Algemene conferentie
Wij zijn De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen
Algemene aprilconferentie 2022


Wij zijn De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen

De kerk is meer dan alleen een religieuze organisatie of een gebouw. Wij, de leden, zijn de kerk. Christus staat aan het hoofd met de profeet als zijn spreekbuis.

Toen ik 26 jaar was, werd ik uitgenodigd om te komen en te zien1 en ging ik voor het eerst naar De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Ik was net van mijn eerste man gescheiden. Ik had een zoontje van 3 jaar. En ik voelde me machteloos en bang. Toen ik het gebouw binnenliep, vond ik het geloof en de vreugde van de mensen om me heen hartverwarmend. Die plek was waarlijk ‘een toevlucht voor de storm’.2 Drie weken later sloot ik een doopverbond met mijn hemelse Vader en begon ik mijn reis als discipel van Christus. Maar mijn leven is sindsdien niet volmaakt geweest.

Ik moest veel stoffelijke en geestelijke zaken op orde brengen zodat ik deze eeuwige zegeningen kon ontvangen. Het evangelie van Jezus Christus was hersteld en verkondigd; er was een kerkgebouw gebouwd en onderhouden; er was een kerkelijke organisatiestructuur, van de profeet tot aan de plaatselijke leiders; en er was een gemeente met verbondsleden die mij en mijn zoon met open armen verwelkomden toen we tot de Heiland kwamen, ons voedden ‘door het goede woord van God’3 en ons taken gaven.4

Vanaf het begin heeft God getracht zijn kinderen te vergaderen en organiseren5 om onze onsterfelijkheid en ons eeuwige leven tot stand te brengen.6 Met dit doel in gedachte heeft Hij de opdracht gegeven om heiligdommen te bouwen,7 waar we kennis en de verordeningen van heil en verhoging ontvangen; verbonden sluiten die ons met Jezus Christus verbinden en die nakomen;8 begiftigd worden met de ‘macht der goddelijkheid’;9 dikwijls samenkomen ter gedachtenis van Jezus; en elkaar in Hem versterken.10 De kerkorganisatie en de kerkgebouwen zijn er voor ons geestelijk welzijn. ‘De kerk is […] de steiger die de bouw van een eeuwig gezin mogelijk maakt.’11

Tijdens een gesprek met een vriend die een moeilijke periode doormaakte, vroeg ik hem hoe het op financieel vlak ging. Met tranen in de ogen vertelde hij dat ze van de bisschop hulp uit het vastengavenfonds ontvingen. ‘Mijn gezin en ik hadden ons zonder de kerk geen raad geweten’, voegde hij daaraan toe. Ik antwoordde: ‘De leden zijn de kerk. Zij geven hun vastengaven voor de behoeftigen gewillig en met blijdschap. Jullie plukken de vruchten van hun geloof en vastberadenheid om Jezus Christus te volgen.’

Mijn medediscipelen van Christus, laten we het wonderbare werk dat de Heer door middel van ons, zijn kerk, ondanks onze tekortkomingen tot stand brengt, niet onderschatten. Soms geven we en soms ontvangen we, maar uiteindelijk zijn we allemaal één in Christus. Hij heeft ons de kerk gegeven om ons tot leiding en zegen te zijn, en daar aanbidden we Hem en dienen elkaar.

Sommige zusters hebben mij hun excuses aangeboden, omdat ze naar hun idee geen actieve ZHV-leden waren vanwege hun roeping in het jeugdwerk of de jongevrouwen. Deze zusters zijn juist wél actieve leden van de ZHV, omdat ze het geloof in Jezus Christus van onze dierbare kinderen en jongeren versterken.

De ZHV is niet beperkt tot een ruimte in een gebouw, een zondagse les, een activiteit of een plaatselijk of algemeen presidium. De verbondsvrouwen van de kerk zijn de ZHV. Wij zijn de ZHV: u als individu en wij als geheel. Zij is onze ‘wereldwijde gemeenschap van medeleven en dienstbetoon’.12 We maken overal en te allen tijde deel van de ZHV uit zolang we ernaar streven om haar goddelijke doeleinden te vervullen, namelijk om zowel individueel als gezamenlijk Gods werk te volbrengen13 doordat we ‘verlichting van armoede, verlichting van ziekte, verlichting van twijfel, verlichting van onwetendheid en verlichting van alles wat vreugde en vooruitgang […] belemmert’14 bieden.

Datzelfde principe geldt voor ouderlingenquorums en kerkorganisaties voor alle leeftijden, waaronder die voor onze kinderen en jongeren. De kerk is meer dan een religieuze organisatie of een gebouw. Wij, de leden, zijn de kerk. Wij zijn De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Christus staat aan het hoofd met de profeet als zijn spreekbuis. De Heer heeft gezegd:

‘Zie, dit is mijn leer: Wie zich bekeert en tot Mij komt, die is mijn kerk. […]

‘En […] wie van mijn kerk is en in mijn kerk volhardt tot het einde, die zal Ik op mijn rots vestigen, en de poorten van de hel zullen hen niet overweldigen.’15

Zusters en broeders, laten we beseffen dat het een voorrecht is om lid te zijn van de Kerk van Jezus Christus, waar we ons geloof, hart, verstand en onze kracht en handen voor Hem kunnen verenigen om grote wonderen te verrichten. ‘Want ook het lichaam [van de kerk van Christus] bestaat niet uit één lid, maar uit vele.’16

Een tiener vertelde zijn moeder: ‘Als kind dacht ik dat er van elke euro van mijn tiende een heel kerkgebouw werd gebouwd. Grappig hè?’

Ontroerd antwoordde ze: ‘Wat mooi! Zag je al die gebouwen voor je?’

‘Ja!’ riep hij uit. ‘Er waren miljoenen prachtige kerkgebouwen!’17

Mijn geliefde vrienden, laten we het geloof van een kind hebben en ons verheugen in de zekerheid dat zelfs onze kleinste inspanningen een aanzienlijk verschil in Gods koninkrijk maken.

Het moet ons doel in zijn koninkrijk zijn om elkaar tot Christus te brengen. In de Schriften staat de volgende uitnodiging van de Heiland aan de Nephieten:

‘Hebt u ook mensen onder u die ziek zijn? Breng hen hierheen. Hebt u ook mensen onder u […] die op enigerlei wijze lijdende zijn? Breng hen hierheen en Ik zal hen genezen, want Ik heb medelijden met u; mijn binnenste is vol barmhartigheid. […]

‘Ik zie dat uw geloof voor Mij voldoende is dat Ik u genees.’18

Hebben we niet allemaal beproevingen die we voor de Heiland kunnen neerleggen? Terwijl sommigen van ons lichamelijke problemen hebben, worstelen er nog veel meer op emotioneel vlak en hebben weer anderen problemen op sociaal gebied. We zoeken allemaal naar verlichting wanneer we het moeilijk hebben. We hebben allemaal met een of andere beproeving te maken.

We lezen dat ‘de gehele menigte als één man toetrad met hun zieken en […] met allen die op enigerlei wijze lijdende waren; en Hij genas hen, ja, ieder van hen, zodra zij bij Hem werden gebracht.

‘En allen, zowel zij die waren genezen als zij die gezond waren, bogen zich aan zijn voeten neer en aanbaden Hem.’19

Van het jongetje dat in geloof tiende betaalde tot de alleenstaande moeder die de krachtgevende genade van de Heer nodig heeft, tot de vader die worstelt om zijn gezin te onderhouden, tot onze voorouders die de verordeningen van heil en verhoging nodig hebben, tot eenieder die wekelijks verbonden met God hernieuwt: we hebben elkaar nodig en we kunnen elkaar tot de verlossende genezing van de Heiland leiden.

Mijn geliefde zusters en broeders, laat ons de uitnodiging van Jezus Christus aanvaarden om onszelf en onze beproevingen voor Hem neer te leggen. Hij ziet ons geloof wanneer we tot Hem komen en onze dierbaren met ons meenemen. Hij zal hen helen en Hij zal ons helen.

Als ‘vredige volgelingen van Christus’20 streven we ernaar ‘één van hart en één van zin’21 te worden, en ootmoedig te zijn, onderworpen, zachtmoedig, meegaand, een en al geduld en lankmoedigheid, matig in alle dingen, te allen tijde nauwgezet in het onderhouden van de geboden van God; vol geloof, hoop en naastenliefde, en overvloedig in goede werken.22 We streven ernaar om meer op Jezus Christus te lijken.

Ik getuig, net als president Russell M. Nelson, dat wij het middel zijn waardoor ‘onze Heiland en Verlosser, Jezus Christus, enkele van zijn grootste werken [zal] verrichten tussen deze dag en de dag dat Hij terugkeert.’23

De Heer heeft gezegd:

‘Zie, Ik zal mijn werk te zijner tijd bespoedigen.

‘En Ik geef u […] een gebod om bijeen te komen en u te organiseren en u voor te bereiden en u te heiligen; ja, zuiver uw hart en reinig uw handen en uw voeten voor mijn aangezicht, opdat Ik u rein zal kunnen maken.’24

Dat wij gehoor mogen geven aan deze goddelijke oproep en met vreugde bijeenkomen, ons organiseren, voorbereiden en heiligen, is mijn nederig gebed in de naam van Jezus Christus. Amen.