2007
Een werktuig in de handen Gods worden
Januari 2007


Huisbezoekboodschap

Een werktuig in de handen Gods worden

Kies onder gebed de teksten en leringen uit deze boodschap die aansluiten bij de behoeften van de zusters die u bezoekt. Vertel over eigen ervaringen en geef uw getuigenis. Nodig de zusters die u bezoekt uit om dat ook te doen.

Wat houdt het in om een werktuig in de handen Gods te worden?

Alma 26:3: ‘En dat is de zegen die Hij ons heeft geschonken, dat wij een werktuig in de handen Gods zijn gemaakt om dat grote werk teweeg te brengen.’

Bonnie D. Parkin, algemeen ZHV-presidente: ‘Wat houdt het in gewone mensentaal in om een werktuig te zijn? Ik denk dat het betekent om anderen te verzorgen. Joseph Smith noemde het handelen “volgens de gevoelens die God in uw hart heeft geplaatst”. (…) Er zijn talrijke manieren om een werktuig in Gods handen te worden. Bijvoorbeeld, de huisbezoekster zijn die u altijd wilde zijn; aan een jonge, ongehuwde volwassene vragen wat ze leuk vindt in plaats van waarom ze niet getrouwd is; delen met anderen in plaats van zelf te verzamelen; zorgvuldig uw kleding, woordgebruik en ontspanning uitkiezen; glimlachen naar een echtgenoot of een kind die weten dat ze frustratie en pijn hebben veroorzaakt; een arm om een jongevrouw heen slaan; blijmoedig in de kinderkamer lesgeven; door uw houding laten zien dat u plezier beleeft aan uw levensreis.’ (‘Dierbare momenten’, Liahona, november 2005, pp. 107, 109.)

Kathleen H. Hughes, eerste raadgeefster in het algemeen ZHV-presidium: ‘De Heer heeft mijn geest vaak aangeraakt, en meestal deed Hij dat door de helpende hand van een ander. (…) Misschien zouden [we] zijn liefde meer voelen als [we] zijn hand erkenden in de goede daden van anderen jegens [ons]. (…) God kent de behoeften van zijn kinderen, en Hij werkt vaak door middel van ons. Hij inspireert ons om elkaar te helpen. Als we gehoor geven aan dergelijke influisteringen, begeven we ons op heilige grond, want dan krijgen we de kans om als rentmeester van God een gebed te beantwoorden.’ (‘Geen groter godsgeschenk dan goede vrienden’, Liahona, mei 2005, pp. 74–76.)

Wat kan ik als werktuig in de handen Gods doen?

President James E. Faust, tweede raadgever in het Eerste Presidium: ‘U kunt een krachtig werktuig in de handen Gods zijn om dat grote werk teweeg te brengen. (…) U kunt iets voor andere mensen doen dat niemand anders kan. (…) [U krijgt] zegeningen en een troostende gemoedsrust (…) als u God kunt liefhebben “uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht en met geheel uw verstand, en uw naaste als uzelf” [Lucas 10:27]. (…) Als u uw best hebt gedaan, wat u over het algemeen doet, dan is uw nederige bijdrage, wat die ook mag zijn, aanvaardbaar en aangenaam voor de Heer.’ (‘Werktuigen in de handen Gods’, Liahona, november 2005, pp. 115–116.)

President Gordon B. Hinckley: ‘Er komt geen einde aan het goede dat wij kunnen doen, aan de invloed die wij op anderen kunnen hebben. Laten we niet blijven stilstaan bij kritiek of negativisme. Laten wij om kracht bidden en om het vermogen en het verlangen om anderen te helpen. Laten wij altijd en overal het licht van het evangelie uitstralen, opdat de Geest van de Verlosser van ons mag uitstralen. Om de woorden van de Heer tot Jozua aan te halen: “Wees sterk en moedig. Sidder niet en word niet verschrikt, want de Here (…) is met u, overal waar gij gaat” (Jozua 1:9)’. (‘De noodzaak van meer vriendelijkheid’, Liahona, mei 2006, p. 61.)