2009
Ouderling Neil L. Andersen
May 2009


Ouderling Neil L. Andersen

van het Quorum der Twaalf Apostelen

Afbeelding
Elder Neil L. Andersen

In de 16 jaar dat ouderling Neil Linden Andersen als algemeen autoriteit werkzaam is geweest, heeft hij vaak president Monson horen zeggen dat ‘Wie de Heer roept, de Heer ook geschikt maakt.’ (Thomas S. Monson citeert Harold B. Lee, ‘Wie God eert, eert God ook’, Liahona, januari 1996, p. 43). Meer dan ooit houdt ouderling Andersen zich aan die woorden vast.

Ouderling Andersen, die als senior president van de Zeventig werkzaam was, legt uit: ‘Niemand is op zo’n roeping voorbereid. Het is om stil van te worden en ik voel me dan ook onbekwaam. Ik bid dat de Heer vindt dat ik voldoende nederig en kneedbaar ben, zodat Hij me kan vormen tot wat ik moet worden.’

Ouderling Andersen, zoon van Lyle P. en Kathryn Andersen, is op 9 augustus 1951 in Logan (Utah) geboren. Hij heeft in zijn jeugd belangrijke normen en waarden geleerd door de saamhorigheid die thuis heerste. ‘Op een kleine familieboerderij moet iedereen zijn steentje bijdragen. Het is een zegen om te leren dat werken voldoening geeft.’

Toen hij 19 was, ging ouderling Andersen op zending naar Frankrijk, waar de diepe toewijding van de leden en de bekerende kracht van het Boek van Mormon zijn groeiende getuigenis versterkten.

Toen hij van zijn zending terugkwam, blonk ouderling Anderson uit aan de Brigham Young University, waar hij een Hinckleybeurs kreeg en werd gekozen als vicevoorzitter van de studentenraad.

Daar ontmoette ouderling Andersen de persoon die wellicht de grootste invloed op zijn leven heeft gehad: zijn toekomstige vrouw, Kathy Sue Williams. De twee trouwden op 20 maart 1975 in de Salt Laketempel.

Met een warme glimlach zegt ouderling Andersen: ‘Toen ik met haar trouwde, gingen de normen in mijn leven flink omhoog — ze is absoluut consequent in gebed en schriftstudie en in het nauwkeurig naleven van de geboden. Haar invloed op mij en onze kinderen is fenomenaal. Ze heeft een zuiver en gedisciplineerd geloof.’

Toen hij in 1975 aan de BYU afstudeerde, ging ouderling Andersen naar Harvard University waar hij in 1977 zijn master haalde. Hij en Kathy keerden terug naar Kathy’s ouderlijk huis in Florida, waar hij als zakenman werkzaam was in reclame, projectontwikkeling en gezondheidszorg. Later werd hij geroepen als president van de ring Tampa (Florida).

In 1989, toen hij 37 was, werd ouderling Andersen weer naar Frankrijk geroepen — deze keer als president van het zendingsgebied Bordeaux. ‘Onze vier jonge kinderen traden moedig een nieuwe cultuur en een nieuwe taal tegemoet, en we zagen van dichtbij de hand van de Heer in de opbouw van zijn koninkrijk’, zegt hij.

In april 1993 werd ouderling Andersen op 41-jarige leeftijd als lid van het Eerste Quorum der Zeventig gesteund. Inclusief zijn jaren als zendingspresident heeft ouderling Andersen tien jaar van de afgelopen twintig jaar buiten de Verenigde Staten voor de kerk gewerkt. ‘We houden van de geweldige leden van de kerk over de hele wereld’, zegt hij. ‘Het geloof, de toewijding en het getuigenis is in ieder land een groot voorbeeld voor ons geweest.’

Ouderling en zuster Andersen hebben vier jaar in Brazilië gewoond, waar ze het werk van de Heer als nooit tevoren hebben zien bloeien en waar ze levenslange vriendschappen hebben gesloten. Later heeft ouderling Andersen namens de Twaalf toezicht gehouden op Mexico en Midden-Amerika. Toen hij op de hoofdzetel van de kerk werkzaam was, heeft hij leiding gegeven aan de afdeling audiovisuele middelen, heeft hij toezicht gehouden op het filmen van The Testaments of One Fold and One Shepherd, alsmede op de ontwikkeling van mormon.org in 2001.

Ouderling Andersen erkent dankbaar dat hij de unieke kans heeft gehad om de afgelopen zestien jaar veel te leren van het Eerste Presidium en de Twaalf. ‘President Monson is een geweldige leerkracht voor mij en veel anderen, en hij heeft ons geleerd dat we net als de Heiland de helpende hand moeten uitsteken’, zegt hij. ‘Hij zegt steeds nadrukkelijk dat er geen grotere vreugde is dan te weten dat je een werktuig in de handen van de Heer bent om een oprecht gebed te beantwoorden.’

Terwijl hij zich bijzonder nederig voelt door de roeping tot het heilig apostelschap, gaf ouderling Andersen tijdens de algemene conferentie een krachtig getuigenis van de Heiland. Hij zei: ‘Het troost mij dat de Heer mij juist in één vaste vereiste voor het heilig apostelschap ten zeerste heeft gezegend. Ik weet door de kracht van de Heilige Geest met volmaakte en zekere klaarheid dat Jezus de Christus is, de geliefde Zoon van God.’ (‘Kom tot Hem’, Liahona, mei 2009, p. 78.)