2010
De belofte van de tempel
Februari 2010


De belofte van de tempel

Ik ben geboren en getogen in de kerk, maar toen ik in de twintig was, werd ik inactief. Ik trouwde een fijne man die ook niet meer naar zijn kerk ging. Toen John en ik kinderen kregen — we kregen er uiteindelijk vijf — begon ik terug te verlangen naar de leringen uit mijn jeugd. Ik dwong John nergens toe, maar toch ging hij met mij en onze twee zoons, John Rowe en Joseph, mee naar de kerk. We gingen elke zondag naar onze wijk. De zendelingen gaven John de lessen, die het evangelie omarmde en zich drie maanden later liet dopen.

We werden actieve leden van onze wijk en vervulden roepingen in de verschillende hulporganisaties. Er werden nog drie kinderen geboren — Hayley, Tessa en Jenna — en alle vijf hadden ze het naar hun zin in het jeugdwerk, op activiteitendagen, en in de scouting. In het daaropvolgende decennium volgden John en ik tot drie keer toe de cursus tempelvoorbereiding, maar dat leidde niet tot onze tempelgang. We wilden onze kinderen aan ons verzegeld hebben, maar we wisten niet zeker of we wel alle geboden wilden onderhouden. We gingen geregeld naar de kerk en waren gehoorzaam aan de meeste geboden. Dat moest maar voldoende zijn, toch? Onze kinderen wisten trouwens toch het verschil niet.

Spoedig kwamen we erachter dat dit nou juist niet het geval was. Als we onze oudste zoon ’s avonds instopten, vroeg hij telkens wanneer ons gezin naar de tempel zou gaan. Dat zette ons aan het denken.

Rond deze tijd riep de bisschop mijn man en mij binnen in zijn kantoor. Hij wilde weten waarom we nog niet in de tempel aan elkaar waren verzegeld. We legden uit dat we gewoon nog niet zo ver waren om alle geboden na te leven en dat we vonden dat we het al hartstikke goed deden.

Zoals de bisschoppen voor hem, vertelde bisschop Riding hoe belangrijk die verordeningen en de eeuwige zegeningen voor ons gezin waren. Maar toen gebeurde er iets wat ik nooit zal vergeten. Bisschop Riding verzonk een ogenblik in gedachten, waarna hij zachtjes zei: ‘Ik voel mij gedrongen te zeggen dat het nu de tijd voor u is om naar de tempel te gaan. Anders zou die gelegenheid weleens aan u voorbij kunnen gaan.’

We begrepen niet echt waar de bisschop op doelde, maar de Geest bevestigde zijn uitspraak onmiddellijk. We beseften toen dat de tempel ons niet alleen eeuwig tot zegen zou zijn, maar dat onze verzegeling ook onze kinderen kon helpen, nu zij ouder werden en voor belangrijke beslissingen zouden komen te staan.

John en ik verlieten die avond de bisschop met het gevoel dat we er vaart achter moesten zetten. We stelden specifieke doelen en prikten een datum voor onze begiftiging en verzegeling. Vanaf die tijd probeerden we alle geboden met alle macht na te leven — niet alleen die waarmee we geen moeite hadden. Bovendien begonnen we dagelijks te bidden en schriftstudie te houden, en onze roepingen toegewijder te vervullen. Terwijl we deze offers brachten, viel het ons op dat we zeer gezegend werden.

Als we wankelden, spraken we elkaar moed in. Zo zag mijn man op een avond aan mij dat het mij allemaal boven het hoofd dreigde te groeien. Hij las een passage uit het boek The Holy Temple,1 van president Boyd K. Packer voor, dat we samen hadden doorgelezen. Wat hij voorlas verruimde mijn denkbeelden en bracht mijn angsten tot bedaren.

Bisschop Riding en vele andere leden uit de wijk bleven ons aanmoedigen. Een vriend gaf ons het boekje Tempels, dat we bijna verslonden. De leiders van de cursus tempelvoorbereiding beantwoordden onze vragen en hielpen ons zoveel mogelijk. Ook veel leden uit de wijk gaven ons het goede voorbeeld door naar de tempel te gaan.

Elke avond als we onze kinderen in bed stopten, zeiden we stellig dat ons gezin naar de tempel zou gaan. Op een gegeven moment konden we hun zelfs een specifieke datum geven.

Op 17 april 1998, ongeveer zes maanden na dat gedenkwaardige gesprek met onze bisschop knielden John en ik met onze vijf kinderen aan het altaar in de Dallastempel (Texas). Veel vrienden uit onze wijk waren er, en daardoor wist ik hoe graag ze wilden dat wij de zegeningen kregen die zij in hun eigen gezin genoten. Onze verzegeling was zonder meer de belangrijkste gebeurtenis in ons leven.

Volgens mijn man en ik waren de gevolgen van onze verzegeling zeer voelbaar. Zo zagen we bijvoorbeeld een verandering bij ons thuis, in het bijzonder in onze kinderen. Ze waren gehoorzamer, en hoewel ze niet volmaakt waren, deden zij hun best om goede keuzes te doen en de geboden na te leven. Ons gezin was gewoon veel saamhoriger geworden.

Maar hoe prachtig die zegeningen ook waren, de wezenlijkheid van de tempelzegens werd ons in 2007 in het bijzonder pijnlijk duidelijk. Op de ochtend van 21 oktober was onze tweeling, toen 17, betrokken bij een auto-ongeluk. Tessa raakte daarbij lichtgewond, maar Jenna liep ernstige verwondingen op. Ze werd in coma naar een ziekenhuis gebracht. Toen we te horen kregen dat ze het vermoedelijk niet ging halen, kwamen onze drie oudste, studerende kinderen naar huis. De daaropvolgende dagen brachten we samen door aan Jenna’s bed. We putten grote troost uit onze verzegeling in de tempel en dat we in het hiernamaals samen zouden zijn. We spraken over het eeuwige karakter van gezinnen — van ons gezin. Een week na het ongeluk overleed Jenna.

Onze tempelverbonden zijn na haar dood nog belangrijker voor ons geworden. We missen Jenna verschrikkelijk en verlangen naar de dag dat we haar weer zullen zien, maar ons geloof in het heilsplan en ons getuigenis van de eeuwigheid van het gezin bieden ons kracht. Bij ons thuis hangt een foto van ons gezin bij de tempel, die ons herinnert aan die dag en aan de beloften die we hebben gekregen.

We zijn dankbaar voor getrouwe priesterschapsleiders die ons goede raad geven, in het bijzonder voor een fijne bisschop die inspiratie ontving, met als gevolg dat ons gezin eeuwige zegeningen ten deel viel. We zijn dankbaar dat onze vrienden in de wijk ons bemoedigden en ons het goede voorbeeld gaven. Bovenal zijn we dankbaar voor een liefdevolle hemelse Vader, die het mogelijk heeft gemaakt ‘dat familiebanden ook na de dood blijven bestaan’ door de gave van zijn Zoon en door de tempelverordeningen.2

Noten

  1. Het boekje Voorbereiding op de heilige tempel is gebaseerd op het boek van president Boyd K. Packer. Het is in veel talen verkrijgbaar bij het distributiecentrum (bestelnummer 36793 120).

  2. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ Liahona, oktober 2004, p. 49.

Familiefoto’s met dank aan familie Sigety

De familie Sigety in 2006. Voorste rij, v.l.n.r.: Joseph, Tessa, John Rowe en Jenna. Achterste rij, v.l.n.r: Hayley, John en Ellen.

Bij ons thuis hangt een foto van ons gezin bij de tempel, die ons herinnert aan die dag en aan de beloofde zegeningen.

Foto president Benson Busath Photography; foto engel Moroni David Andersen; foto Dallastempel (Texas) Jed Clark