2017
Bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht
January 2017


Bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht

Naar de toespraak ‘Lean Not unto Thine Own Understanding’, op 14 januari 2015 gehouden tijdens een devotional aan de Brigham Young University. Zie speeches.byu.edu voor de volledige tekst (in het Engels).

Je zult werkelijk inzicht verwerven als je de onderlinge afhankelijkheid van studie en gebed inziet, als je anderen vastbesloten blijft dienen terwijl je aan het leren bent en geld verdient, en als je op en in de Heer Jezus Christus vertrouwt.

Afbeelding
Woman reading

Illustraties Robert Hunt

Ik heb een groot deel van mijn studententijd in de bibliotheek doorgebracht. Telkens als ik daar binnenkwam, werd ik begroet door een bordje boven de ingang met de woorden: ‘En bij alles wat je verwerft, verwerf inzicht!’ (Spreuken 4:7.)

We kennen allemaal de kracht van herhaling. Daarom is deze tekst uit het boek Spreuken in mijn geheugen gegrift: in de vier jaar van mijn studie dat ik de bibliotheek betrad, las ik hem elke keer.

Diezelfde aansporing geef ik aan ieder van jullie: ‘En bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht!’ Ik nodig je ook uit om na te denken over de betekenis van deze Schrifttekst en hoe je er je voordeel mee kunt doen. Dat heb ik ook gedaan. Ik heb er keer op keer over nagedacht en mijn interpretatie van de betekenis ervan heeft zich aanzienlijk ontwikkeld. Wellicht kunnen mijn inzichten je van nut zijn.

Een begripvol hart

Als jonge zendeling in Japan die moeite had met het leren van een ingewikkelde taal, hoorde ik al in het begin bepaalde woorden vaak herhaald worden. Groeten zoals ohayo gozaimasu (goedemorgen) of konnichiwa (goedemiddag) waren er daar twee van. Er was er nog een, wakarimasen, wat ‘ik begrijp het niet’ betekent. Dit woord, samen met een zwaaibeweging van de hand, lijkt een favoriete reactie van Japanse contacten naar jonge zendelingen te zijn die proberen een gesprek aan te knopen.

In eerste instantie zag ik het woord inzicht in ‘bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht’ meer als begrip in deze betekenis: wat ik met mijn oren kan horen en in mijn hoofd kan verstaan. Ik moest aan de Japanse uitdrukking wakarimasen denken. Begrijp ik het of niet?

Naarmate ik het woord inzicht in de Schriften en de woorden van levende profeten echter nader ging bestuderen en overpeinzen, ben ik tot een diepere betekenis ervan gekomen. Laat deze woorden van ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen, toen hij presiderende bisschop van de kerk was, eens tot je doordringen:

‘Ten eerste: we beginnen met de intelligentie waarmee we geboren zijn. Aan onze intelligentie voegen we kennis toe terwijl we naar antwoorden zoeken, studeren en ons ontwikkelen. Aan onze kennis voegen we ervaring toe, die ons een zekere wijsheid schenkt. Aan onze wijsheid voegen we de hulp van de Heilige Geest toe door onze gebeden van geloof, waarbij we om geestelijke leiding en kracht vragen. Alleen dan verkrijgen we inzicht in ons hart, wat ons motiveert het goede te doen, wat de gevolgen ook zijn. (Zie Lofzangen, 2000, nr. 161.) De gevoelens van een begripvol hart schenken ons de heerlijke verzekering dat we het goede niet alleen kennen maar ook doen, ongeacht de omstandigheden. Het inzicht in ons hart komt door een nauwe onderlinge afhankelijkheid van studie en gebed.’1

Afbeelding
stairs

Overweeg nu nog eens: ‘En bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht!’ Inzicht in deze context volgt op intelligentie, kennis, ervaring, wijsheid en ingevingen van de Heilige Geest, waardoor we uiteindelijk te weten komen en doen wat goed is.

De meesten van jullie staan vlak vóór of op een cruciale tweesprong in je leven. Je wordt elk jaar onafhankelijker en komt steeds meer in de fase ‘en bij alles wat je verwerft’. Wat ga je allemaal verwerven of krijgen? Je krijgt wellicht een man of een vrouw, je eigen gezin en een baan om een paar dingen te noemen.

Om goed om te gaan met deze zeer belangrijke dingen die we ‘verwerven’, moeten we ook, zoals in de Schriften staat, ‘inzicht’ verwerven. Dat inzicht komt door een onderlinge afhankelijkheid van studie en gebed. Anders gezegd: we moeten op en in de Heer Jezus Christus vertrouwen. Alma beschreef dit toen hij het woord met een zaadje vergeleek. Hij zei: ‘Het begint mijn verstand te verlichten, ja, het begint heerlijk voor mij te zijn’ (Alma 32:28; cursivering toegevoegd).

President Thomas S. Monson haalt vaak een Schrifttekst uit Spreuken aan die nog een dimensie aan dit inzicht toevoegt: ‘Vertrouw op de Heere met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet’ (Spreuken 3:5).2

Als we op en in de Heer vertrouwen, ontvangen wij van Hem meer begrip in ons hart.

‘De hand van de Heer is over ons’

Ik wil een voorbeeld van een sterke vrouw aanhalen die een belangrijke rol in de herstelling gespeeld heeft, die op de Heer vertrouwde en die niet op haar eigen inzicht steunde.

Kort nadat de kerk in Palmyra (New York) gesticht was, bleef Joseph Smiths moeder, Lucy Mack Smith, in Waterloo (New York) met een grote groep heiligen achter, terwijl haar man, Joseph sr., en enkele van hun zoons, met inbegrip van Joseph jr., voor haar uit naar Kirtland (Ohio) vertrokken. Het was haar taak om deze groep naar Ohio te brengen zodra ze bericht van haar zoon, de profeet, ontving.

Dat bericht kwam in het vroege voorjaar van 1831. Lucy begon de groep met de hulp van enkele broeders naar Buffalo (New York) te begeleiden met de bedoeling Ohio per schip via het Eriemeer te bereiken. Ze zei: ‘Toen de broeders het voorjaar voldoende voor de reis over het water gevorderd achtten, begonnen we ons allemaal op onze oversteek naar Kirtland voor te bereiden. We huurden een boot […] en […] we telden tachtig zielen.’

Toen staken ze op weg naar Buffalo van wal het Eriekanaal op. Ze zei: ‘Ik riep de broeders en zusters bijeen en herinnerde ze eraan dat we op het gebod van de Heer reisden, net zoals vader Lehi toen hij Jeruzalem verliet. Als we getrouw waren, mochten we om dezelfde redenen naar de zegeningen van God uitzien. Ik verlangde vervolgens dat ze ernstig waren en hun hart voortdurend in gebed tot God verhieven, opdat wij voorspoedig zouden zijn.’

Vanaf Waterloo, ongeveer halverwege Buffalo, werd de doorgang via het kanaal onmogelijk. De tachtig heiligen kregen met ongemak te kampen en begonnen vrijwel onmiddellijk te morren. Lucy vertrouwde op de Heer en moest hun geloof zien te verenigen. Ze vertelde hun: ‘Nee, nee, […] u zult niet verhongeren, broeders, er zal u niets ergs overkomen. Heb alleen geduld en houd op met morren. Ik weet zeker dat de hand van de Heer over ons is.’

Toen ze op de vijfde dag na hun vertrek uit Waterloo in Buffalo aankwamen, was de toegangshaven tot het Eriemeer bevroren. Ze gingen aan boord van een schip waarop kapitein Blake het bevel voerde, een man die Lucy Smith en haar familie kende.

Hoewel de omstandigheden op het schip niet voor iedereen bevorderlijk waren om in afwachting van het sein van vertrek aan boord te blijven, meldde Lucy na een paar dagen: ‘Kapitein Blake verzocht de passagiers vanaf dat moment, op zijn wens, aan boord te blijven, zodat ze meteen konden uitvaren zodra hij het sein gaf. Op hetzelfde moment liet hij een man de diepte van het ijs meten, die, bij terugkeer, meldde dat er een laag van wel zes meter lag en dat we naar zijn mening nog minstens twee weken langer in de haven zouden blijven.’

Dat was verpletterend nieuws voor de groep. De voorraden waren schaars en de omstandigheden zwaar. Lucy Mack Smith tekende haar aansporing tot de heiligen verder op: ‘U beweert dat u op God vertrouwt, hoe komt het dan dat u zo mort en klaagt! U bent nog onredelijker dan de kinderen van Israël waren. Want hier hoor ik mijn zusters die naar hun schommelstoel verlangen en broeders van wie ik vastberadenheid en energie verwacht had, verklaren dat zij ervan overtuigd zijn dat ze van de honger zullen omkomen voordat ze hun reisdoel bereiken. En hoe komt dat? Is iemand iets tekort gekomen? […] Waar is uw geloof? Waar is uw vertrouwen in God? Beseft u niet dat alle dingen door Hem gemaakt zijn en dat Hij over de werken van zijn eigen handen heerst? Stel dat alle heiligen hier hun hart in gebed tot God verhieven, dat de weg voor ons geopend mocht worden, hoe eenvoudig zou het dan voor Hem zijn om het ijs te breken, zodat we onze reis binnen een oogwenk konden aanvangen!’

Afbeelding
Saints on boat

Let hier op het grote geloof van moeder Smith, hoe ze ervoor koos om op de Heer te vertrouwen en hoe ze de heiligen vroeg om samen met haar niet op hun eigen inzicht te steunen:

‘“Welnu, broeders en zusters, als u allemaal uw verlangen tot de hemel wilt opzenden, dat het ijs mag breken en we ongehinderd op weg kunnen gaan, dan zal het gebeuren, zo zeker als de Heer leeft.” Op dat moment klonk er een geluid als van knetterende donderslagen. De kapitein riep: “Alle mannen op hun post.” Het ijs brak uiteen en liet ternauwernood ruimte voor de doortocht met de boot, ja, zo smal dat toen de boot erdoor voer[,] de emmers van het waterrad er met een smak werden afgerukt, wat, in combinatie met de bevelen van de kapitein, de schorre antwoorden van de zeelieden, het lawaai van het ijs en de kreten en verwarring van de toeschouwers, een verschrikkelijk tafereel opleverde. We waren de doorgang nauwelijks gepasseerd toen het ijs zich weer aaneensloot. De broeders uit Colesville bleven in Buffalo achter en waren niet in staat om ons te volgen.

‘Terwijl we de haven verlieten, riep een van de omstanders uit: “Daar gaat het ‘mormoonse’ gezelschap! Die boot ligt ruim twintig centimeter dieper in het water dan ooit. Let op: hij gaat zinken, zo zeker als wat.” Sterker nog, ze waren er zo zeker van dat ze meteen naar het [nieuws]bureau gingen en lieten publiceren dat we gezonken waren, zodat we bij aankomst in Fairport het nieuws over onze eigen dood in de kranten lazen.’3

‘Steun op je eigen inzicht niet’

‘En bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht’, ofwel: ‘Vertrouw op de Heere met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet’ (Spreuken 3:5).

Ik heb zelf het hartzeer en de persoonlijke ellende gezien bij wie zich op wereldse ‘verwerving’ en niet op ‘inzicht’ van de Heer richten. Het lijkt erop dat wie op hun eigen inzicht steunen of op de arm van het vlees vertrouwen, eerder een onevenredige focus op of obsessie voor materieel gewin, prestige, macht en status ontwikkelen. Maar als je het ‘verwerven’ met deze Schriftuurlijke richtlijn van ‘inzicht’ laat stroken, tempert dat je zucht naar tijdelijke zaken. Je vindt er de juiste context voor je doen en laten als productief lid van de maatschappij en het koninkrijk van de Heer door.

Ik weet nog dat ik als jonge student vol idealen een gerespecteerde en succesvolle mentor hoorde opperen dat we ambities op de juiste wijze kanaliseren door achtereenvolgens ‘te leren, geld te verdienen en te dienen’. President Gordon B. Hinckley (1910–2008) heeft een patroon uiteengezet waardoor we meer op en in de Heer gaan vertrouwen dan op onszelf. Dit waren zijn woorden: ‘Ieder van ons heeft een viervoudige verantwoordelijkheid. Ten eerste zijn we verantwoordelijk voor ons gezin. Ten tweede zijn we verantwoordelijk tegenover onze werkgever. Ten derde zijn we verantwoordelijk voor het werk van de Heer. En ten vierde zijn we verantwoordelijk voor onszelf.’

We moeten een balans vinden. President Hinckley gaf aan dat we deze viervoudige verantwoordelijkheid nakomen door gezinsgebed, gezinsavond, gezamenlijke Schriftstudie, eerlijkheid en loyaliteit jegens onze werkgever, het vervullen van onze kerktaken, persoonlijke Schriftstudie, rust, ontspanning en lichaamsbeweging.4

De Amerikaanse filosoof en dichter Ralph Waldo Emerson heeft gezegd: ‘Deze tijd is, net als alle tijden, een zeer goede tijd, als we maar weten wat we ermee moeten doen.’5

Als heiligen der laatste dagen hoeven we gelukkig nooit heel ver te zoeken om te weten wat we moeten doen. Met je kennis van een liefhebbende Hemelse Vader en het grote plan van geluk bevindt je roer zich diep in het water. Plaats je roeiriemen nu eveneens diep, en trek er hard en gelijkmatig aan.

In een toespraak tijdens de algemene conferentie haalde president Monson een tekst uit Spreuken aan, zoals hij eerder gedaan had: ‘Vertrouw op de Heere met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Hij je paden rechtmaken.’ Toen zei hij: ‘Dat is het verhaal van mijn leven.’6 Wat een geweldig leven om een voorbeeld aan te nemen.

Ik heb grote verwachtingen voor ieder van jullie, zo ook de Vader en de Zoon. Ik eindig waar ik begonnen ben: met de aansporing in Spreuken: ‘En bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht!’

Verwerf werkelijk inzicht. Je zult dit verwerven als je de onderlinge afhankelijkheid van studie en gebed inziet, als je anderen vastbesloten blijft dienen terwijl je aan het leren bent en geld verdient, en als je niet op jezelf steunt maar op en in de Heer vertrouwt.

Noten

  1. Robert D. Hales, ‘Making Righteous Choices at the Crossroads of Life’, Ensign, november 1988, 10; cursivering toegevoegd.

  2. Zie bijvoorbeeld Thomas S. Monson, ‘Slotwoord’, Liahona, mei 2010, 112.

  3. Lucy Mack Smith, History of Joseph Smith by His Mother, Lucy Mack Smith (1979), zie 195–199, 202–205; cursivering toegevoegd.

  4. Zie Gordon B. Hinckley, ‘Vreugde in het voorrecht om te dienen’, Wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden, 21 juni 2003, 22, 23.

  5. Ralph Waldo Emerson, in ‘The American Scholar’, een toespraak gehouden aan de University of Cambridge op 31 augustus 1837.

  6. Thomas S. Monson, ‘Slotwoord’, 112; citaat Spreuken 3:5–6.