2017
Min-Jun is goed genoeg
January 2017


Min-Jun is goed genoeg

De auteur woont in Colorado (VS).

‘Jezus is mijn beste Vriend. [Hij] houdt van jou en mij’ (Kinderliedjes, 37).

Min-Jun keek uit het raam naar de wolken. ‘Het ziet ernaar uit dat het morgen gaat regenen’, zei hij.

Opa keek op van zijn krant en knikte. Het was het eind van de zomer in Seoul (Zuid-Korea) en de regentijd was begonnen.

Min-Jun zette een paraplu naast zijn zondagse kleren. ‘Ik denk dat we morgen vroeg moeten vertrekken.’

Opa glimlachte. ‘Goed idee. We moeten de langere route nemen voor het geval de lage route overstroomd is.’

‘Denk je dat het kerkgebouw veilig zal zijn?’ vroeg Min-Jun. Vorig jaar was de kelder in de regentijd volgelopen.

‘Ja’, zei opa. ‘Maar bidden kan nooit kwaad.’

‘Dan bid ik vanavond voor de kerk. En dat we daar goed zullen aankomen. Jal-ja-yo (welterusten).’ Min-Jun boog en ging naar bed.

’s Morgens vertrokken ze al vroeg uit hun woning. Min-Jun keek naar de donkere wolken aan de lucht.

‘Heb geloof’, zei opa.

Min-Jun volgde opa de smalle trap op naar de heuvel vlak bij hun woning. Bovenaan bleven ze staan om op adem te komen. Hun witte overhemden waren al klam van het vocht in de lucht.

Opa stak zijn hand uit om de eerste regendruppels te voelen. ‘Voel je dat? Het begint te regenen.’

Ze staken hun paraplu’s op. Tegen de tijd dat ze de volgende trap bereikten, regende het hard. Min-Jun tuurde om iedere tree door de regen heen te kunnen zien. ‘Oei!’ riep hij toen hij uitgleed en op zijn knie landde.

‘Heb je je pijn gedaan?’ vroeg opa. Hij leunde voorover om naar het gat in de broek van Min-Jun te kijken.

‘Het is maar een schram’, zei Min-Jun met trillende stem.

‘We kunnen er in de kerk voor zorgen’, zei opa.

Min-Jun en opa beklommen de andere trappen en kwamen op de bovenweg.

‘Het waait hier harder’, zei opa en klampte zich aan zijn paraplu vast. Min-Jun kon zijn paraplu nauwelijks in bedwang houden. Plotseling kwam er een windvlaag die hem binnenste buiten keerde, waarbij de paraplu bij de naden scheurde. Min-Jun liet zijn schouders neerhangen.

Opa stak zijn paraplu uit. ‘Kom onder de mijne. We zijn er bijna.’

Min-Jun en opa deden samen met de paraplu, maar die beschermde ze niet goed tegen de stromende regen. Toen ze de kerk naderden, hoorde Min-Jun muziek.

‘Ze zijn al begonnen!’ Min-Jun rende naar de voordeur. Toen zag hij zijn spiegelbeeld in het raam. Zijn haar zat door elkaar en droop, zijn broek was gescheurd en zijn schoenen zaten vol modder. Hij deinsde terug van de deur en ging weer het trapje af.

‘Ik … ik kan niet naar binnen gaan’, stotterde Min-Jun.

‘Het is oké’, zei opa.

‘Maar ik ben helemaal vies en nat!’

Opa keek naar Min-Jun en toen keek hij naar de regenmeter die aan het hek hing.

‘Het is makkelijk om regen te meten, Min-Jun, maar hoe meten we onszelf?’

Min-Jun keek op naar opa.

‘Je ziet modderige schoenen, een schram op je knie en rommelig haar, en dan denk je dat je niet goed genoeg bent’, zei opa. ‘Maar Jezus Christus heeft een betere manier van meten. Hij kijkt naar je hart en weet dat je het goede doet. Als je jezelf op zijn manier meet, zul je zien dat je heel goed bent.’

Min-Jun keek naar de regenmeter. Het streepje ging met iedere druppel regen verder omhoog. Hij bedacht hoe hard hij zijn best had gedaan om naar de kerk te komen en hoe warm en gelukkig hij zich daar voelde. Hij bedacht hoeveel hij van de Heiland hield en hoeveel de Heiland van hem hield.

Min-Jun sloeg zijn armen om opa heen en toen gingen ze naar binnen.

Afbeelding
Min-Jun Measures Up