2005
Gered tijdens het kamp
Juli 2005


Gered tijdens het kamp

We hadden veel plezier gehad, maar het einde moest gered worden.

Ik herinner me dat we een keer een bijna volmaakt jongevrouwenkamp hadden gehad. Ons kamp, dat Spiegel van de Maan heette, werd gehouden aan de voet van een berg in het midden van Chili. Er heerste een bijzondere sfeer. En ons geluk en onderlinge liefde beklemtoonden de natuurlijke schoonheid van de plek. Toen we naar de bergen keken, naar de watervallen en het gezang van vogels luisterden, ’s ochtends de zon en ’s avonds de maan en de sterren zagen, moesten we het bestaan van onze goddelijke Schepper wel erkennen. Meer dan ooit waardeerden we de grote liefde die onze hemelse Vader voor ons had.

Gedurende de week waren ons getuigenis en onze vriendschapsbanden gesterkt. We hadden zoveel geleerd — bouwen, koken, geloven in onze eigen mogelijkheden. En we waren gelukkig.

Nu brak de vierde en laatste dag aan, de dag waar we naar hadden uitgekeken. We zouden bij zonsopgang een getuigenisdienst houden. We moesten erg vroeg opstaan, maar we zagen er echt naar uit. Vóór de getuigenisdienst kregen we brieven die onze ouders hadden geschreven. Velen van ons huilden bij het lezen van die brieven, en we waren dankbaar voor die momenten.

Toen we later ons getuigenis gaven, verdwenen de sterren en rees de zon boven de bergen uit. Wat een prachtige ochtend! De dienst kwam ten einde en we bereidden ons net voor op de rest van de dag, toen de hemel betrok. Er begon wat motregen te vallen.

Toen de regen begon, kwamen we bijeen om te bidden en onze hemelse Vader te vragen het slechte weer tegen te houden, zodat we onze kampeerervaring af konden maken. Uiteraard baden we dat zijn wil moest geschieden. Als Hij vond dat de regen moest doorgaan, zouden we dat blijmoedig aanvaarden.

De regen begon harder neer te komen, en het werd veel kouder. We begonnen tenten af te breken en alles op te bergen.

Toen gingen de kampleidster en ik langs een waterval naar beneden, waar we in de regen neerknielden en onze hemelse Vader vroegen om te zorgen dat alles goed kwam. Toen we opstonden, hadden we er vertrouwen in dat alles goed zou komen.

Enkele minuten nadat we in het kamp waren teruggekeerd, kwam er een man aanrijden die enkele kilometers verderop woonde. Hij had ons vier dagen eerder naar het kamp zien reizen. Nu kwam hij ons helpen. Hij vroeg of we een telefoonnummer wisten om naar de stad te bellen en onze bus eerder te laten komen.

Toen hij alle informatie had, vertrok hij om het telefoontje te plegen, waarna hij terugkwam om ons bij hem thuis onderdak te bieden. Hij moest vaak heen en weer rijden, maar dat leek hem niet te deren. Ook al was hij geen lid van de kerk, voor ons was hij een engel.

We beseften dat God echt over ons waakt en dat Hij voor ons zorgt. Hij voorzag door middel van deze man in onze behoeften. ‘God hoorde ons hulpgeroep en verhoorde onze gebeden’ (Mosiah 9:18).

Voor ons was dit een fantastische afsluiting van het kamp.

María Espinoza Alveal is lid van de wijk Antártica Chilena in de ring Chillán-Ñuble (Chili).

EEN HEERLIJK JONGEVROUWENKAMP PLANNEN

Een kamp kan een heerlijke plek zijn waar jongevrouwen leren over hun hemelse Vader en het plan dat Hij voor hen heeft. Een goede manier om het kamp zinvol te maken, is een thema te kiezen, bijvoorbeeld ‘een tekst […], een naam voor het kamp, of een slagzin of leuze waarmee evangeliebeginselen, de waarden voor jongevrouwen of de doelen van het kamp worden ondersteund.’ (Zie het Handboek jongevrouwenkamp [2002], p. 81.)

Hier volgen enkele richtlijnen voor het gebruik van de vereisten in het handboek voor het kamp. Plan activiteiten waarmee u de jongevrouwen helpt om:

  • • Dienstbaar te zijn. Ten minste negen vereisten gaan over diensten verrichten voor anderen. Jongevrouwen kunnen ‘vreugde beleven tijdens activiteiten in de buitenlucht, waardoor hun liefde voor elkaar en voor het evangelie zal toenemen en waardoor ze zich vaster zullen voornemen om samen “te allen tijde als getuigen van God te staan, in alle dingen en in alle plaatsen” (Mosiah 18:9).’ ( Handboek jongevrouwenkamp, p. 1.)

  • • Geestelijke ervaringen te krijgen. Ten minste negentien vereisten in het handboek moedigen jongevrouwen aan om ernaar te streven om de Geest bij zich te hebben. ‘Ergens in de natuur staat je een verrassing te wachten waardoor je je beter zult voelen, en die in de tijd daarna een inspiratiebron voor je zal zijn.’ ( Handboek jongevrouwenkamp, p. 1)

  • • Zich voor te bereiden op hun rol als vrouw, moeder en leidster. Ten minste 42 vereisten draaien om de vaardigheden die jongevrouwen in hun toekomstige rollen kunnen gebruiken. Stelt u zich voor dat de jongevrouwen ‘thuis[komen] en tot dingen in staat [zijn] die [ze] daarvoor nooit gekund [hebben].’ ( Handboek jongevrouwenkamp , p. 7.)

  • • Hun identiteit als dochter van God te begrijpen. Ten minste twaalf vereisten geven de jongevrouwen ervaring met werken en lichamelijke activiteiten, en zestien vereisten stellen hen in staat hun identiteit te ontdekken door middel van leidinggeven. ‘Activiteiten (…) die veel lichamelijke inspanning vereisen, kunnen bijdragen aan het zelfvertrouwen van de jongevrouwen [en hen het gevoel geven dat ze iets gepresteerd hebben].’ ( Handboek jongevrouwen, p. 52.)