Instituut
Les 3: Leren door de Geest


3

Leren door de Geest

Inleiding

Als zendelingen in het evangelie willen groeien en op het pad willen blijven dat naar het eeuwige leven leidt, dan moeten ze de gewoonte ontwikkelen om het evangelie te bestuderen. In het opleidingscentrum voor zendelingen besteden de zendelingen enkele uren per dag aan evangeliestudie, individueel en met hun collega. Ook in het zendingsveld wordt van zendelingen verwacht dat ze elke dag het evangelie bestuderen. Zij moeten leren ‘door studie en ook door geloof’ (LV 88:118), zodat ze een voorraad aan evangeliekennis opbouwen en hun eigen bekering bewerkstelligen. Het is essentieel dat zendelingen door geestelijke studie zo’n voorraad kennis hebben aangelegd dat ze krachtig kunnen onderwijzen en hun roeping kunnen vervullen.

Voorbereiding

  • Bestudeer Leer en Verbonden 8:2–3; 9:7–8; 11:12–17, 21–22, 26–28; en 138:1–2, 11.

  • Bestudeer Predik mijn evangelie, pagina 17–18, 22–24.

  • Zorg ervoor dat u vellen papier hebt voor cursisten die geen studieverslag hebben.

  • Bereid u voor om de video ‘Advice for Studying the Scriptures’ (2:07) te laten zien, beschikbaar op LDS.org.

  • Bereid het uitreikblad ‘Persoonlijke schriftstudiegewoonten’ voor (te vinden aan het eind van de les).

  • Zorg ervoor dat u een afbeelding van Joseph en Hyrum Smith kunt laten zien.

    Afbeelding
    standbeeld van Joseph en Hyrum Smith

    Joseph en Hyrum Smith

Lesideeën

Het belang van evangeliestudie

Laat een afbeelding van Joseph Smith en zijn broer Hyrum zien. Laat de cursisten Leer en Verbonden 11 opslaan. Zorg ervoor dat de cursisten de context van dit gedeelte goed begrijpen door uit te leggen dat toen Joseph Smith het Boek van Mormon vertaalde, zijn oudere broer Hyrum veel interesse voor het werk kreeg en de boodschap van de herstelling wilde verkondigen. Omdat hij de wil van de Heer wilde doen, vroeg Hyrum aan Joseph of hij voor hem om een openbaring kon vragen. Het antwoord van de Heer is in Leer en Verbonden 11 te vinden. In veel opzichten bevond Hyrum zich in dezelfde positie als de cursisten in uw klas. Ook zij bereiden zich erop voor om de boodschap van het herstelde evangelie te verkondigen.

Laat enkele cursisten om de beurt een vers uit Leer en Verbonden 11:15–17 voorlezen. Laat de klas meelezen en de raad opzoeken die de Heer aan Hyrum gaf. Vraag dan:

  • Waarom zei de Heer dat Hyrum ‘nog wat langer’ moest wachten voordat hij het evangelie aan anderen mocht verkondigen?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 11:21–22 en 26 doorlezen en de raad opzoeken die op onze toekomstige zendelingen van toepassing is.

  • Wat moest Hyrum van de Heer doen tijdens zijn voorbereiding om het evangelie te prediken? Wat houdt het in om Gods woord te leren kennen? Wat houdt het in om het woord van God als een schat in ons hart te bewaren?

  • In welke opzichten is de raad van de Heer in deze teksten nuttig voor iemand die zich op een zending voorbereidt? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: Door evangeliestudie kunnen zendelingen zich erop voorbereiden om het evangelie krachtig met de Geest te verkondigen.)

  • Wat voor zegeningen belooft de Heer aan hen die trachten zijn ‘woord te verkrijgen’?

Laat de cursisten pagina 194–195 van Predik mijn evangelie opslaan. Vraag een cursist de alinea voor te lezen die begint met ‘De kracht waarmee u uit de Schriften onderwijst’. Vraag dan:

  • Uit welke ideeën in deze alinea blijkt hoe belangrijk dagelijkse Schriftstudie is voor hen die een goede zendeling willen worden? (Door Schriftstudie kunnen zendelingen zich voorbereiden om het evangelie met kracht te verkondigen.)

Zeg dat de rest van de les gericht zal zijn op de vraag hoe ze meer uit hun persoonlijke Schriftstudie kunnen halen. Moedig de cursisten aan om gedurende de les te overwegen hoe ze het geleerde kunnen toepassen, zodat hun studie van de Schriften en het evangelie steeds effectiever zal worden.

Een studieverslag gebruiken

Laat de cursisten pagina X in de inleiding van Predik mijn evangelie opslaan. Laat twee cursisten de twee alinea’s in het gedeelte ‘studieverslag’ voorlezen. Vraag vervolgens:

  • In welke opzichten kan het gebruik van een studieverslag volgens dit gedeelte nuttig zijn voor je evangeliestudie?

  • Waarom zou het belangrijk zijn om gedachten en gevoelens op te schrijven die je tijdens je evangeliestudie hebt?

U kunt de cursisten vragen of ze al een studieverslag hebben. Vraag de cursisten die het hebben om te vertellen wat ze aan dat verslag hebben. Moedig de cursisten die nog geen studieverslag gebruiken aan om daarmee te beginnen. Herinner ze eraan dat een studieverslag eenvoudigweg een dagboek, een notitieblok of een verzameling ringbandblaadjes kan zijn. Ze kunnen ook de notes and journal tools op LDS.org gebruiken of een app op een digitaal apparaat. Moedig de cursisten aan om naar elke les een studieverslag mee te nemen, zodat ze ideeën, gevoelens en gedachten kunnen opschrijven die ze tijdens de les krijgen.

Leren door de Geest

Deel de cursisten op in koppels. Laat ze samen de tweede alinea op pagina 17 (en 18) van Predik mijn evangelie doorlezen en bespreken wat er nodig is om een zinvolle leerervaring met de Schriften te hebben. Als ze voldoende tijd hebben gehad om de alinea te bespreken, laat u enkele cursisten iets vertellen over de belangrijkste ideeën die ze hebben besproken. U kunt vragen stellen als:

  • Wat houdt het in om met ‘een eerlijke bedoeling’ te bidden? (Een eerlijke bedoeling houdt in dat we gehoor geven aan wat we leren en dat we het in praktijk brengen.)

  • Hoe kan onze evangeliestudie beïnvloed worden als we met een ‘oprechte bedoeling’ studeren en ‘hongeren en dorsten naar de gerechtigheid’? (Als de cursisten geantwoord hebben, kunt u vervolgvragen stellen om ze aan te moedigen dieper over hun antwoorden na te denken. Als de cursisten bijvoorbeeld antwoorden dat een oprechte bedoeling tot uiting komt in de manier waarop iemand bidt, kunt u ze laten uitleggen in welke opzichten zo’n gebed dan anders is. Als een cursist antwoordt dat het in hun verlangens tot uitdrukking komt, kunt u ze iets dieper op dat idee laten ingaan.)

Laat drie cursisten om de beurt een alinea uit het gedeelte ‘Onderricht van de Heilige Geest’ op pagina 18 van Predik mijn evangelie voorlezen. Laat de rest van de klas meelezen en de zegeningen markeren die we ontvangen als de Heilige Geest onze evangeliestudie begeleidt. Vraag dan:

  • Wat voor zegeningen kunnen we ontvangen als de Heilige Geest onze evangeliestudie begeleidt? (U kunt dit beginsel op het bord zetten: Wanneer de Heilige Geest onze evangeliestudie begeleidt, krijgen we meer licht en kennis.)

Om de cursisten beter te laten inzien hoe ze de Heilige Geest bij hun evangeliestudie kunnen uitnodigen, leest of toont u het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen. Laat de cursisten letten op zij kunnen doen om meer uit hun Schriftstudie te halen.

Afbeelding
Ouderling D. Todd Christofferson

‘Als we […] willen dat het evangelie in ons hart wordt geschreven, moeten we er kennis van hebben en het steeds beter gaan begrijpen. Dat houdt in dat we het moeten bestuderen. En als ik “bestuderen” zeg, bedoel ik meer dan lezen. Soms is het goed om een standaardwerk in een bepaalde tijd uit te lezen en een algemeen begrip van de boodschap te krijgen, maar om tot bekering te komen, is de hoeveelheid tijd die we in de Schriften doorbrengen belangrijker dan de hoeveelheid tekst die we in die tijd lezen. Ik zie soms dat jullie enkele teksten lezen, erover nadenken, ze zorgvuldig herlezen, de betekenis ervan overwegen, om begrip bidden, in gedachten vragen stellen, op inspiratie van de Geest wachten, en de indrukken en inzichten opschrijven zodat je ze kunt onthouden en meer kunt leren. Als je op die manier studeert, lees je wellicht niet veel hoofdstukken of teksten in een half uur, maar je maakt wel plaats voor het woord van God in je hart, en Hij zal tot je spreken.’ (‘Als gij eenmaal tot bekering gekomen zijt’, Liahona, mei 2004, 11.) Voor meer ideeën raadpleegt u ouderling Richard G. Scott, ‘Hoe u voor uzelf openbaring en inspiratie ontvangt’, Liahona, mei 2012, 45–47.)

Help de cursisten met het analyseren van de uitspraak van ouderling Christofferson door de volgende vragen te stellen:

  • Wat kan volgens ouderling Christofferson tot meer begrip van de Schriften leiden?

  • Waarom is de Heilige Geest dan beter in staat om je te onderwijzen?

  • In welke opzichten is jullie begrip van het evangelie hierdoor toegenomen?

Leg uit dat het nuttig is om te weten hoe de Heilige Geest met ons communiceert als we de Schriften bestuderen. Deel de klas op in koppels (wellicht dezelfde koppels als met de vorige activiteit). Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord en vraag de cursisten die in hun studieverslag of op een vel papier te noteren: Leer en Verbonden 8:2–3; 9:7–8; 11:12–14; en 138:1–2, 11.

Geef de cursisten de tijd om die teksten te bestuderen en woorden of zinsneden te markeren die beschrijven hoe de Heilige Geest met ons communiceert. Ze kunnen ook in hun studieverslag opschrijven wat ze van deze teksten hebben geleerd. Laat de cursisten met hun partner bespreken wat ze gemarkeerd hebben en wat ze hebben geleerd. Stel na voldoende tijd de volgende vragen:

  • Welke woorden of zinsneden hebben jullie gevonden die beschrijven hoe de Heilige Geest met ons communiceert? (Zet de reacties van de cursisten op het bord.)

  • Hoe heeft de Heilige Geest jullie op een van die manieren onderwezen en je begrip van een leer of beginsel van het evangelie verdiept? Wat voor ervaringen hebben jullie precies gehad?

Laat de cursisten pagina 22 van Predik mijn evangelie opslaan. Vraag een cursist de eerste vier punten onder het kopje ‘Ideeën en suggesties voor de studie’ voor te lezen. Overweeg de volgende vragen te stellen:

  • Wat voor invloed kunnen deze aanbevelingen hebben op de vaardigheid van een zendeling om het evangelie doeltreffend te verkondigen?

  • Hoe kun je deze ideeën aanpassen en nu al als toekomstige zendeling in praktijk brengen?

  • In welke opzichten kun je als zendeling meer succes hebben wanneer je je vaardigheden en gewoonten op het gebied van Schriftstudie verbetert? (De cursisten zullen waarschijnlijk een beginsel als het volgende noemen: Wanneer zendelingen gewoonten op het gebied van Schriftstudie ontwikkelen, zullen ze door de Geest onderricht worden, zal hun ervaring lonender zijn en zullen ze beter zijn voorbereid om in het evangelie te onderwijzen.)

Deel de klas op in groepjes van drie of vier. Laat elk groepje een van de zes onderdelen onder Ideeën en suggesties voor de studie op pagina 22–24 van Predik mijn evangelie bestuderen. Sommige groepjes moeten wellicht meer dan één onderdeel bestuderen. Wijs in elk groepje een leid(st)er aan om een gesprek te leiden over wat de cursisten geleerd hebben en wat ze nu al kunnen doen om het evangelie beter en effectiever te bestuderen. Als de cursisten voldoende tijd voor de bespreking hebben gehad, vraagt u:

  • Hoe hebben deze vaardigheden of gewoonten ertoe bijgedragen dat je de Schriften effectiever bestudeert?

Om ertoe bij te dragen dat de cursisten het geleerde toepassen, geeft u elke cursist een kopie van het uitreikblad ‘Persoonlijke Schriftstudiegewoonten’. Geef de cursisten enkele minuten de tijd om de oefening op het uitreikblad te voltooien.

Afbeelding
Uitreikblad Schriftstudie

Laat de cursisten na verloop van tijd vertellen wat ze van deze oefening hebben geleerd. Moedig ze aan om de vaardigheden en gewoonten die ze hebben uitgekozen bij hun Schriftstudie te blijven gebruiken. Verzeker ze dat als ze dat doen, de Heilige Geest hun verstand zal verlichten en hun begrip van het evangelie zal vergroten.

Zorg ervoor dat de klas begrijpt dat naast de manier waarop ze studeren, wanneer en wat ze studeren ook erg belangrijk is om een effectieve zendeling te worden. Laat de cursisten pagina VIII in de inleiding van Predik mijn evangelie opslaan en het Dagschema voor zendelingen in het gedeelte ‘Individuele studie, studie met uw collega, districtsbijeenkomsten en zoneconferenties’ bekijken. Vraag dan:

  • In hoeverre blijkt uit het dagschema voor zendelingen hoe belangrijk evangeliestudie is?

  • In welke opzichten kun je je door consequente dagelijkse Schriftstudie nu al op het rigoureuze schema van een zendeling voorbereiden?

Teksten markeren

Als u voldoende tijd over hebt, kunt u de video ‘Advice for Studying the Scriptures’ (2:07) laten zien, aan de hand waarvan de cursisten manieren kunnen bedenken om hun Schriften beter te markeren.

Vraag na afloop van de video:

  • Wat heb je van ouderling Bednar geleerd aan de hand waarvan je je Schriftstudie kunt verbeteren?

  • Wat is het doel van het markeren van de Schriften? (Om het geleerde later te kunnen terugvinden, als je het nodig hebt.)

  • Waarom is het belangrijk dat zendelingen doeltreffend het geleerde kunnen terugvinden?

Naleven wat je leert

Laat een cursist de eerste alinea voorlezen onder ‘Naleven wat u leert’ op pagina 19 van Predik mijn evangelie. Laat een cursist vervolgens Johannes 7:17 voorlezen. Laat de cursisten een beginsel in Predik mijn evangelie en Johannes 7:17 opzoeken als antwoord op de vraag:

  • Wat is het verschil tussen kennis van de Schriften en het naleven van de leringen in de Schriften? (Hoewel ze verschillende woorden kunnen gebruiken, moeten de cursisten dit beginsel begrijpen: Als we de evangeliebeginselen naleven, zal de Heilige Geest getuigen van de waarheid van die beginselen, en zal Hij ons geloof, onze kennis en ons getuigenis versterken.)

Leg uit dat ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd hoe belangrijk het is dat we het geleerde toepassen. Laat het volgende citaat zien, en laat een vrijwilliger het voorlezen:

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘Als actieve evangelieleerling dienen wij “daders van het Woord en niet alleen hoorders” te zijn (Jakobus 1:22). We stellen ons hart open voor de invloed van de Heilige Geest als we onze keuzevrijheid goed gebruiken en in overeenstemming met correcte beginselen handelen — waarmee we de weg banen voor zijn onderricht en zijn getuigkracht.’ (‘Wakende met alle volharding’, Liahona, mei 2010, 42.)

  • Wat betekent het om daders van het woord te zijn, en niet alleen hoorders?

  • In welke opzichten wordt ons begrip groter als we ‘in overeenstemming met correcte beginselen handelen’, en niet alleen studeren?

  • Hoe ben je door ‘in overeenstemming met correcte beginselen [te] handelen’ in staat gesteld om een beter begrip en getuigenis van een evangeliebeginsel te ontvangen?

Laat een cursist de tweede alinea op pagina 19 van Predik mijn evangelie voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe naleving van het evangelie het hart en de vaardigheden van zendelingen nog meer beïnvloedt. Stel dan de volgende vragen:

  • Wat voor zegeningen krijgen zendelingen nog meer als ze de evangeliebeginselen naleven? (Zie erop toe dat de cursisten dit beginsel begrijpen: Als zendelingen het evangelie naleven, vergroot de Heilige Geest hun verlangen en vaardigheid om het evangelie te verkondigen.)

  • In welke opzichten heeft de Heilige Geest je verlangen om te dienen vergroot nu je je op een zending voorbereidt?

Onderzoekers aanmoedigen om naar de kerk te gaan

Als onderdeel van hun voorbereiding op de doop moedigen zendelingen onderzoekers aan om bepaalde toezeggingen na te komen. Leg aan de cursisten uit dat als onderzoekers naar de kerk gaan, zij meer openbaring van de Heilige Geest ontvangen en een groter verlangen krijgen om dichter bij God te komen. Als onderzoekers naar de kerk gaan, kunnen ze een getuigenis van het herstelde evangelie krijgen en zich op de doop voorbereiden.

Laat zien hoe we iemand kunnen uitnodigen om naar de kerk te komen. Vertel eerst in het kort wat voor zegeningen we kunnen krijgen als we naar de kerk gaan. Leg dan aan de hand van de zendingsbrochure De herstelling (pagina 22–23) uit wat er tijdens een avondmaaldienst gebeurt. Laat dan zien hoe we een onderzoeker kunnen uitnodigen om naar de kerk te komen. Na de demonstratie laat u de cursisten een rollenspel spelen waarin ze de stappen die u hebt laten zien met een partner oefenen. Zorg ervoor dat iedere cursist de kans krijgt om in het kort te vertellen wat voor zegeningen zij krijgen als zij naar de kerk gaan, uit te leggen wat er tijdens een avondmaalsdienst gebeurt en de andere persoon uit te nodigen om naar de kerk te komen.

Geef uw getuigenis van de leerstellingen en beginselen die in deze les zijn behandeld.

Uitnodigingen om te handelen

Moedig de cursisten aan om tijdens hun voorbereiding op een zending van persoonlijke Schriftstudie een prioriteit te maken. Met behulp van de volgende aanbevolen activiteiten kunnen de cursisten zich concentreren op het leren met de Geest:

  • Maak je de gewoonte eigen om dagelijks het evangelie te bestuderen, waaronder het bestuderen en overpeinzen van het Boek van Mormon.

  • Bid aan het begin van je persoonlijke evangeliestudie om de Geest uit te nodigen. Als je dat nog niet gedaan hebt, begin met het bijhouden van een studieverslag.

  • Kies een van de ideeën en suggesties op pagina 22–24 van Predik mijn evangelie, en gebruik die deze week bij je persoonlijke studie.