2007
De krachten die ons zullen redden
Januari 2007


Boodschap van het Eerste Presidium

De krachten die ons zullen redden

Afbeelding

Ik heb het gevoel dat ik een waarschuwende stem moet laten horen tegen de duivel en zijn engelen — de bron van alle kwaad. Ik doe dat met een gebed in mijn hart omdat Satan niet echt een opbouwend onderwerp is. Ik ben van mening dat hij de grote nabootser is.

Naarmate het koninkrijk van God groter en sterker wordt, zullen we volgens mij steeds meer en duidelijker Satans macht waarnemen. Maar zijn almaar toenemende inspanningen zijn volgens mij een bewijs dat deze kerk waar is. In de toekomst zal zijn tegenstand zowel subtieler als openlijker zijn. Hoewel die enerzijds geraffineerder en sluwer verpakt zal zijn, zal ze anderzijds ook opzichtelijker zijn. We zullen geestelijker moeten worden om het kwaad in al zijn vormen te kunnen herkennen en meer kracht moeten hebben om het te weerstaan. Maar de teleurstellingen en tegenslagen in het werk van God zullen slechts tijdelijk zijn, want zijn werk zal voortgang blijven vinden.1

Het is niet goed zich voor Satan en zijn mysteries te interesseren. Wie te dicht bij het kwaad komt, kan niets goeds verwachten. Het is als met vuur spelen: we kunnen ons zo gemakkelijk verbranden. ‘Kennis van zonde voert tot het bedrijven ervan.’2 De enige veilige koers is om ver bij hem en zijn goddeloze en verderfelijke praktijken vandaan te blijven. Het kwaad van duivelsaanbidding, tovenarij, hekserij, voodoo, bezweringen, zwarte magie en alle andere vormen van demonisme moet altijd vermeden worden.

President Brigham Young (1801–1877) heeft echter ook gezegd dat het belangrijk is om ‘het kwaad en zijn gevolgen te bestuderen.’3 Omdat Satan de stichter van alle kwaad op aarde is, is het van het grootste belang dat wij beseffen dat hij de aanstoker is achter alle verzet tegen het werk van God. Alma heeft dat duidelijk als volgt samengevat: ‘Want ik zeg u dat al het goede van God komt, en al het kwade komt van de duivel.’4

Ik heb dit onderwerp voornamelijk uitgekozen om de jonge mensen te waarschuwen. Paulus heeft gezegd: ‘Opdat de Satan op ons geen voordeel mocht behalen. Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend.’5 Wij hopen dat de jonge mensen, die nog weinig ervaring hebben met de bedrieglijke redeneringen van de wereld, de verleidingen en misleidingen van Satan kunnen weerstaan. Ik beweer niet dat ik een bijzonder inzicht in Satans methoden heb, maar ik heb zijn invloed in mijn leven en het leven van anderen kunnen waarnemen. Tijdens mijn eerste zending voor de kerk probeerde Satan mij van mijn toekomstig pad af te leiden, en zo mogelijk mijn bijdrage aan het werk van de Heer ongedaan te maken. Dat was ruim zestig jaar geleden, maar ik kan me nog goed herinneren hoe redelijk zijn argumenten klonken.

Satans aantrekkingskracht

Wie heeft niet zelf ooit de verleidingen van de duivel gehoord of gevoeld? Zijn stem klinkt vaak zo redelijk en zijn boodschap lijkt vaak zo gemakkelijk te rechtvaardigen. Het is een aantrekkelijke, intrigerende stem die zacht van toon is. Ze klinkt niet hard of onaardig. Niemand zou naar Satans stem luisteren als die scherp of gemeen klonk. Als de stem van de duivel onaangenaam klonk, zouden de mensen er niet naar luisteren.

Shakespeare heeft geschreven dat ‘de vorst der duisternis een gentleman’6 is, en dat ‘de duivel zich van de schrift bedient.’7 Als grote nabootser heeft Lucifer veel misleidende kracht. Zoals Paulus tegen de Korintiërs heeft gezegd: ‘Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts.’8

Enkele van Satans aantrekkelijkste argumenten luiden: ‘iedereen doet het’; ‘als niemand anders erdoor geschaad wordt, is het niet erg’; ‘als je je er goed over voelt, is het in orde’; of ‘het is iets van deze tijd’. Zulke subtiele verleidingen maken Satan tot de grote nabootser, misleider, vervalser en oplichter.

‘Allemaal beschikken we over een ingebouwd remsysteem dat ons een halt toeroept voordat wij Satan al te ver op de verkeerde weg volgen. Dat is de stille, zachte stem in ieder van ons. Maar als wij aan de verleidingen van Satan toegeven, begint het remsysteem te lekken waardoor ons remvermogen verzwakt raakt.

Nephi heeft duidelijk gemaakt hoe Satan te werk gaat:

‘En anderen zal hij sussen en paaien tot vleselijke gerustheid, zodat zij zeggen: Alles is wel in Zion; ja, Zion is voorspoedig, alles is wel — en zo bedriegt de duivel hun ziel en voert hij hen bedachtzaam ter helle.

‘En zie, anderen lokt hij met vleierij en vertelt hun dat de hel niet bestaat; en hij zegt hun: Ik ben geen duivel, want die bestaat niet — en zo fluistert hij in hun oor, totdat hij hen grijpt met zijn verschrikkelijke ketenen, waaruit geen bevrijding is.’9

Het Eerste Presidium heeft Satan als volgt beschreven: ‘Hij is zo voortreffelijk vermomd dat velen hem en zijn methoden niet herkennen. Er is geen misdaad die hij niet zou begaan, geen losbandigheid die hij niet zou stimuleren, geen plaag die hij niet zou veroorzaken, geen hart dat hij niet zou breken, geen leven dat hij niet zou nemen, geen ziel die hij niet zou vernietigen. Hij komt als een dief in de nacht; hij is een wolf in schaapskleren.’10 Satan is een meester in het gebruik van vleitaal, hij kent de macht van spreekvaardigheid, een macht die zijn volgelingen vaak aanwenden.11 Hij is altijd al een van de grote machten op aarde geweest.

Ernest LeRoy Hatch, een voormalige president van de Guatemala-Stadtempel, heeft ooit gezegd: ‘De duivel is niet zo slim omdat hij de duivel is, maar omdat hij zo oud is.’ De duivel is inderdaad oud, en hij was niet altijd de duivel. Aanvankelijk was hij geen misdadiger. In het begin bevond hij zich onder de hemelse heerscharen. Hij was een engel ‘die gezag bezat in de tegenwoordigheid van God.’12 Voordat Christus zijn plan kon voorleggen, zei hij tegen de Vader: ‘Zie, hier ben ik, zend mij, ik zal uw zoon zijn en ik zal het gehele mensdom verlossen, zodat niet één ziel verloren zal gaan, en voorzeker zal ik het doen; daarom, geef mij uw eer.’13 Dat wilde hij door middel van dwang bereiken door de keuzevrijheid van de mens teniet te doen.

Satan werd de duivel omdat hij door middel van dwang naar heerlijkheid, macht en heerschappij streefde.14 Jezus daartegenover ‘die de Uitverkorene is geweest vanaf het begin’, zei tegen God: ‘Vader, uw wil geschiede en de heerlijkheid zij de uwe voor eeuwig.’15 Wat een tegengestelde benaderingswijzen toch! Maar hoe verkeerd zijn plan ook was, Satan was overtuigend genoeg om een derde van de hemelscharen achter zich te krijgen.16 Hij sprak de misleidende woorden: ‘Ik ben ook een Zoon van God.’17 Daarmee overtuigde hij de anderen om hem meer lief te hebben dan God.

Keuzevrijheid — ons alternatief

Onze keuzevrijheid, die wij via het plan van onze Vader hebben gekregen, is het grote alternatief voor Satans plan van dwang. Met deze verheven gave kunnen we groeien, vooruitgang maken en naar volmaking streven. Zonder die keuzevrijheid zouden we niet uit onze eigen fouten en uit die van anderen kunnen leren en groeien en vooruitgang maken.

Door zijn opstandigheid werd Lucifer uitgeworpen, ‘en hij werd Satan, ja, namelijk de duivel, de vader van alle leugen, om de mensen te misleiden en te verblinden en om hen gevankelijk weg te voeren naar zijn wil, ja, allen die weigerden naar [de] stem [van de Heer] te luisteren.’18 En daarom werd deze persoon, die een gezagdragende engel van God was, en in de tegenwoordigheid van God had geleefd, uit de tegenwoordigheid van God en zijn Zoon verwijderd.19 Dat veroorzaakte grote droefheid, ‘daar de hemelen hem beweenden — het was Lucifer, een zoon des dageraads.’20 Hebben de volgelingen van Christus dan niet de verantwoordelijkheid om zich te bekommeren om hun dierbaren die verdwaald zijn en ‘uit de tegenwoordigheid van God [zijn] gesloten’?21 Ik weet geen betere manier dan onvoorwaardelijke liefde te tonen en de verloren zielen een ander pad te helpen vinden.

Maar Satan speelt een belangrijke, negatieve rol. In het boek 2 Nephi staat: ‘Want er moest wel een tegenstelling in alle dingen zijn.’22 En Petrus waarschuwt: ‘Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.’23

C.S. Lewis, een christelijke schrijver, geeft ons een goed inzicht in de tactieken van de duivel. In een denkbeeldige brief geeft de meester-duivel, Schroeflik, instructies aan Galsem, een duivel in opleiding:

‘Nu zul je zeggen dat dit maar heel kleine zonden zijn en ongetwijfeld zou jij, zoals iedere jonge duivel, graag melding kunnen maken van spectaculaire verdorvenheid. (…) Het komt er niet op aan hoe klein de zonden zijn, zolang het cumulatieve effect ervan maar is dat hij zich uit het Licht en in het Niets begeeft. (…) De veiligste weg naar de hel is juist de weg der geleidelijkheid — de lichte daling over verend mos, zonder schielijke bochten, zonder mijlpalen, zonder richtingswijzers.’24

C.S. Lewis heeft ook het volgende geschreven: ‘Er doet een vreemd idee de ronde dat goede mensen niet zouden weten wat verleidingen zijn. Dat is een duidelijke leugen. Alleen de mensen die verleidingen proberen te weerstaan, weten hoe sterk ze zijn. (…) We kunnen de kracht van de wind voelen als we ertegenin lopen, niet als we gaan liggen.’25

De profeet Joseph Smith heeft uit eigen ervaring het volgende gezegd: ‘Hoe dichter iemand bij de Heer komt, hoe meer macht de tegenstander zal uitoefenen om hem ervan te weerhouden zijn doelen te bereiken.’26

Ons verweer: standvastigheid

Maar we hoeven ons niet door angst voor Satans macht te laten verlammen. Hij kan geen macht over ons uitoefenen tenzij wij hem dat toestaan. In werkelijkheid is hij een lafaard, en als wij standhouden zal hij zich terugtrekken. De apostel Jakobus heeft gezegd: ‘Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden.’27 Hij kent onze gedachten niet, tenzij we die uitspreken. En Nephi zegt dat de duivel ‘geen macht over het hart’ van rechtschapen mensen heeft.28 We hebben entertainers en andere mensen hun wandaden horen verrechtvaardigen en uitleggen met de woorden: ‘De duivel heeft me daartoe gebracht.’ Ik geloof niet dat de duivel ons iets kan laten doen. Zeker, hij kan ons verleiden en misleiden, maar hij heeft geen macht over ons, tenzij we hem die geven.

De kracht om Satan te weerstaan is sterker dan we ons realiseren. De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘Alle mensen die een lichaam bezitten, hebben macht over hen die dat niet bezitten. De duivel kan geen macht over ons uitoefenen als wij hem dat niet toestaan. Zodra wij ons echter verzetten tegen iets dat van God komt, neemt de duivel de macht over.’29

Hij heeft ook gezegd: ‘Goddeloze geesten hebben grenzen, beperkingen en wetten waardoor zij worden bestuurd.’30 Satan en zijn engelen zijn dus niet almachtig. Eén van Satans tactieken is om iemand die een overtreding heeft begaan ervan te overtuigen dat er geen hoop op vergeving is. Maar er is altijd hoop. De mens kan zich bekeren van de meeste zonden, hoe ernstig ook, als het verlangen daartoe maar oprecht is.

Kwaad onderscheiden

Satan heeft veel succes geboekt met deze lichtgelovige generatie. Daardoor hebben hij en zijn engelen letterlijk massa’s mensen tot slachtoffer gemaakt. Er is echter een groot schild tegen de macht van Lucifer en zijn engelen. Deze bescherming is te vinden in het onderscheidingsvermogen dat we door de gave van de Heilige Geest ontvangen. Deze gave wordt door persoonlijke openbaring gegeven aan mensen die ernaar streven de geboden van de Heer te onderhouden en de raad van de hedendaagse profeten op te volgen.

Iedereen die zijn oog op de eer van God heeft gericht kan deze persoonlijke openbaring ontvangen, want de belofte is dat hun ‘gehele lichaam met licht vervuld’ zal zijn, en dat er in hen ‘geen duisternis’ zal zijn.31 Iedereen die door gehoorzaamheid aan de verbonden en verordeningen van het evangelie tot Christus komt, kan Satans invloed weerstaan. De nederige volgelingen van de goddelijke Meester zullen zich niet door de duivel laten misleiden als zij eerlijk zijn tegenover hun medemensen, naar het huis des Heren gaan, waardig aan het avondmaal deelnemen, de sabbat heiligen, tiende en andere bijdragen betalen, berouwvol bidden, zich in de dienst van de Heer begeven en de raad opvolgen van hen die over hen gesteld zijn.

Er zijn krachten die ons kunnen redden van de steeds toenemende leugens en wanorde, het geweld en bedrog, en de chaos, verwoesting en ellende op aarde. Deze reddende krachten zijn de eeuwige beginselen, verbonden en verordeningen van het eeuwige evangelie van de Heer Jezus Christus. Deze beginselen, verbonden en verordeningen zijn verbonden met de rechten en machten van het priesterschap van de almachtige God. Als leden van de kerk bezitten en beheren we deze indrukwekkende machten, die de macht van Satan op aarde zullen en kunnen terugdrijven. We geloven dat wij deze grote krachten in beheer hebben voor alle mensen die zijn overleden, die nu leven en die nog geboren zullen worden.

Het is mijn gebed dat we door het verspreiden van rechtschapenheid, de goddeloze macht van de verwoester kunnen tegenhouden, zodat hij de wereld niet kan vervloeken. Ik bid dat God onze zwakheden en tekortkomingen door de vingers zal zien, en ons zal vergeven. Moge Hij de mensen troosten die lijden of verdriet hebben, en gemoedsrust geven aan de mensen die een gebroken hart hebben.

Voor de huisonderwijzers

Nadat u dit artikel met een gebed in uw hart hebt bestudeerd, bespreekt u het op een manier dat iedereen aan de bespreking wil deelnemen. Enkele voorbeelden:

  1. Laat de gezinsleden zich voorstellen dat ze rond een haardvuur zitten. Bespreek hoe gevaarlijk het is om met vuur te spelen. Hoe kunnen we dat vergelijken met ‘door Satan en zijn geheimzinnigheid geboeid worden’? Geef enkele voorbeelden van president Faust over de manier waarop we de verleidingen van Satan kunnen weerstaan. Moedig het gezin aan om een rechtschapen voorbeeld te zijn en zijn invloed te weerstaan.

  2. Neem een kleine speelgoedauto of een foto van een auto mee. Of laat het gezin naar een auto in de straat kijken. Wat zou er gebeuren als iemand aan het rijden was en de remmen zouden weigeren? Vertel het voorbeeld dat president Faust geeft over ons ingebouwde remsysteem. Getuig hoe belangrijk het is om open te staan voor de Heilige Geest en naar de stille, zachte stem te luisteren om de duivel te bestrijden.

  3. Schrijf aan de hand van het artikel enkele middelen op die Satan gebruikt, en enkele geestelijke hulpmiddelen die wij kunnen gebruiken om Satan te bestrijden. Praat met de gezinsleden over de tactieken van de duivel, en leg uit dat wij de macht hebben om hem te overwinnen. Getuig dat wij Satan door een rechtschapen levenswijze kunnen weerstaan.

Noten

  1. Zie LV 3:1; 65:2.

  2. Joseph F. Smith, Gospel Doctrine, 5e editie (1939), p. 373.

  3. Discourses of Brigham Young, verzameld door John A. Widtsoe (1941), p. 257.

  4. Alma 5:40.

  5. 2 Korintiërs 2:10–11.

  6. Koning Lear, derde bedrijf, vierde toneel, regel 148.

  7. De koopman van Venetië, eerste bedrijf, derde toneel, regel 99.

  8. 2 Korintiërs 11:14; zie ook 2 Nephi 9:9.

  9. 2 Nephi 28:21–22.

  10. James R. Clark, samensteller, Messages of the First Presidency of The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, 6 delen (1965–1975), deel 6, p. 179.

  11. Zie Jakob 7:4.

  12. LV 76:25.

  13. Mozes 4:1.

  14. Zie Mozes 4:3–4.

  15. Mozes 4:2.

  16. Zie Openbaring 12:4; LV 29:36.

  17. Mozes 5:13.

  18. Mozes 4:4.

  19. Zie LV 76:25.

  20. LV 76:26.

  21. Zie Mozes 6:49.

  22. 2 Nephi 2:11.

  23. 1 Petrus 5:8.

  24. Brieven uit de hel, (2002), p. 57.

  25. Mere Christianity (1960), p. 124.

  26. Orson F. Whitney, Life of Heber C. Kimball, (1945), p. 132.

  27. Jakobus 4:7.

  28. Zie 1 Nephi 22:26.

  29. The Words of Joseph Smith, Andrew F. Ehat en Lyndon W. Cook (1980), p. 60.

  30. History of the Church, deel 4, p. 576.

  31. LV 88:67.