2005
Ons aan de omstandigheden aanpassen
December 2005


Het gezin VERsterken

Ons aan de omstandigheden aanpassen

Het laatste in een serie artikelen ter ondersteuning van uw studie en gebruik van ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld.’

‘Vader en moeder hebben de plicht om elkaar als gelijkwaardige partners (…) te helpen. Invaliditeit, overlijden of andere omstandigheden kunnen individuele aanpassing noodzakelijk maken. Andere familieleden behoren zo nodig steun te verlenen.’1

Niet volmaakt

In een volmaakte wereld zouden alle volwassenen gelukkig getrouwd zijn, zouden alle echtparen gezegend zijn met kinderen, en zouden alle gezinsleden gezond en gehoorzaam zijn en zouden ze elkaar steunen. Maar het leven is zelden volmaakt. Ieder maakt tegenspoed door, en in het sterfelijk leven is er geen enkel gezin voortdurend zonder moeilijkheden. Zonder beproevingen, zwakheden, ziekten en de dood zouden we niet leren waarvoor we hier zijn gekomen. President Spencer W. Kimball (1895–1985) heeft deze uitleg gegeven: ‘Als wij dit leven zouden zien als ons volledige bestaan, dan zouden de pijn, het verdriet, de mislukkingen en het korte leven een ramp zijn. Maar zien we het leven als iets eeuwigs dat zich uitstrekt van het voorsterfelijke verleden tot in de eeuwige toekomst na de dood, dan kunnen we alle gebeurtenissen in het juiste perspectief zien.’2

Rolverdeling

Ziekte, invaliditeit, een sterfgeval of andere omstandigheden kunnen moeilijkheden veroorzaken. In dergelijke situaties kan ‘individuele aanpassing’ van de rolverdeling noodzakelijk zijn. Het kan nodig zijn dat een vader extra taken in het huishouden of de kinderopvang op zich neemt, of dat een moeder die voltijdhuismoeder was een baan zoekt. Het kan zelfs voorkomen dat kinderen nieuwe taken krijgen.

Als er iets gebeurt dat een gezin op zijn kop zet, kan het nodig zijn dat andere familieleden hulp bieden. Die hulp kan variëren van financiële steun tot en met het zorgen voor kinderen, helpen met klusjes of zorgen voor een ziek of gehandicapt familielid. In hoeverre er hulp van andere familieleden nodig is, hangt af van de situatie en de behoeften van het gezin.

Zelfs als er geen ernstige tegenslagen zijn, kunnen andere familieleden belangrijke steun bieden. Ouderling L. Tom Perry van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Een fundament bouwen dat sterk genoeg is om in onze roerige wereld een gezin te ondersteunen, vereist de uiterste inzet van ieder — vader, moeder, broer, zus, oma, opa, tante, oom, neef, nicht enzovoort. Ieder moet energie en inzet steken in het in de stenen ondergrond van het evangelie slaan van heipalen totdat het fundament sterk genoeg is om tot in de eeuwigheid stand te houden.’3

Tegenspoed

U vraagt zich misschien af waarom uw gezin tegenspoed en alle bijbehorende consequenties moet doormaken. Het antwoord en de bijbehorende troost vindt u in het eeuwig perspectief van het evangelie. De apostel Paulus heeft ons geleerd dat onze ‘last der verdrukking van een ogenblik […] voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid [bewerkt]’ (2 Korintiërs 4:17). Hoe kan dat?

Ouderling Merrill J. Bateman van het Presidium der Zeventig herinnert ons hieraan: ‘Beproeving en tegenspoed neemt veel verschillende vormen aan: de dood van een dierbare, een huwelijk dat niet aan de verwachtingen voldoet, geen huwelijk, een echtscheiding, een kind dat met een handicap geboren wordt, verlies van een baan, ouders die vergissingen begaan, een afgedwaalde zoon of dochter, slechte gezondheid. Er komt geen eind aan de lijst. Waarom heeft God in zijn plan toegelaten dat wij teleurstelling, pijn, lijden en zelfs de dood ondergaan? Is tegenspoed noodzakelijk als iemand zich op Christus wil richten in zijn leven, het gelaat van God in zijn aangezicht wil ontvangen?

‘Begrip van het heilsplan, van het voorsterfelijk leven, het aardse leven en het leven na de dood verschaft visie. (…) Tegenspoed, teleurstelling, pijn, lijden en de dood zijn nodig om de keuzevrijheid te beschermen en geestelijke groei mogelijk te maken (zie 2 Nephi 11). Aan de andere kant, als het leven slechts uit onze ervaringen in het sterfelijk leven zou bestaan, zou tegenspoed onbegrijpelijk zijn. (…) Zonder een eeuwige visie zijn er geen zinvolle verklaringen voor de onmenselijkheid van de mens, aardbevingen, overstromingen of gehandicapte kinderen.

‘We moeten bedenken dat het Satan was die een aarde zonder teleurstellingen, beproevingen en tegenspoed wilde, en die alle eer voor zichzelf wilde.’4

Genezing door middel van de verzoening

Hoewel dit sterfelijke bestaan er is om ons te beproeven, hoeven wij het niet zonder goddelijke hulp te stellen. Ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Het is belangrijk om te begrijpen dat Hij u kan genezen of uw lasten kan verlichten, of dat u zelfs tot het inzicht kunt komen dat het de moeite waard is om geduldig tot het einde toe te volharden. (…)

‘Zie in dat sommige moeilijkheden in het leven niet hier op aarde worden opgelost. (…) Hij wil dat u leert hoe u genezing kunt ontvangen als dat zijn wil is en hoe u kracht kunt krijgen om te leven met uw moeilijkheden als Hij dat als een middel beschouwt waardoor u groei kunt doormaken. …

‘Als u meent dat u niet meer kunt, leg uw moeilijkheden dan tijdelijk aan zijn voeten neer. (…) De Heer zal u met goddelijke kracht verlichting geven als u in ootmoed en geloof in Jezus Christus naar verlossing streeft.’5

NOTEN

  1. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, oktober 2004, p. 49.

  2. The Teachings of Spencer W. Kimball, geredigeerd door Edward L. Kimball (1982), pp. 38–39.

  3. ‘Born of Goodly Parents’, Ensign, mei 1985, p. 23.

  4. ‘Leven in Christus’, Liahona, december 1999, p. 20.

  5. ‘To Be Healed’, Ensign, mei 1994, pp. 7–8.