Instituut
Les 2: Onze behoefte aan de verzoening


2

Onze behoefte aan de verzoening

Inleiding

De verzoening van Jezus Christus staat centraal in het heilsplan van God. Door zijn verzoening heeft Jezus Christus de doeleinden van zijn Vader vervuld door ons van de lichamelijke en geestelijke dood te verlossen, aan de vereisten van de gerechtigheid te voldoen, en ons te reinigen van onze zonden, op voorwaarde van bekering. De Heiland troost ons in onze zwakheden, Hij geeft ons de kracht om te doen wat we niet zelf kunnen doen, en Hij geeft ons de hoop dat we bij Hem en onze hemelse Vader kunnen terugkeren. Voltijdzendelingen nemen deel aan het heilswerk door anderen te leren dat ze de zegeningen van de verzoening kunnen ontvangen als ze geloof in Jezus Christus hebben, zich bekeren, zich laten dopen en bevestigen, en tot het einde toe volharden.

Voorbereiding

Lesideeën

Waarom we de verzoening nodig hebben

Begin met het stellen van de volgende vragen:

  • Hoe gaan mensen begrijpen dat ze de verzoening van Jezus Christus nodig hebben?

Laat dan het volgende citaat zien:

Afbeelding
President Ezra Taft Benson

‘Net zoals iemand niet echt verlangt naar voedsel tot hij honger heeft, verlangt hij ook niet naar het heil van Christus tot hij beseft waarom hij Christus nodig heeft.

‘Niemand weet echt waarom hij Christus nodig heeft, totdat hij de leer van de val en de gevolgen daarvan voor de mensheid begrijpt en aanvaardt.’ (President Ezra Taft Benson, A Witness and a Warning [1988], 33.)

Vraag dan:

  • Wat bedoelen we als we het over de val van Adam hebben?

Laat het volgende citaat zien en laat een cursist het voorlezen:

‘Daar Adam en Eva dit gebod overtraden en van de vrucht van de boom der kennis van goed en kwaad aten, werden zij uit de tegenwoordigheid van God geworpen (zie LV 29:40–41). Met andere woorden: zij ondergingen de geestelijke dood. Ze werden ook sterfelijk — dat wil zeggen, onderhevig aan de lichamelijke dood. Deze geestelijke en lichamelijke dood wordt de val genoemd. […]

Als afstammelingen van Adam en Eva overerven wij in dit leven hun gevallen staat (zie Alma 42:5–9, 14). Wij zijn uitgesloten uit Gods tegenwoordigheid en onderworpen aan de lichamelijke dood. In die toestand krijgen we met tegenstellingen te maken, we worden op de proef gesteld door moeilijkheden en de bezoekingen van de tegenstander. (Zie 2 Nephi 2:11–14; LV 29:39; Mozes 6:48–49.)’ (Trouw aan het geloof [2004], 165.)

Om ertoe bij te dragen dat de cursisten de leerstellingen in dit citaat kunnen vinden, vraagt u:

  • Wat voor invloed heeft de val van Adam op ons als nakomelingen van Adam en Eva? (Net als Adam en Eva zijn wij ook onderhevig aan de lichamelijke en geestelijke dood. We leven in een gevallen wereld, en we zijn onderhevig aan de moeilijkheden van het leven en de verleidingen van de tegenstander. We zijn verwijderd uit de tegenwoordigheid van de Vader en hebben de hulp van de Heiland nodig om bij Hem terug te keren.)

Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord en geef de cursisten enkele minuten de tijd om ze te bestuderen:

Romeinen 3:23

2 Nephi 9:6–10

Alma 42:9–11, 14

Laat de cursisten tijdens het studeren opzoeken hoe ieder van ons door de val van Adam en Eva is getroffen.

  • In hoeverre wordt er in deze teksten uitgelegd dat ieder van ons door de val van Adam en Eva is getroffen? (Zet de antwoorden van de cursisten op het bord. Hoewel hun antwoorden kunnen verschillen, zien ze er wellicht als volgt uit: We zondigen allemaal en worden onrein in de ogen van God. Omdat we zondigen, worden we uit de tegenwoordigheid van God verwijderd. We zullen de lichamelijke dood ondergaan. We leven in een gevallen wereld en moeten de ‘natuurlijke mens’ overwinnen [Mosiah 3:19].)

Vraag de cursisten wat voor vragen ze over de gevonden leerstellingen en voorwaarden hebben. Geef de cursisten de kans om deze vragen klassikaal te bespreken. Vraag dan:

  • In hoeverre wordt er in deze teksten uitgelegd waarom we allemaal Jezus Christus nodig hebben? (De verzoening van Jezus Christus verlost ons van de val van Adam en van ons eigen ongehoorzame gedrag.

Leg uit dat de verzoening van Jezus Christus ons, als onderdeel van Gods barmhartige plan, in staat stelt om aan het ‘monster’ van dood en hel te ontsnappen (zie 2 Nephi 9:10), waarmee de lichamelijke en geestelijke dood worden bedoeld. Iedereen zal opstaan. Als wij ons bekeren, kunnen we door de verzoening van Jezus Christus van onze zonden gereinigd worden. Zonder Jezus Christus zouden we niet alleen sterven, maar zouden we voor eeuwig aan de duivel zijn onderworpen.

Geef in het kort uw getuigenis van de wijsheid en barmhartigheid van Gods plan. Verzeker de cursisten dat alle gevolgen van de val door de verzoening van Jezus Christus overwonnen kunnen worden.

Het is essentieel om in de verzoening te onderwijzen

U kunt het volgende citaat voorlezen of het videofragment laten zien van ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen. Laat de cursisten opletten waarom het zo belangrijk is dat wij de verzoening goed begrijpen.

Afbeelding
Ouderling Richard G. Scott

‘Wanneer u […] zijn opstanding en de prijs en de gave van zijn verzoening gedenkt, overweeg dan wat de Schriften over deze heilige gebeurtenissen zeggen. U zult gesterkt worden in uw getuigenis dat ze werkelijk hebben plaatsgevonden. Ze moeten voor u meer zijn dan beginselen die u uit het hoofd leert. Ze moeten tot in de diepste vezels van uw wezen doordringen en een krachtig bolwerk vormen tegen de stortvloed aan gruwelen die deze wereld overspoelt. […]

‘Zonder de verzoening had het plan van geluk van onze hemelse Vader niet volledig in werking kunnen treden. De verzoening biedt ons de kans om de gevolgen van fouten die we in dit leven begaan te ondervangen. Als we een wet gehoorzamen, ontvangen we daarvoor een zegen. Als we een wet schenden, blijft er niets over van onze voorgaande gehoorzaamheid om de eisen te bevredigen die de gerechtigheid stelt wegens die geschonden wet. De verzoening van de Heiland staat ons toe om ons van elke ongehoorzaamheid te bekeren en zo de straf te ontlopen die de gerechtigheid ons wil opleggen.

‘Mijn eerbied en dankbaarheid voor de verzoening van de Heilige Israëls, de Vredevorst en onze Verlosser nemen voortdurend toe omdat ik er steeds meer over te weten probeer te komen. Ik besef dat het voor een sterveling niet goed mogelijk is om zich in te denken, laat staan onder woorden te brengen, wat Jezus Christus door zijn verzoening voor de kinderen van onze hemelse Vader heeft gedaan. Toch is het van belang dat we er allen meer over te weten komen. De verzoening is het onmisbare element in het plan van geluk van onze hemelse Vader waarzonder dat plan niet van kracht had kunnen worden. Uw begrip van de verzoening en de betekenis ervan in uw leven zal u in staat stellen om alle kennis, ervaring en vaardigheden die u in dit leven opdoet veel beter te kunnen aanwenden. […]

‘Het is dringend noodzakelijk dat ieder van ons meer begrip opdoet over de draagwijdte van de verzoening van Jezus Christus, zodat zij een onwankelbaar fundament wordt waarop wij ons leven kunnen bouwen. […]

‘Ernstige overpeinzing van de Schriften, gekoppeld aan diepgaand, innig gebed, zullen ons begrip van en waardering voor zijn onschatbare verzoening doen toenemen.’ (‘Hij leeft, Zijn naam zij steeds geloofd!’ Liahona, mei 2010, 75–76.)

Help de cursisten met het analyseren van de uitspraak van ouderling Scott door vragen als de volgende te stellen:

  • In welke gedeelten van de toespraak van ouderling Scott staat hoe belangrijk het is dat wij de verzoening goed begrijpen? (Zorg ervoor dat de cursisten uitspraken als deze noemen: het lijden van de Heiland is ‘niet alleen van invloed […] op ons leven nu, maar ook in alle eeuwigheid’; ‘zijn verzoening heeft het plan van geluk van zijn Vader in de hemel volledig in werking gesteld’; ‘Jezus brengt de gerechtigheid en de barmhartigheid in balans op voorwaarde van onze gehoorzaamheid’; ‘de verzoening biedt ons de kans om de gevolgen van fouten die we in dit leven begaan te ondervangen’; en ‘uw begrip van de verzoening en de betekenis ervan in uw leven zal u in staat stellen om alle kennis, ervaring en vaardigheden die u in dit leven opdoet veel beter te kunnen aanwenden’.)

  • Ouderling Scott heeft ook gezegd: de beginselen van de verzoening ‘moeten voor u meer zijn dan beginselen die u uit het hoofd leert. Ze moeten tot in de diepste vezels van uw wezen doordringen.’ Hoe kan een toekomstige zendeling dat tot stand brengen?

Behalve de vergeving van zonde, begrijpen veel jonge mensen de zegeningen niet die zij door de verzoening ontvangen. Om ertoe bij te dragen dat de cursisten deze andere zegeningen beter begrijpen, geeft u ze enkele minuten de tijd om de volgende teksten te bestuderen en de zegeningen op te zoeken die we door de verzoening van Jezus Christus ontvangen: Mosiah 3:19; 4:3; 24:12–15; Alma 5:12–13; 7:11–13. Laat de cursisten vervolgens enkele van die zegeningen van de verzoening uitleggen. Vat hun antwoorden op het bord samen.

Laat het volgende citaat zien en laat het door een cursist voorlezen:

‘Naarmate uw begrip van de verzoening van Jezus Christus groeit, zult u een groter verlangen krijgen om het evangelie te verkondigen.’ (Predik mijn evangelie, 2.)

Om de cursisten een beter begrip van dit beginsel bij te brengen, vraagt u:

  • Waarom zou iemands verlangen om het evangelie te verkondigen toenemen als hij of zij de verzoening goed begrijpt?

Laat de cursisten samen met een andere cursist om de beurt 1 Nephi 8:10–12; Enos 1:5–9; Mosiah 27:34–36 en 28:1–4 aan elkaar voorlezen. Laat ze een patroon in deze passages opzoeken. Geef ze voldoende tijd en laat vervolgens enkele cursisten uitleggen welk patroon ze hebben gevonden. (Nadat Lehi, Enos en de zoons van Mosiah de zegeningen van de verzoening hadden ontvangen, kregen ze het verlangen om het evangelie te verkondigen en anderen dezelfde zegeningen te bieden.)

Om ertoe bij te dragen dat de cursisten de waarheid en het belang van het beginsel op het bord goed begrijpen, vraagt u:

  • Als het niet te persoonlijk is, kun je dan aangeven wat voor ervaringen je met de verzoening hebt gehad waardoor je gemotiveerd werd om anderen over het evangelie te vertellen?

  • Hoe word je door je kennis van en gevoelens over de verzoening gemotiveerd om andere mensen dichter tot Jezus Christus te brengen?

Geef de cursisten even de tijd om zich af te vragen of hun begrip van de verzoening van Jezus Christus deel uitmaakt van hun motivatie om op zending te gaan, en wat ze kunnen doen om meer dankbaarheid te hebben voor alles wat Jezus Christus voor hen heeft gedaan.

Ertoe bijdragen dat onderzoekers de zegeningen van de verzoening ontvangen

Vertel de cursisten dat geen enkele leerstelling die zij als zendeling verkondigen belangrijker voor onderzoekers en zendelingen is dan het begrijpen en aanvaarden van de verzoening van Jezus Christus.

Laat de cursisten 2 Nephi 2:6–8 bestuderen en opzoeken wat we volgens Lehi met onze kennis van de verzoening moeten doen. Nadat enkele cursisten hebben geantwoord, toont en leest u het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen voor om er zeker van te zijn dat zij inzien hoe belangrijk het is dat onderzoekers de verzoening begrijpen en aanvaarden:

Afbeelding
Ouderling Jeffrey R. Holland

‘Ik heb bij zoneconferenties (tussen twee haakjes een uitstekende gelegenheid voor algemene autoriteiten om jonge zendelingen iets te leren) zendelingen bijvoorbeeld wel eens gevraagd wat zij willen dat hun onderzoekers doen als gevolg van hun lessen.

‘“Zich laten dopen!” wordt er dan in koor geroepen.

‘“Ja,” zeg ik, “maar wat moet daar aan voorafgaan?” […]

‘[…] Ik moet zeggen dat de zendelingen bijna nooit de twee fundamenteelste zaken noemen die we onderzoekers willen laten doen voorafgaand aan de doop: geloof hebben in Jezus Christus en zich bekeren van hun zonden. Toch “geloven (wij) dat de eerste beginselen en verordeningen van het evangelie zijn: ten eerste, geloof in de Heer Jezus Christus; ten tweede, bekering; [vervolgens] ten derde, doop door onderdompeling tot vergeving van zonden; ten vierde, handoplegging voor de gave van de Heilige Geest.” (Geloofsartikelen 1:4; cursivering toegevoegd.)

‘Het nieuwe leven van een bekeerling dient gebouwd te worden op geloof in de Heer Jezus Christus en zijn verlossende offer — de overtuiging dat Hij werkelijk de Zoon van God is, dat Hij nu leeft, dat Hij de deur tot de schaapskooi is, dat alleen Hij de sleutel heeft tot ons heil en onze verhoging. Die overtuiging dient gevolgd te worden door oprechte bekering, bekering die ons verlangen toont om rein, nieuw en genezen te worden, bekering waardoor wij aanspraak maken op de volledige zegeningen van de verzoening.’ (‘Missionary Work and the Atonement’, Ensign, maart 2001, 10–11.)

Vraag dan:

  • Wat moet een onderzoeker doen om in aanmerking te komen voor de volledige zegeningen van de verzoening? (Geloof in Jezus Christus hebben, zich bekeren en zich laten dopen.)

Leg uit dat in Leer en Verbonden 20:37 de vereisten voor de doop worden beschreven. Laat de cursisten het vers lezen en opzoeken wat onderzoekers moeten doen voordat ze zich laten dopen. Vraag:

  • Wat moeten onderzoekers doen waaruit blijkt dat ze geloof in Jezus Christus ontwikkelen? (Zich verootmoedigen, zich van hun zonden bekeren, goede werken verrichten, enzovoort.)

  • Wat voor rol spelen zendelingen om ervoor te zorgen dat onderzoekers aan de vereisten van de doop voldoen? Wat heeft dat met jullie doel als zendeling te maken? (Herinner de cursisten zo nodig aan de beginselen van de vorige les.)

Zendelingen behoren bekering te verkondigen

Zet de volgende vraag op het bord:

Wat is het belangrijkste dat zendelingen kunnen doen om Gods kinderen tot Christus te brengen?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 18:11–14 doorlezen en het antwoord op de vraag op het bord opzoeken. Bespreek de antwoorden van de cursisten op die vragen. Vraag dan:

Noteer op het bord het volgende antwoord op de vraag die al op het bord staat:

Zendelingen moeten bekering verkondigen zodat hun onderzoekers de volledige zegeningen van de verzoening kunnen ontvangen en aan een nieuw leven in Christus kunnen beginnen.

Deel de klas op in tweeën. Laat de ene helft van de klas het gedeelte ‘De verzoening’ op pagina 51–52 van Predik mijn evangelie bestuderen. Laat de andere helft het gedeelte ‘Door Christus kunnen we van zonden gereinigd worden’ op pagina 62–63 van Predik mijn evangelie bestuderen. Geef de cursisten enkele minuten de tijd om een samenvatting van twee minuten voor te bereiden over het materiaal dat ze lezen. Als onderdeel van hun samenvatting laat u de cursisten (1) de essentiële kenmerken van de leer opzoeken en uitleggen, (2) iets over een persoonlijke ervaring of tekst vertellen die de leer bekrachtigt en (3) getuigen van wat ze hebben samengevat. Vat deze drie stappen op het bord samen.

Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad om zich voor te bereiden, laat u de cursisten uit de eerste groep elkaar samen met iemand uit de andere groep lesgeven. Als elke cursist de kans heeft gehad om een andere cursist te onderwijzen, kunt u een vrijwilliger vragen om voor de klas te komen en zijn of haar samenvatting aan de klas te presenteren. Na de presentatie geeft u die cursist een compliment en vraagt u de klas of ze wat feedback kunnen geven. Informeer of zij nog vragen hebben, en vraag dan:

  • Wat voor gevoel kreeg je toen je in de verzoening van Jezus Christus onderwees en je getuigenis daarvan gaf?

  • Wat heb je geleerd waarmee je onderzoekers over de verzoening van Jezus Christus kunt vertellen?

  • Waarom kijk je ernaar uit om anderen over de verzoening van Jezus Christus te vertellen?

De Schriften gebruiken

Leg uit dat de cursisten als zendeling beter les kunnen geven als ze de Schriften gebruiken. Laat de helft van de klas de teksten in het vakje Schriftstudie in het gedeelte ‘De verzoening’ op pagina 52 van Predik mijn evangelie bestuderen. Laat de andere helft van de klas de teksten in het vakje Schriftstudie op pagina 63 van Predik mijn evangelie bestuderen. Moedig de cursisten aan om een passage over de verzoening van Jezus Christus uit te kiezen die zij begrijpen en waar ze hun getuigenis van kunnen geven. Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad, vraagt u:

  • Hoe zou je de door jou uitgekozen teksten gebruiken om iemand meer kennis van de verzoening van Jezus Christus bij te brengen? (Moedig verscheidene cursisten aan om te antwoorden.)

  • Waarom is het belangrijk dat zendelingen de Schriften gebruiken als ze lesgeven?

Laat de cursisten het gedeelte ‘De Schriften gebruiken’ op pagina 194–195 van Predik mijn evangelie opslaan. Laat een cursist de eerste alinea voorlezen, inclusief de vier punten, en laat de cursisten zich dan afvragen in hoeverre hun gedachten over het belang van het gebruik van de Schriften overeenkomen met de uitspraak in Predik mijn evangelie.

Leg uit dat de cursisten over enkele minuten een andere cursist zullen onderwijzen, met behulp van de teksten over de verzoening die ze hebben uitgekozen. Leg uit dat er beginselen in Predik mijn evangelie staan waar ze bij hun onderwijs iets aan kunnen hebben. Laat een cursist het gedeelte ‘De tekst introduceren’ op pagina 195 van Predik mijn evangelie voorlezen. Vraag of er cursisten zijn die daar vragen over hebben. Geef ze even de tijd om zich af te vragen hoe ze de door hen uitgekozen teksten zouden introduceren.

Laat vervolgens een andere cursist het gedeelte ‘De tekst lezen’ op pagina 195 van Predik mijn evangelie voorlezen. Geef de cursisten even de tijd om de door hen gekozen teksten door te lezen en woorden of zinsneden op te zoeken die ze wellicht aan een onderzoeker moeten uitleggen. Laat dan een derde cursist het gedeelte ‘De teksten toepassen’ op pagina 195–196 voorlezen. Vraag de cursisten opnieuw of ze nog vragen hebben.

Om er zeker van te zijn dat de cursisten met succes uit de Schriften kunnen onderwijzen, moet u ze het goede voorbeeld geven. U kunt een of twee verzen uit Mosiah 3:7–11 en 16–19 behandelen, zodat u geen teksten gebruikt die de cursisten hebben uitgekozen. Demonstreer eenvoudig en bondig de drie stappen: introduceren, lezen en toepassen. Door deze demonstratie zullen de cursisten zich niet overstelpt voelen door wat er van ze verwacht wordt. Als u klaar bent, vraagt u de cursisten of ze nog vragen hebben.

Geef de cursisten enkele minuten de tijd om zich voor te bereiden de door hen uitgekozen teksten met gebruik van de drie stappen in Predik mijn evangelie te behandelen. Deel de cursisten op in koppels en laat ze elkaar lesgeven. Als de cursisten klaar zijn, verzekert u ze dat ze, als ze de Schriften en Predik mijn evangelie bestuderen, steeds vaardiger zullen worden in het vol zelfvertrouwen verkondigen van het evangelie.

Vraag de cursisten tot slot naar hun gevoelens over Jezus Christus, vooral over de verzoening van Jezus Christus.

Uitnodigingen om te handelen

Moedig de cursisten aan om een of meer van de volgende activiteiten te doen zodat ze de verzoening van Jezus Christus beter begrijpen:

  • Markeer tijdens je persoonlijke studie teksten die bijdragen aan je kennis van Jezus Christus en zijn verzoening.

  • Geef je getuigenis van de verzoening aan iemand thuis, in de kerk of online.

  • Geef zo mogelijk je getuigenis van de verzoening als je een keer met de zendelingen meegaat om iemand les te geven.

  • Neem dagelijks de tijd om in de Schriften de verzoening van Jezus Christus te bestuderen.