2005
Hem altijd indachtig zijn
December 2005


Hem altijd indachtig zijn

In elke avondmaalsdienst wordt het woord altijd gebruikt in een verbond, een heilige belofte die je God doet. Dit is wat je gezaghebbende dienstknechten van God hoort oplezen: ‘Dat zij gewillig zijn de naam van uw Zoon op zich te nemen en Hem altijd indachtig te zijn, en zijn geboden te onderhouden die Hij hun heeft gegeven, opdat zij zijn Geest altijd bij zich mogen hebben’ (LV 20:77; cursivering toegevoegd.)

Je belooft Hem ‘altijd indachtig te zijn’. Net als ik heb je je misschien afgevraagd waarom Hij het woord altijd gebruikte, daar het sterfelijk leven onze gedachten nu eenmaal zo veel in beslag neemt. Je weet uit ervaring hoe moeilijk het is om bewust voortdurend aan iets te denken.

Ik ben niet wijs genoeg om alle doeleinden te kennen die de Heer had toen Hij ons een verbond gaf om Hem altijd indachtig te zijn. Maar ik weet er in elk geval één. Namelijk dat Hij precies weet welke sterke invloeden op ons inwerken en ook wat het inhoudt om mens te zijn.

Tegengestelde krachten

Jij en ik zien overal om ons heen dat de twee tegengestelde krachten steeds sterker worden. De ene is de kracht van de rechtschapenheid. Tempels van God, bijvoorbeeld, worden nu over de hele wereld gebouwd met een snelheid die enkele jaren geleden ondenkbaar was. Er worden zoveel nieuwe zendelingen geroepen en ze gaan naar zoveel nieuwe plaatsen dat ik me er niet aan waag aantallen te noemen, omdat die al lang weer blijken te zijn achterhaald.

En zoals altijd is er die tegengestelde kracht. De kracht van de zonde, die duidelijk in kracht toeneemt. Ik zal niet proberen om daar voorbeelden van te geven. De media en wat je in het leven van mensen om je heen waarneemt, bieden al genoeg tragiek. En je zult zelf ook wel gemerkt hebben dat de zondige krachten, die de mensen in het verderf en het verdriet storten, steeds verder worden gedoogd en zelfs worden aangemoedigd.

De Meester voorziet niet alleen volmaakt de toename van de tegengestelde krachten, maar weet ook hoe het is om mens te zijn. Hij weet hoe het is als de zorgen van het leven op ons drukken. Hij weet dat wij brood moeten eten in het zweet onzes aanschijns. Hij weet welke zorgen en zelfs verdriet het gebod om kinderen op aarde te zetten met zich meebrengt. En Hij weet dat de problemen waarmee wij geconfronteerd worden en ons vermogen om die op te lossen niet altijd in evenwicht zijn.

Hij weet welke vergissing wij zo makkelijk kunnen maken: de krachten die met ons meewerken onderschatten en te veel op ons eigen vermogen vertrouwen. En Hij biedt ons daarom het verbond om ‘Hem altijd indachtig te zijn’ en de waarschuwing om ‘altijd [te] bidden’ (3 Nephi 18:18), zodat wij voor onze veiligheid alleen op Hem vertrouwen. Het is niet moeilijk om erachter te komen wat we moeten doen. Wat vooral moeilijk is aan de aansporing Hem altijd indachtig te zijn en altijd te bidden, is dat we er voortdurend beter in moeten worden. Het gevaar bestaat dat we het voor ons uit schuiven of een afwachtende houding aannemen.

Geestelijk vooruitgang maken

Mijn boodschap is een smeekbede, een waarschuwing en een belofte: ik smeek je om de eenvoudige dingen te doen waardoor je geestelijk vooruitgang maakt.

Begin met Hem indachtig te zijn. Dan zul je onthouden wat je weet en waar je van houdt. De Heiland heeft ons de Schriften gegeven, en de profeten hebben er een prijs voor betaald waar wij geen idee van hebben, opdat wij Hem mochten leren kennen. Verdiep je erin. Besluit nu om meer te lezen en aandachtiger te lezen dan ooit tevoren.

Enkele decembermaanden geleden kwam ik er weer achter wat een krachtige invloed het op ons heeft als we meer ons best doen om de Schriften in ons hart te sluiten. Het begon toen ik de Schriften zag van een man die tijdens een kerkbijeenkomst naast me zat. Net als ik had hij ze gemarkeerd, maar dan anders. Hij had kleurstickers aan de randen van bladzijden bevestigd, de kleurcodes corresponderend met zijn markeringen van teksten, zodat hij alle teksten over een bepaald onderwerp kon bestuderen die nuttig voor hem waren.

Nog geen dag later had ik een goedkope set Schriften gekocht. Maar het kostte mij heel wat langer en heel wat meer gebeden om erachter te komen met welke onderwerpen ik de Schriften opnieuw voor mijzelf kon ontsluiten. Ik koos de onderwerpen die mij inzicht zouden geven in mijn roeping als getuige van Jezus Christus. Het eerste onderwerp was het getuigenis dat Jezus Christus de Zoon van God is, het volgende dat Hij is opgestaan, en het derde dat Hij het hoofd van zijn kerk is.

Hiermee wil ik niet zeggen dat je nieuwe Schriften moet gaan kopen, of kleurstickers en kleurpotloden, en ook niet om de onderwerpen te nemen die ik koos. Maar ik wil je wel op je hart drukken om je zo in de Schriften te verdiepen dat je je verstand en je hart openstelt voor nieuwe inzichten.

We zijn al met veel schriftteksten vertrouwd geraakt. Maar in slechts enkele weken werd wat ik me herinnerde over de Heiland en wat ik voor Hem voelde verder verrijkt.

Ik begon met een doel voor ogen te lezen. Misschien kwam het door de kersttijd, of doordat ik Hem altijd indachtig wilde zijn, maar ik voelde me aangetrokken tot de verhalen over zijn geboorte. Ik las nog eens de woorden die Hij gesproken had tot een profeet uit het Boek van Mormon die Nephi heette, ons allen welbekend. En toch leek het nieuw voor me:

‘Zie, Ik kom tot de mijnen om alle dingen te vervullen die Ik de mensenkinderen sedert de grondlegging der wereld heb bekendgemaakt, en om de wil te doen zowel van de Vader als van de Zoon — van de Vader wegens Mijzelf, en van de Zoon wegens mijn vlees. En zie, de tijd is gekomen, en het teken wordt deze nacht gegeven.

‘En het geschiedde dat de woorden die tot Nephi kwamen, werden vervuld zoals zij waren gesproken; want zie, bij het ondergaan van de zon was er geen duisternis; en het volk begon zich te verbazen omdat er geen duisternis was toen de nacht kwam’ (3 Nephi 1:14–15).

Later deed ik iets wat ik nooit eerder had gedaan: ik zag in gedachten en voelde in mijn hart de vervulling van de profetie van de Lamaniet Samuël dat de zon zou ondergaan zonder dat er duisternis zou zijn (zie Helaman 14:3–4). Ik zag het bij zijn geboorte, alsof ik me daar ergens onder de mensen in die landen van belofte bevond. En ik zag het zoals het zal zijn als Hij herrezen weerkomt in heerlijkheid op de Olijfberg. De duisternis zal vlieden als de beloofde Messias komt met genezing onder zijn vleugelen. In de wetenschap hoe hard ik die genezing nodig heb, voel ik mijn hart bijna springen van vreugde en liefde voor Hem als ik aan dat licht denk. Ik geloof dat ik nooit meer het gloren van een nieuwe ochtend zal zien, waarbij de zon de duisternis verdrijft, zonder dat de aanblik in mijn hart de liefde voor Hem weer opwekt.

Een waarschuwing

Aan mijn smeekbede moet ik een waarschuwing toevoegen. Je hebt het recht en de plicht om zelf te kiezen. Je kunt de Schriften onderzoeken, of niet. Je kunt besluiten hard genoeg te werken, te overpeinzen, en Gods geboden te gehoorzamen om de Heilige Geest als metgezel te hebben. Dan leer je de Heiland steeds beter kennen en vult je hart zich met liefde voor Hem. Of je kunt besluiten om het voor je uit te schuiven. Je kunt besluiten een afwachtende houding aan te nemen, met het idee dat wat je in het verleden hebt gedaan wel genoeg is.

Mijn waarschuwing betreft een eenvoudige kwestie van oorzaak en gevolg. Jezus Christus is het Licht en het Leven van de wereld. Als wij besluiten dat we niet dichter tot Hem willen komen, zullen we merken dat we ons van Hem verwijderd hebben.

‘Want Ik, de Heer, kan de zonde niet met de geringste mate van toelating aanschouwen;

‘niettemin, hij die zich bekeert en de geboden des Heren doet, zal vergeving ontvangen.

‘En hij die zich niet bekeert, hem zal zelfs het licht worden ontnomen dat hij heeft ontvangen; want mijn Geest zal niet blijven inwerken op de mens, zegt de Heer der heerscharen’ (LV 1:31–33).

Ons is beloofd dat wij, als we Hem altijd indachtig zijn en zijn geboden onderhouden, altijd zijn Geest bij ons zullen hebben. Dat licht voor onze voet zal dimmen als wij besluiten het verder voor ons uit te schuiven of een afwachtende houding aan te nemen.

Beloften

En nu de zekere beloften. Als je ten eerste je hart laat uitgaan naar de Heiland en Hem altijd indachtig bent en dan in gebed nader tot onze hemelse Vader komt, heb je je geestelijke wapenrusting aangedaan. Dan word je beschermd tegen hoogmoed omdat je weet dat echt succes niet uit jou komt. En je wordt beschermd tegen de gedachten die ons overspoelen als we te zwak, te onervaren of te onwaardig zijn om te doen waartoe God ons heeft geroepen, namelijk om zijn kinderen te dienen en te helpen. We kunnen in ons hart de verzekering hebben gekregen die in Moroni staat opgetekend: ‘Christus heeft waarlijk tot onze vaderen gezegd: Indien gij geloof hebt, kunt gij alle dingen doen die Ik raadzaam acht’ (Moroni 10:23).

En er is nog een zekere belofte. Namelijk: of je nu besluit je te houden aan je verbond om Hem altijd indachtig te zijn, of niet, Hij is jou wel altijd indachtig. Ik getuig dat Jezus Christus, geboren in Betlehem, de Eniggeborene van de Vader was en is, het Lam Gods. Hij heeft er al vóór de grondlegging van de wereld voor gekozen om jouw Heiland te zijn, mijn Heiland, en de Heiland van ieder die we ooit zullen tegenkomen. Ik getuig dat Hij is opgestaan en dat wij vanwege zijn verzoening door ons geloof om de wetten te gehoorzamen en de verordeningen van het evangelie te aanvaarden schoongewassen kunnen worden.

Ik beloof je dat je zult voelen dat de Heilige Geest je hart raakt als je de Schriften met nieuwe doelgerichtheid onderzoekt en er oprecht over bidt. Dan krijg je de verzekering dat God leeft, dat Hij gebeden verhoort, dat Jezus de levende Christus is, en dat Hij je liefheeft. En dan voel je je liefde voor Hem toenemen.

Uit een toespraak tijdens een haardvuuravond van de kerkelijke onderwijsinstellingen, 3 januari 1999, aan de Brigham Young University.