2007
Samen optrekken
September 2007


Samen optrekken

De opwinding gierde door Mariano Palermo’s lijf toen zijn ploegmaat en hij als eersten onder de duizendmeterlijn door roeiden. Het was 2003 en ze waren halverwege het waarmaken van hun droom om samen de Argentijnse roeikampioenschappen dubbeltwee voor mannen te winnen en zich te plaatsen voor de Olympische Spelen van 2004 in Athene (Griekenland).

Ze hadden een prima ritme — hun sterke slagen gingen in perfecte harmonie het water in en stuwden hen aan hun mededingers voorbij.

Maar enkele honderden meters later bekoelde Mariano’s enthousiasme toen zijn ploegmaat door vermoeidheid langzamer begon te worden.

Mariano keek naar de boot die op de tweede plaats lag en niet ver van hen af was. Hadden ze genoeg voorsprong om als eerste de finish te halen?

‘Wij zijn erg eensgezind’

Mariano’s tweelingzus, Lucía, had zelf een wedstrijd dubbeltwee voor vrouwen later die dag waar ze zich op moest concentreren, maar ze zorgde ervoor dat ze haar broer wél zag meedoen. Ze was opgewonden toen ze zag dat zijn ploeg zo snel de leiding nam. Maar haar enthousiasme verdween toen ze zag dat hun tempo afnam.

De Palermotweelingen hebben altijd een erg nauwe band gehad. Omdat ze dezelfde leeftijd hebben, en ze veel dezelfde activiteiten hebben gedaan, hebben ze altijd veel tijd samen doorgebracht.

‘De wekelijkse activiteitenavond, seminarie, school’, noemt Lucía op. ‘Nu we ouder zijn, is het een beetje anders, maar we trainen nog steeds samen.’

De tweelingen, die lid zijn van de wijk Pacheco in de ring Buenos Aires-Litoral (Argentinië), delen ook andere interesses. Ze werken allebei graag met hun handen — Lucía doet handwerken of naaien en Mariano sleutelt aan auto’s.

‘Ik kook graag’, voegt Lucía daar aan toe.

‘En omdat ik graag eet, zijn we een goed team’, lacht Mariano. ‘Ik help haar graag met koken. Ik ben er niet erg goed in, maar het is leuk om te doen.’

De twee kunnen erg goed met elkaar opschieten — ‘We praten over alles’, zegt Lucía — maar volgens Mariano beseffen veel mensen niet dat ze tweelingen zijn. Ze lijken dan ook niet op elkaar.

‘En we weten niet wat de ander denkt’, zegt Lucía, als grapje over hoe tweelingen soms worden beschreven. ‘Maar we worden wel geraakt door wat de ander overkomt, of dat nou op school is of bij wedstrijden. We zijn erg eensgezind. Dat is echt fijn.’

Het leven is een teamsport

Toen Mariano voelde dat zijn ploegmaat langzamer werd, wist hij dat het niet uitmaakte hoe sterk hij zichzelf voelde. Als Mariano harder of sneller aan zijn roeispaan trok dan zijn ploegmaat, zou de boot uit balans en van koers afraken.

Hij roeide even snel als zijn ploegmaat en keek toe terwijl de mededingers hen begonnen in te halen.

Mariano en Luciá hebben als tweelingen veel gemeen. Een daarvan is hun motivatie om hard te trainen en zich tot het uiterste in te zetten om hun doelen te bereiken. Maar roeiwedstrijden in teams win je niet op basis van de roeiprestatie van het individu. De tweelingen hebben geleerd dat je niet wint als je niet gelijk roeit met je ploegmaten.

‘Hoe doeltreffend je bent als boot, hangt af van je eensgezindheid’, zegt Mariano. ‘We moeten hetzelfde denken, of we nu deel uitmaken van een dubbeltwee, dubbelvier of dubbelacht.’

‘Als we niet samenwerken…’, begint Lucía te zeggen.

‘Precies’, onderbreekt Mariano haar.

‘—… werkt de boot niet.’, voltooit ze haar zin.

Het is een beginsel dat de twee niet alleen als roeiers begrijpen, maar ook als tweelingen en als leden van de kerk.

‘Als het team zich concentreert op hetzelfde doel, is het veel makkelijker te halen’, zegt Mariano. ‘En dat werkt in onze familie ook. We hebben hetzelfde doel, om voor eeuwig bij elkaar te blijven. Dat helpt enorm.’

De twee begrijpen dat samenwerken essentieel is — niet alleen bij het roeien, maar ook om ons uiteindelijk doel te bereiken, namelijk om te worden zoals Jezus Christus en terug te keren in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader. De Heer heeft gezegd: ‘Zijt één; en indien gij niet één zijt, zijt gij de mijnen niet’ (LV 38:27).

Hebben we eenmaal geleerd dat het leven geen individuele sport maar een teamsport is, dan plaatst ons dat voor een belangrijke geestelijke beslissing.

Wie volg ik?

Toen het team dat op de tweede plaats lag langszij kwam, had Mariano al zijn zelfbeheersing nodig om niet aan de verleiding toe te geven om zo hard mogelijk te gaan roeien. De finish was zo dichtbij. Maar Mariano wist dat roeien op zijn eigen tempo rampzalig kon zijn. In het beste geval zou het hen alleen maar langzamer maken, maar in het ergste geval zou het hen van hun koers afbrengen en misschien zelfs diskwalificeren.

Die keus om ons aan het tempo van iemand anders te houden in plaats van aan ons eigen tempo om ons doel te bereiken, is een belangrijk beginsel dat toepasselijk is op het leven hier op aarde. We kunnen niet in ons eentje terugkeren in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader (zie Romeinen 3:23).

Gelukkig was de Heiland bereid om door middel van de verzoening in onze boot te stappen (zie Alma 7:11–12) en zo de weg voor ons te openen naar de finish, waar onze hemelse Vader is.

Maar net als bij het roeien moeten we voor het winnen van de prijs net zoveel bereidwilligheid tonen om alles op te geven dat ons ervan zou weerhouden om in harmonie met de Heer te roeien. Verzoening betekent iets weer in goede onderlinge verstandhouding brengen. Voor die goede onderlinge verstandhouding moeten we bereid zijn al onze zonden op te geven (zie Alma 22:18), wereldse verlangens van ons af te zetten, en de wil van de Heer te doen (zie Mosiah 3:19).

Dat is niet altijd makkelijk, maar de Heiland weet dat ‘de wedloop […] vóór ons ligt’ (Hebreeën 12:1). En Hij weet precies wat wij nodig hebben om terug te keren naar de tegenwoordigheid van onze Vader.

Als wij ervoor kiezen om Hem niet te volgen, en er de voorkeur aan geven om een en ander op onze eigen manier te doen, roeien we niet meer synchroon en lopen we het risico om onze voortgang te vertragen of onszelf zelfs te diskwalificeren.

Samen bereiken we meer

Zowel in het leven als in de sport houden sommigen liever hun eigen tempo aan in de overtuiging dat hun individualiteit ware vrijheid oplevert. Ze roeien liever alleen door het leven, zonder te beseffen dat ze met Jezus Christus zoveel meer zouden kunnen bereiken (zie Marcus 10:27).

In de roeiwereld is het een bekend feit dat ‘een boot die samenwerkt veel sneller gaat dan het individu’, legt Lucía uit.

Op de klassieke afstand van tweeduizend meter is een goede tijd voor één roeier op dreef iets minder dan zeven minuten (het wereldrecord is 6.35:40). Maar in een boot van acht kan diezelfde roeier, zelfs in combinatie met roeiers die ieder voor zich langzamer zijn dan hijzelf, die afstand veel sneller varen. Het wereldrecord voor de dubbelacht is 5.19:85.

Net zoals het voor een individuele roeier moeilijk is om een eensgezind team te verslaan, kunnen wij evenmin onze eeuwige doelen bereiken zonder de Heiland.

Zo gewonnen, zo geronnen

Mariano en zijn ploegmaat weigerden op te geven. Maar kort voor de finish werden ze gepasseerd zodat ze als tweede eindigden.

Lucía stond op de steiger toen Mariano zijn boot na de wedstrijd afmeerde. Ze had zelf een wedstrijd om aan te denken, maar toen ze zijn tranen van teleurstelling zag, brak ze zelf in tranen uit.

‘Ik weet hoe hard hij getraind heeft’, zegt ze. ‘Ik kan het niet verdragen om hem zo teleurgesteld te zien. Zó ontgoocheld heb ik hem nog nooit gezien.’

De tweelingen deelden samen Mariano’s teleurstelling. Uiteindelijk haalde Lucía’s coach ze uit elkaar, bang dat ze zich anders niet op haar eigen wedstrijd zou kunnen concentreren. Maar Lucía en haar ploegmaat wonnen hun wedstrijd en wonnen later ook de Zuid-Amerikaanse kampioenschappen, waarmee ze zich plaatsten voor de Olympische Spelen in 2004.

En zoals ze samen Mariano’s teleurstelling hadden gedeeld, verheugden ze zich samen in Lucía’s succes.

‘Ik was zo opgewonden toen ze zich plaatste voor de Olympische Spelen’, zegt Mariano. ‘Ze had het verdiend.’

Met Christus kunnen wij allen winnen

Op de Olympische Spelen werden Lucía en haar ploegmaat uiteindelijk zeventiende. Net als Mariano was haar finish niet bepaald wat ze in gedachten had gehad. Maar ze bleven allebei hoge doelen stellen. Op de korte termijn willen ze een Olympische medaille winnen. Op de lange termijn willen ze het eeuwige leven verdienen.

Beide doelen vereisen opoffering en de bereidheid om eensgezind met iemand anders samen te werken.

Maar terwijl de wereld slechts één winnaar beloont (zie 1 Korintiërs 9:24), ongeacht hoe eensgezind elk team is, is de prijs die de Heer ons biedt te verkrijgen door allen die ervoor in aanmerking komen. Nephi zegt dat ‘velen van ons, zo niet allen, […] in zijn koninkrijk behouden zullen worden’ (2 Nephi 33:12; cursivering toegevoegd), maar we moeten ons eerst ‘met Christus verzoenen’ (2 Nephi 33) door onze wereldse verlangens op te offeren om Hem te volgen.

De Palermotweelingen zijn eensgezind in de hoop dat hun geloof en offers voldoende zullen zijn om de wedstrijd te winnen die het allerbelangrijkst is.