Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 9: Acht slaan op de ware boodschapper van Jezus Christus


Hoofdstuk 9

Acht slaan op de ware boodschapper van Jezus Christus

Hoe kunnen wij de hedendaagse profeet getrouwer volgen?

Inleiding

Toen president Joseph Fielding Smith in juli 1972 overleed, werd Harold B. Lee de elfde president van de kerk. Kort daarna was president Lee in de zaal in de Salt Lake-tempel waar portretten van zijn tien voorgangers hingen. Daar heeft hij over gezegd: ‘Met een gebed in mijn hart keek ik naar de schilderijen van die mannen van God – trouwe, reine, edele mannen Gods – die mij in die roeping waren voorgegaan.’ Hij dacht na over het karakter en de prestaties van die profeten in deze laatste dagen, en uiteindelijk stond hij bij het laatste portret. ‘Daar was president Joseph Fielding Smith, met een glimlach op zijn gezicht, mijn dierbare profeet die nooit water bij de wijn van de waarheid deed. (…) Het leek op dat moment wel of hij mij als het ware een scepter van rechtvaardigheid overhandigde en tegen me zei: “Ga heen, doe gij evenzo.” (…)

‘Ik weet, met een getuigenis dat krachtiger is dan wat het oog kan zien, dat de Heer heeft verklaard: “De sleutels van het koninkrijk Gods zijn overgedragen aan de mens op aarde [vanaf de profeet Joseph Smith, via zijn opvolgers tot het heden], en van dit tijdstip af zal het evangelie voortgaan naar de einden der aarde” [LV 65:2]’1

De president van de kerk is de enige man op aarde die de bevoegdheid heeft om alle sleutels van het priesterschap te gebruiken. Een hedendaagse profeet heeft gezegd: ‘Als de president van de kerk ziek is of niet in staat alle plichten van zijn ambt volledig te vervullen, voeren zijn twee raadgevers, die met hem het quorum van het Eerste Presidium vormen, het werk van het presidium uit. Alle belangrijke vragen, beleidsplannen, programma’s of leerstellingen worden in raadsvergadering onder gebed overwogen door de raadgevers in het Eerste Presidium en door het Quorum der Twaalf Apostelen. Er wordt niet één beslissing genomen door het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf als die niet door alle betrokkenen gesteund wordt. Deze geïnspireerde handelwijze zorgt ervoor dat de kerk zonder onderbreking voorwaarts gaat.’2

Als leden van de kerk van de Heer kunnen we volledig vertrouwen op de leiding van de hedendaagse profeet, die president Lee de ‘ware boodschapper’ van de Heer noemde. President Lee heeft gezegd: ‘Als de kinderen van de Heer, waaronder alle mensen die op aarde zijn, ongeacht hun nationaliteit, huidskleur of geloofsovertuiging, gehoor geven aan de oproep van de ware boodschapper van het evangelie van Jezus Christus, (…) kan iedereen op zeker moment de Heer zien en weten wie Hij is.3

Als we de profeet van de Heer volgen, kunnen we veilig op onze uiteindelijke bestemming aankomen – in de tegenwoordigheid van onze Vader in de hemel.

Leringen van Harold B. Lee

In welke opzichten is de president van de kerk de bewaarder van het koninkrijk van de Heer?

Vergeet niet dat het hoofd van de kerk niet de president van de kerk is. Aan het hoofd van de kerk staat de Heer en Meester, Jezus Christus, die bestuurt en regeert. (…) We mogen niet vergeten dat Hij ons in al deze onrust leidt.4

‘[Jezus] is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is’ (Kolossenzen 1:18). Het is echter zo dat de Heer het gezag in iedere bedeling van zijn evangelie en kerk op aarde op één man heeft bevestigd, die de titel president van de kerk, of profeet, ziener en openbaarder van de kerk heeft. Door dergelijke titels, of de bevestiging van die bevoegdheid, wordt iemand nog niet ‘het hoofd van de kerk’, want die titel behoort Jezus Christus toe. Hij wordt echter wel de woordvoerder van God, de persoon die in Gods plaats handelt, en door wie Hij tot zijn volk spreekt en instructies geeft, om bepaalde beginselen, verordeningen, waarschuwingen of oordelen door te geven. (…)

(…) De president van de kerk is de bewaarder van het koninkrijk of het huis van de Heer. Hij heeft de sleutels van ieder onderdeel ontvangen. In opdracht van de Heer delegeert hij bepaalde sleutels aan andere leden van de kerk, om te dopen, het evangelie te prediken, zieken de handen op te leggen en andere taken te verrichten. Aan een beperkt aantal leden geeft hij de bevoegdheid om verordeningen of huwelijken in de tempel te verrichten, ‘om op aarde en in de hemel te binden’.5

Een profeet is een geïnspireerde en door God aangewezen openbaarder en vertolker van de wil van God. Hij bezit de sleutels van het koninkrijk van God in onze tijd, zoals Petrus die als hoofd van de kerk in zijn tijd had.6

Ik wil graag iets voorlezen wat [president J. Reuben Clark jr] voor een andere gelegenheid heeft geschreven: ‘We moeten in gedachten houden (…) dat alleen de president van de kerk, de presiderende hogepriester, (…) het recht heeft om openbaringen voor de kerk te ontvangen, nieuwe of aanvullingen, of om uitleggingen van de Schriften te geven die voor de hele kerk bindend zijn. (…) Hij is Gods enige woordvoerder op aarde van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, de enige ware kerk. Alleen hij kan de wil van God aan zijn volk bekendmaken. Geen enkele functionaris van enige kerk in de wereld heeft dit verheven recht.’ [Church News, 31 juli 1954, blz. 10.]7

De enige persoon die nieuwe leer mag openbaren is de president van de kerk, die, als hij dat doet, zal verklaren dat het een openbaring van God is, en die zal dan door de Raad der Twaalf en de leden van de kerk worden ondersteund.8

Hoe wordt de president van de kerk gekozen?

Tot de mensen die de vraag stellen: Hoe wordt de president van de kerk gekozen? kan gezegd worden dat het juiste en eenvoudige antwoord in het vijfde geloofsartikel is te vinden: ‘Wij geloven dat men om het evangelie te prediken en de verordeningen ervan te bedienen, van Godswege moet worden geroepen, door profetie en door oplegging der handen van hen die daartoe het gezag bezitten.’

Het begin van de roeping om president van de kerk te worden, begint eigenlijk al als de persoon wordt geroepen, geordend en aangesteld als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen. Na zo’n roeping door profetie, of met andere woorden, door de inspiratie van de Heer tot de persoon die de sleutels van het presidentschap bezit, en de daaropvolgende ordening en aanstelling door handoplegging met het juiste gezag, wordt iedere apostel in een priesterschapsquorum van twaalf mannen geplaatst die tot het ambt van apostel zijn geordend.

Iedere apostel die is geordend door de president van de kerk, die samen met de andere geordende apostelen de sleutels van het koninkrijk van God bezit, ontvangt het priesterschapsgezag dat hij nodig heeft om iedere taak in de kerk te kunnen vervullen, zelfs de taak van president van de kerk als hij door de presiderende autoriteit wordt geroepen en als de leden van de kerk hem steun verlenen.

(…) Onmiddellijk na de dood van een president wordt het volgende quorum, het Quorum der Twaalf Apostelen, de presiderende autoriteit, waarbij de president van het Quorum der Twaalf Apostelen als waarnemend president van de kerk fungeert, totdat de nieuwe president van de kerk officieel tot zijn ambt is geordend en is gesteund. (…)

Alle leden van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf wordt geregeld steun verleend als ‘profeet, ziener en openbaarder’. (…) Dit betekent dat iedere apostel, gekozen en geordend, de kerk kan presideren als hij is ‘gekozen door de groep [het gehele Quorum der Twaalf Apostelen], en tot dat ambt aangesteld en geordend, en door het vertrouwen, het geloof en het gebed der kerk ondersteund’. Dit citaat uit een openbaring over dit onderwerp geldt onder één voorwaarde, dat die persoon het senior-lid, ofwel de president, van dat quorum is. [Zie LV 107:22].9

De eerste reorganisatie van de kerk waaraan ik als jong lid van de Raad der Twaalf deelnam, vond plaats toen president [Heber J.] Grant was overleden. (…) Toen de [nieuwe] president zijn raadgevers voorstelde en zij aan het hoofd van de zaal plaatsnamen, kreeg ik een getuigenis dat dit de mannen waren die van de Heer het presidium van de kerk moesten vormen. Die overtuiging kwam zo sterk tot me alsof die waarheid met een trompet in mijn oor werd geblazen.

(…) Totdat de leden van deze kerk ervan overtuigd zijn dat ze op de juiste weg worden geleid, en dat deze mannen van God geïnspireerd zijn en door de hand van God zijn geroepen, zijn ze niet daadwerkelijk bekeerd.10

[De Heer] openbaart de wet en Hij kiest zijn functionarissen. Ook heeft Hij het recht om iemand af te wijzen, te corrigeren en zelfs te verwijderen als Hij dat nodig acht. Vandaar de noodzakelijke [communicatie] door rechtstreekse openbaring tussen Hem en zijn kerk. Als bewijs van de voorgaande feiten, noemen we de voorbeelden uit alle bedelingen die in de Schriften staan. Deze orde van bestuur begon in Eden. God wees Adam aan om de aarde te besturen en gaf hem wetten. Dat duurde voort van Adam tot Noach en van Noach tot Melchizedek, Abraham, Isaak, Jakob, Jozef, Mozes, de profeet Samuël, Johannes, Jezus en zijn apostelen. Zij werden allemaal door de Heer gekozen, niet door de mens.

Het is inderdaad zo dat de leden een stem in het bestuur van het koninkrijk Gods hebben, maar zij verlenen geen bevoegdheid en zij kunnen die niet wegnemen. Bijvoorbeeld: De mensen kozen de twaalf apostelen van Jezus Christus niet, en zij konden het apostelschap van die mannen ook niet wegstemmen. Zoals het bestuur van het koninkrijk vroeger bestond, zo is het tegenwoordig hersteld. Niet de mens, maar God heeft de grote hedendaagse profeet en apostel Joseph Smith gekozen, op de gebruikelijke wijze waarop Hij ook anderen heeft gekozen – namelijk door visioenen en door zijn eigen stem uit de hemel.11

Ik besef, nu ik over de taak [van profeet] heb nagedacht en in de loop der jaren met de algemene autoriteiten heb opgetrokken, dat iemand in deze positie voortdurend in de gaten wordt gehouden door Hem voor wie wij werkzaam zijn. Hij zal nooit iemand in deze positie toestaan om zijn kerk op een dwaalspoor te brengen. Daar kunt u zeker van zijn. Als ik nadenk over het proces waardoor een man president van de kerk wordt, denk ik aan mijn eigen ervaring van ruim 31 jaar, en aan alle omstandigheden in mijn eigen leven – wat een overweldigend opleidingsprogramma! Toen de verandering in het Eerste Presidium kwam, vergeleek ik dat met de manier waarop politieke partijen aan de macht komen en waarop een koning wordt gekozen. In het plan van de Heer worden deze veranderingen zonder wrok en ruzie aangebracht. Het plan staat vast en de Heer begaat geen vergissingen, dat heeft Hij gezegd.12

Waarom moeten we de profeet volgen?

Ik hoop dat dit de dag is waarop we ernstig zullen nadenken, en niet vergeten wat de Heer ons al heeft verteld. Zijn profeet is op aarde, en als u wilt weten wat de laatste openbaringen zijn, dan neemt u het laatste conferentieverslag en leest u aandachtig wat het Eerste Presidium heeft gezegd. (…) Dan hebt u de beste en laatste woorden die onze hemelse Vader heeft gesproken. We hoeven ons niet alleen op de standaardwerken te verlaten. Naast de woorden in de Schriften hebben we ook de woorden van de hedendaagse profeten, en als we in moeilijke tijden op de berg Zion verlost willen worden, moeten we luisteren en gehoorzaam zijn.13

Als de algemene autoriteiten met gezag spreken, zijn er vaak mensen die in opstand komen en zeggen: ‘En waar kan ik het bewijs vinden van wat u zegt?’ Dan zijn we geneigd om te zeggen: ‘Leest u de toespraak van de huidige leider van de kerk maar over dit onderwerp, dan hebt u voldoende bewijs, want dit is de werkwijze van de Heer. Zijn profeet is op aarde, en openbaring is nu net zo nodig en is nu net zo’n duidelijk bewijs als in iedere andere bedeling van het evangelie op aarde.’14

Alleen als wij als lid van de kerk precies doen wat de Heer tegen de kerk heeft gezegd in de tijd dat de kerk werd georganiseerd, zijn wij veilig. We moeten gehoor geven aan de woorden en geboden die de Heer door middel van zijn profeet aan ons geeft: ‘zoals hij ze ontvangt, en in alle heiligheid voor Mij wandelen; (…) in alle geduld en geloof, alsof het uit mijn eigen mond kwam’ (LV 21:4–5). Er zijn een aantal zaken die geduld en geloof vereisen. Misschien bent u het niet eens met iets wat van de hoofdzetel van de kerk afkomstig is. Misschien is het wel in strijd met uw politieke opvattingen. Misschien is het in strijd met uw maatschappelijke opvattingen. Het kan uw sociale leven belemmeren. Maar als u er geduldig en gelovig naar luistert, alsof het uit de mond van de Heer zelf komt, ‘zullen de poorten der hel u niet overweldigen; ja, de Here God zal de machten der duisternis voor u verspreiden en de hemelen voor uw welzijn en voor de heerlijkheid zijns naams doen schudden’ (LV 21:6).15

Heiligen der laatste dagen, waar ook ter wereld, die belofte [in LV 21:4–6] geldt voor u als u de leiders van de Heer in de kerk volgt, en geduldig en gelovig hun raad opvolgt.16

Luister naar de instructies van de president van de kerk. Als er zich ooit een conflict voordoet, houd uw ogen dan op de president gericht, zodat u in het licht zult blijven wandelen.17

Als onze leden in deze [moeilijke] tijden van misleiding en valse geruchten veilig geleid willen worden, moeten ze hun leiders volgen en naar de leiding van de Geest van de Heer streven. Dan vallen ze niet ten prooi aan de geslepen manipulators, die op slinkse wijze om hun aandacht vragen en volgelingen krijgen die hun eigen bedoelingen en soms kwaadaardige motieven dienen.18

Er waren veel mensen in de tijd van de Meester die Hem niet als de Zoon van God accepteerden. Sommigen zeiden: ‘O, Hij is gewoon de zoon van de timmerman Jozef.’ Anderen zeiden: ‘Hij is de prins van Beëlzebul, de overste der kwade geesten.’ Als Hij een wonder had verricht, zeiden ze: ‘Hij is een wijndrinker’, waarmee ze bedoelden dat Hij dronken was. Er waren slechts weinig mensen die zeiden: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God!’ (Matteüs 16:16.) Waarom kon niet iedereen Hem als de Zoon van God zien?

We zingen: ‘Ik had ook zo graag bij die kind’ren gehoord, toen in liefde om Jezus geschaard.’ [Zie ‘Ik lees graag dat mooie verhaal’ (Kinderliedjes, 35).] Veel vanonze mensen hadden Hem toen evenmin aanvaard als ze nu de leerstellingen van de leerkrachten en rechtschapen leiders van diezelfde Heiland aanvaarden. Als we de mensen die Hem hier vertegenwoordigen niet aanvaarden, kunnen we Hem ook zelf niet aanvaarden als Hij op aarde komt. (…)

Toen ik op zending was, gingen we op zekere dag met een groep zendelingen en onze zendingspresident naar Carthage Jail. Onder de indruk van de sfeer op de plaats waar de profeet en zijn broer Hyrum de martelaarsdood waren gestorven, vroegen we hem om iets over de gebeurtenissen rond zijn dood te vertellen. Ik was diep onder de indruk toen de zendingspresident het volgende zei: ‘Toen de profeet Joseph Smith overleed, waren er velen die geestelijk met hem stierven. Dat is het geval geweest bij alle veranderingen van bestuur in het koninkrijk van God. Toen Brigham Young overleed, waren er velen die geestelijk met hem stierven, en ook toen John Taylor overleed, en alle presidenten van de kerk.’ (…)

Soms sterven we geestelijk en zonderen we ons af van het zuivere, geestelijke licht. Dan vergeten we dat we tegenwoordig, hier en nu, een profeet hebben.19

De plaats van deze in de hemel begiftigde boodschappers, die de Heer in iedere bedeling van het evangelie op aarde vertegenwoordigen, kan gekenschetst worden door de ervaring van een reiziger in Noord-Europa. Onze reiziger vertrok per boot uit Stockholm en de boot voer de Baltische Zee op. De boot moest tussen duizenden eilanden door. Onze reiziger stond op het voordek en werd ongeduldig omdat hij vond dat er een achteloze koers werd gevaren. Waarom niet wat dichter langs het ene of het andere eiland, interessanter dan de koers van de stuurman? Bijna boos zei hij tegen zichzelf: ‘Wat mankeert die oude stuurman? Is hij zijn richtingsgevoel kwijt?’ Plotseling zag hij de boeien langs de koers die als bezemstelen uit het water staken. Iemand had dit vaarwater zorgvuldig verkend en had de veiligste koers voor schepen uitgezet. En dat geldt ook voor de koers naar de onsterfelijkheid en het eeuwige leven: de ingenieurs van God hebben aan de hand van een blauwdruk uit de hemel een veilige en gelukkige koers uitgezet, en hebben ons voor de gevaren gewaarschuwd.20

De Heer zal zijn dienstknechten inspireren om zijn kerk goed te leiden. Zijn profeten zullen de inspiratie van de Heer ontvangen om tegen de leden van de kerk te zeggen: ‘Dit is de weg, wandelt daarop’ (Jesaja 30:21). Zelfs in moeilijke tijden, die in deze bedeling zeker zullen voorkomen, zoals in hedendaagse openbaringen voorspeld, wil de Heer dat wij stabiliteit en solidariteit zien. U weet nog wel wat Hij tegen zijn discipelen zei: ‘Maar mijn discipelen zullen in heilige plaatsen staan en niet worden bewogen’ (LV 45:32).21

Suggesties voor zelfstudie en discussie

  • Wie is het ware hoofd van de kerk? Door middel van wie geeft de Heer leiding en instructies aan zijn kerk?

  • Hoe worden nieuwe leerstellingen aan de kerk gegeven?

  • Hoe wordt de president van de kerk op zijn belangrijke taak voorbereid? Hoe regelt de Heer de keuze van de president van zijn kerk?

  • Welke raad van de hedendaagse profeet is een bijzondere zegen in uw leven?

  • Waarom zouden sommige mensen de profeten vanouds eren, maar de hedendaagse profeten negeren? Wat zijn de gevolgen als we niet naar de woorden van de hedendaagse profeet luisteren of tegen zijn gezag in opstand komen?

  • Wat wordt de mensen beloofd die gehoor geven aan de woorden en geboden van de hedendaagse profeet?

Noten

  1. Conference Report, oktober 1972, blz. 18–20; of Ensign, januari 1973, blz. 23–25.

  2. Howard W. Hunter, De Ster, januari 1995, blz. 6–7.

  3. The Teachings of Harold B. Lee, onder redactie van Clyde J. Williams (1996), blz. 522.

  4. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 527.

  5. Decisions for Successful Living (1973), blz. 103, 105.

  6. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 531.

  7. Conferentietoespraak aan het Cambridge Institute, 10 mei 1970, afdeling kerkgeschiedenis, onderafdeling kerkelijke archieven, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, blz. 8.

  8. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 543–544.

  9. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 534–535.

  10. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 542–543.

  11. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 547–548.

  12. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 535–536.

  13. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 471.

  14. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 428–429.

  15. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 525–526.

  16. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 529.

  17. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 532.

  18. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 437.

  19. Ye Are the Light of the World (1974), blz. 31, 34–35.

  20. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 534.

  21. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 545.