbij uw internetgebruik wordt geraadpleegd. Zorg ervoor dat uw communicaties overeenkomen met uw toewijding om de naam van de Heiland op u te nemen.’ (Zie ‘Social Media Helps for Members’, LDS.org.)

Vraag de cursisten waarom de ideeën op deze lijst belangrijk voor ze kunnen zijn als ze online met anderen over het evangelie communiceren.

Als er nog genoeg tijd is, kunt u een cursist laten zien hoe je video’s en ander materiaal met gebruik van sociale media op LDS.org of mormon.org kunt plaatsen. U kunt een andere cursist laten zien hoe je een profiel op Mormon.org kunt aanmaken.

U kunt de video ‘Sharing your beliefs’ (2:02) laten zien om de cursisten meer vertrouwen te geven in hun vermogen om met technologie anderen over hun gevoelens en getuigenis van het evangelie te vertellen. Voordat u de video laat zien, vraagt u de cursisten om op de invloed te letten die iemand kan hebben als hij of zij technologie gebruikt om anderen over zijn of haar gevoelens aangaande het evangelie te vertellen.

Na de video vraagt u:

  • Hoe kan technologie bijdragen aan de inspanningen van de leden die het verlangen hebben om de boodschap van het evangelie te verkondigen?

Vraag de cursisten hoe zij technologie kunnen gebruiken om hun getuigenis aan anderen te geven. Geef tot slot uw getuigenis van de leerstellingen en beginselen die in de les aan de orde kwamen.

Uitnodigingen om te handelen

Moedig de cursisten aan om nu al mensen te vinden die bereid zijn naar de evangelieboodschap te luisteren door een of meer van de volgende aanbevolen activiteiten te doen:

  • De lijst voltooien met wat je gaat doen om mensen te vinden die door de zendelingen onderwezen willen worden.

  • De contactpersonenlijst op je mobiele telefoon doornemen om iemand te vinden die minderactief of geen lid van de kerk is. Die persoon bellen of een sms sturen en hem of haar uitnodigen om met je mee naar de kerk te gaan.

  • De website mormon.org bekijken en de hulpmiddelen van die site verkennen, zoals video’s, artikelen en profielen van leden van de kerk. Met gebruik van sociale media een video, artikel of andere pagina plaatsen.

  • Je eigen profiel aanmaken op mormon.org. Deel je profiel met anderen op sociale media.

  • Deel een video van Mormon Messages en geef je mening erover.