2005
ALS JE luistert
Juli 2005


ALS JE luistert

Ik ben opgegroeid in Auckland (North Island, Nieuw-Zeeland). Ik ging naar de school van de kerk in Hamilton en heb daar goede herinneringen aan. Ik speelde rugby in een ongeslagen team. Ik ging in het kantoor van de penningmeester van de school, die onze bisschop was, naar de presidiumvergaderingen van het diakenenquorum. Ik leerde veel over het priesterschap van goede leraren die ons bijbrachten hoe we raadsvergaderingen moesten houden en aan de behoeften van de andere jongens denken. Maar een van de belangrijkste dingen die ik leerde, was dat ik de raadgevingen van de Geest moest opvolgen.

We hadden destijds geen seminarie, maar godsdienstlessen op school. In een van de schooljaren hadden we opdracht om het Boek van Mormon te lezen. Het was tegen het eind van het schooljaar en ik had het nog niet uit, dus bleef ik op een avond op om te lezen. Dat was de eerste keer dat ik de gevoelens van de Geest herkende toen ik in het Boek van Mormon aan het lezen was. Plotseling besefte ik dat het Boek van Mormon niet zomaar een boek is — het is wat wij zeggen dat het is: het woord van God. Ik leerde dat lezen in de Schriften en de Geest voelen samengaan. Ik leerde ook dat er verschil is tussen alleen maar de Geest voelen en in staat zijn om de gevoelens van de Geest te herkennen en ernaar te handelen. Als je die combinatie maakt, dan leer je daar je richtsnoer van te maken om de rest van je leven goede keuzes mee te doen.

Op negentienjarige leeftijd was ik op zending in Frans-Polynesië. Ik had zonder opleidingscentrum voor zendelingen twee talen leren spreken — Frans en Tahitiaans. Het verootmoedigde mij tot in het diepst van mijn ziel. Ik kwam erachter dat zendelingen hun werk beter deden als ze alles in het werk stelden om te leren. Hoewel ze vergissingen maakten, hielp de Geest ze. Ik merkte dat we zonder de Geest niets bereikten. Maar als we de Geest bij ons hadden, ging zowel het spreken van vreemde talen als het zendingswerk ons beter af.

Nog later, in mijn examenjaar aan de Auckland University Law School, moest ik nog maar één examen doen om af te studeren. Ik was getrouwd, had twee kinderen en een baan, en een functie als tweede raadgever in de bisschap. Ik had het dus aardig druk en ik zag ernaar uit om klaar te zijn met de universiteit zodat er wat druk van de ketel zou zijn.

Om half tien ’s morgens ging ik naar de juridische bibliotheek om ‘op te warmen’ voor het examen om half drie die middag. Toen ik daar zat te studeren, keek ik eens om me heen. Ik zag daar niemand uit mijn klas, en ik vond het een beetje vreemd. De Geest zei tegen me: ‘Je examen begint zo.’

Ik dacht: ‘Dat kan niet; mijn examen is om half drie.’

Ik negeerde wat ik had gehoord en ging door met studeren. Maar gelukkig zei de Geest na ongeveer vijf minuten: ‘Je examen is net begonnen.’ Ik wachtte niet op een derde ingeving.

Ik rende naar de kelderverdieping van een gebouw waar alle examentijden op een bord stonden. Daar stond het: ‘Bedrijfsrecht, B–28, 09.30.’ Ik kwam de twee examinatoren tegen toen ik uit de lift kwam. Ik zei: ‘Ik weet dat ik te laat ben. Ik heb me vergist. Mag ik nog naar binnen?’ Ze lieten me binnen, ook al was ik veertig minuten te laat voor een examen dat drie uur duurde. Ik ging met bonzend hart zitten. Ik keek naar de vragen en dacht: ‘Dat weet ik allemaal niet!’

Dus ik bad in gedachten: ‘Hemelse Vader, ik ben dankbaar voor uw ingevingen. Vergeef mij dat ik de eerste ingeving heb genegeerd, maar help mij nu alstublieft zodat ik mijn studie kan afmaken.’

Ik werd rustig. Ik keek nog eens naar de examenvragen en dacht: ‘O ja, dát weet ik wel’, en ik begon te schrijven. Ik hield op met schrijven toen de examinator zei: ‘Tijd om te stoppen.’ Toen ik later vernam dat ik het examen had gehaald, was ik uiterst dankbaar.

Door deze en andere ervaringen heb ik geleerd dat mijn hemelse Vader mij kent, en dat Hij ons zal zegenen als wij proberen het goede te kiezen. In Leer en Verbonden 84:88 zegt de Heiland: ‘Ik zal voor uw aangezicht uitgaan. Ik zal aan uw rechter- en aan uw linkerhand zijn, en mijn Geest zal in uw hart zijn, en mijn engelen zullen rondom u zijn om u te schragen.’

Het is mijn getuigenis dat Hij de Geest naar je toe zal sturen en dat Hij je zal leiden als je luistert.

OPZOEKEN!

Lees de volgende teksten over de Heilige Geest: Johannes 14:26; Galaten 5:22–23; Mosiah 4:20; 5:2; LV 6:15–16, 22–23; 9:8–9; 11:12–14.