Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 6: De stem van de Heer horen


Hoofdstuk 6

De stem van de Heer horen

Hoe kunnen wij persoonlijke openbaring van de Heer ontvangen?

Inleiding

President Harold B. Lee heeft gezegd: ‘Ik heb een gelovig hart, dat begon met een eenvoudig getuigenis dat ik als kind ontving – ik denk dat ik ongeveer tien of elf jaar oud was. Ik was met mijn vader op een boerderij ver bij ons huis vandaan, en probeerde me bezig te houden totdat mijn vader klaar was om naar huis te gaan. Aan de andere kant van het hek stond een aantal bouwvallige schuren die veel aantrekkingskracht op een nieuwsgierige jongen hadden, en ik was nogal avontuurlijk ingesteld. Ik begon over het hek te klimmen en hoorde toen een stem, zo duidelijk als u nu mijn stem hoort, die mijn naam noemde en zei: “Ga daar niet heen!” Ik keek om om te zien of mijn vader dat had gezegd, maar hij was helemaal aan de andere kant van het veld. Er was verder niemand te zien. Ik besefte toen als kind dat er personen zijn die ik niet kan zien, want ik had wel degelijk een stem gehoord. Toen ik sinds die tijd verhalen over de profeet Joseph Smith hoorde, wist ik wat het was om een stem te horen, want het was mij ook overkomen.’1

De Heer spreekt misschien niet hoorbaar tot ons, maar als we met Hem leren praten en herkennen hoe Hij met ons communiceert, gaan we Hem leren kennen. President Lee heeft gezegd: ‘“God en Jezus Christus kennen, die Hij gezonden heeft” (zie Johannes 17:3), om met de woorden van de Meester te spreken, is het begin is van de zekere koers naar het eeuwige leven in de tegenwoordigheid van deze verheerlijkte wezens.’2

Leringen van Harold B. Lee

Op welke manieren communiceert onze hemelse Vader met zijn kinderen?

Ik heb een geïnspireerde toespraak van president [J. Reuben] Clark aan de Brigham Young University gehoord. (…) Hij analyseerde de verschillende soorten openbaringen. Eerst noemde hij godsverschijningen, die hij omschreef als een ervaring waarbij de Vader of de Zoon of beiden persoonlijk verschijnen of spreken. Mozes sprak van aangezicht tot aangezicht met de Heer [zie Mozes 1:1–4]; Daniël ontving een persoonlijke godsverschijning [zie Daniël 10]. Toen de Meester bij Johannes de Doper kwam om Zich te laten dopen, kwam er, zoals u weet, een stem uit de hemel, die zei: ‘Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb’ [Matteüs 3:17]. Bij de bekering van Paulus, (…) was er ook een persoonlijke verschijning en hij hoorde een stem [zie Handelingen 9:1–6]. Tijdens de verheerlijking, toen Petrus, Jakobus en Johannes met de Meester naar een hoge berg gingen, waar Mozes en Elia aan hen verschenen, was opnieuw een stem uit de hemel te horen, die zei: ‘Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb’ (Matteüs 17:5).

De belangrijkste godsverschijning in onze bedeling was waarschijnlijk de verschijning van de Vader en de Zoon aan de profeet Joseph Smith in het heilige bos. [Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:14–17.] Daarna volgde nog een aantal verschijningen, waarvan er een in afdeling 110 van de Leer en Verbonden staat, toen de Heiland aan Joseph en Oliver verscheen. (…)

Een andere manier waarop we openbaring kunnen ontvangen, is door de profeet Enos uitgelegd. Hij heeft de volgende belangrijke uitspraak in het Boek van Mormon opgenomen: ‘En terwijl ik aldus in de geest streed, ziet, toen klonk de stem des Heren opnieuw in mijn gemoed (…)’ [Enos 1:10].

Met andere woorden, soms horen we de stem van de Heer in onze gedachten, en als dat gebeurt zijn de indrukken net zo sterk als had hij vlakbij ons oor op een trompet geblazen. (…)

In een verhaal in het Boek van Mormon berispt Nephi zijn broers, roept hij hen tot bekering, en verwoordt hij dezelfde gedachte met de volgende woorden: ‘(…) Hij heeft met zachte inspraak tot u gesproken, doch gij waart gevoelloos geworden, zodat gij zijn woorden niet hebt kunnen gevoelen (…)’ (1 Nephi 17:45).

De Heer geeft ons dus openbaring door gedachten in ons verstand, alsof we een stem horen. Mag ik daar mijn nederig getuigenis van geven? Ik bevond me eens in een situatie waar ik hulp nodig had. De Heer wist dat ik hulp nodig had, omdat ik met een belangrijke opdracht bezig was. Ik werd vroeg in de ochtend wakker en werd op het rechte spoor gezet over iets dat ik op tegengestelde wijze wilde doen. De juiste wijze werd mij duidelijk gemaakt toen ik daar die ochtend lag, zo zeker alsof iemand naast mijn bed had gezeten en het me woordelijk had verteld. Ja, de stem van de Heer komt in ons verstand en we kunnen ons erdoor laten leiden.

We ontvangen ook openbaring door de macht van de Heilige Geest. De Heer heeft in de begindagen van de kerk tegen de profeet Joseph Smith gezegd: ‘Ik zal in uw verstand en in uw hart tot u spreken door de Heilige Geest, die (…) in uw hart [zal] wonen. Welnu, dit is de Geest van openbaring (…)’ (LV 8:2–3). De Meester troostte zijn discipelen, zoals u weet, vlak voor zijn kruisiging. Hij zei: ‘(…) indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen. (…) Doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; (…) de toekomst zal Hij u verkondigen’ (Johannes 16:7, 13), ‘en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb’ (Johannes 14:26). Zo zien we dus de macht van de Heilige Geest. De profeet Joseph Smith heeft hierover gezegd: ‘Niemand ontvangt de Heilige Geest, zonder openbaringen te ontvangen. De Heilige Geest is een openbaarder.’ (Teachings of the Prophet Joseph Smith, blz. 328.)

Mag ik dat omdraaien (…) en zeggen: Iedere heilige der laatste dagen die is gedoopt en wie de handen zijn opgelegd met de opdracht om de Heilige Geest te ontvangen, en die geen openbaring van de Heilige Geest heeft gekregen, heeft de gave van de Heilige Geest niet ontvangen, waar hij recht op heeft. Dat is een belangrijke aangelegenheid. Ik wil graag voorlezen wat de profeet Joseph Smith over openbaring heeft gezegd:

‘Iemand kan profijt hebben van de eerste aanduiding van de geest van openbaring die hij gewaar wordt. Als u bijvoorbeeld zuivere intelligentie toevloeit, kunt u plotseling goede ideeën krijgen, en als u daar gehoor aan geeft, kunnen die dezelfde dag of spoedig vervuld worden. De zaken die u door de Geest van God zijn ingefluisterd, zullen gerealiseerd worden; en zo kunt u door de Geest van God te leren kennen en begrijpen, in het beginsel openbaring groeien, totdat u volmaakt in Christus Jezus wordt.’ [History of the Church, deel 3, blz. 381.]

Waarover kunt u openbaring ontvangen? Verbaast het u dat u – alle leden van de kerk die de Heilige Geest hebben ontvangen – openbaring kunt ontvangen? Niet voor de president van de kerk, niet voor de wijk, de ring of het zendingsgebied waar u deel van uitmaakt; maar iedereen kan op zijn eigen terrein openbaring van de Heilige Geest ontvangen. (…)

Iedere man heeft het voorrecht om deze gaven in zijn eigen leven te gebruiken; bij het opvoeden van zijn kinderen; bij het leiden van zijn bedrijf of ander werk. Het is zijn recht om de geest van openbaring en inspiratie te ontvangen – om het juiste te doen, om verstandig en tactvol te zijn, rechtschapen en goed, bij alles wat hij doet. Ik weet dat dit een waar beginsel is, en ik wil dat de heiligen der laatste dagen dat ook zullen weten. Daarom moeten we er allemaal naar streven om gehoor te geven aan die onverwachte ideeën, en als we er gehoor aan geven, en ons voor deze influisteringen openstellen, kunnen wij – allemaal – in de geest van openbaring vooruitgang maken.

Er is nog een manier waarop we openbaring kunnen ontvangen: door middel van dromen. Ik ga u echt niet wijsmaken dat iedere droom een openbaring van God is. (…) Maar ik ben bang dat er in dit moderne tijdperk mensen zijn die beweren dat alle dromen niets betekenen. En toch staan er in de Schriften talloze voorbeelden dat de Heer door middel van dromen zijn volk leidde. (…)

We moeten ervoor zorgen dat we de geboden zo goed mogelijk naleven, zodat Hij onze gebeden, de gebeden van onze dierbaren en de gebeden van de algemene autoriteiten voor ons kan verhoren. We bidden altijd voor de leden van de kerk, en we danken God als we weten dat zij voor ons bidden. Als wij volgens de gedragsnormen door het leven gaan, zal de Heer ons leiden – door een persoonlijke verschijning, door zijn stem, door een stem in onze gedachten, of door indrukken in ons hart en onze ziel. En wat moeten we dankbaar zijn als de Heer in een droom de schoonheid van de eeuwigheid aan ons openbaart, of ons een waarschuwing of advies voor ons welzijn geeft. Ja, als we zo leven, zal de Heer ons voor ons bestwil en ons eeuwig heil leiden.

Als een van de minsten onder u, en in het ambt dat ik bekleed, wil ik mijn nederig getuigenis geven dat ik door de stem en de macht van openbaring de kennis en het begrip heb ontvangen dat God leeft. (…)

Ik geef u mijn plechtige getuigenis dat de kerk tegenwoordig door openbaring wordt geleid. Ieder lid dat de Heilige Geest heeft ontvangen, heeft de macht om openbaring te ontvangen. Ik hoop dat God u en mij zal helpen, dat wij altijd zo zullen leven dat de Heer de gebeden van de getrouwen door middel van ons kan verhoren.3

Hoe kunnen we onze hemelse Vader om leiding vragen?

Er is veel verschil tussen het uitspreken van een gebed en praten met God. Er zijn een paar mensen die ik tijdens hun gebed daadwerkelijk met God heb horen praten, onder wie wijlen [ouderling] Charles A. Callis. Altijd als ik hem aan een heilig altaar in de tempel hoorde bidden, altijd als ik hem hoorde bidden wanneer we tijdens een moeilijke opdracht in gebed neerknielden, dan leek het wel of hij rechtstreeks de woonplaats van onze Vader bereikte en met goddelijke personen sprak. Zeg geen gebeden op, lees geen gebeden voor, maar leer praten met God, en dat gesprek met God is het soort gebed dat Moroni volgens mij bedoelde toen hij het volgende in het laatste hoofdstuk van het Boek van Mormon schreef:

‘Ik [zou] u willen vermanen, dat gij God, de eeuwige Vader, in de naam van Christus zoudt vragen, of deze dingen niet waar zijn; en indien gij zult vragen met een oprecht hart en met een eerlijke bedoeling, en geloof hebt in Christus, zal Hij door de kracht des Heiligen Geestes de waarheid er van aan u bekendmaken’ [Moroni 10:4].

(…) Dat is volgens mij een gelovig gebed, (…) geloof in God en in zijn Zoon, Jezus Christus, zonder wie niemand met God kan praten.4

Ik las een ervaring van onze dierbare Richard Evans [van het Quorum der Twaalf Apostelen] tijdens een van zijn reizen. (…) Hij zat op een avond bij een man aan tafel, een vermaard industrieel, die hem in een paar zinnen eenvoudigweg vertelde hoe hij met ernstige problemen in zijn leven omging en hoe hij iedere dag beslissingen nam. ‘Als ik ‘s morgens opsta,’ zei hij, ‘heb ik vaak een gevoel van onmacht, maar als ik neerkniel en eenvoudigweg zeg: “God, wilt U mij vandaag helpen bij wat ik moet doen”, krijg ik kracht en voel ik dat ik alles aankan. Ik beschouw Hem eenvoudigweg als mijn Vader en ik spreek Hem eenvoudig en direct toe, alsof ik het tegen mijn aardse vader heb.’ (…)

[Ouderling Evans zei verder:] ‘Ik voelde me nederig door de directe en eenvoudige vriend met wie ik die avond aan tafel zat. Hij was geen lid van onze kerk, maar ik geloof oprecht dat hij nooit met zoveel tevredenheid en zekerheid met God gesproken kon hebben als hij Hem alleen maar als een natuurkracht had gezien, of als een onnoembaar wezen, van wie hij de aard en de doeleinden niet kende, of waarvan hij niets afwist dat hem het gevoel gaf dat hij in feite met zijn vader sprak.’ (…)

Jakob zei tegen zijn familie: ‘O, hoe groot is de heiligheid van onze God! Want Hij weet alle dingen en er is niets, dat Hij niet weet’ (2 Nephi 9:20). Als u dat in gedachten houdt, weet u waar u moet beginnen om een relatie met Hem op te bouwen. Wij zijn zijn zoon of dochter. Hij kent ons. Hij weet alle van tevoren vastgestelde zaken en tijden, de plaats waar wij zouden wonen, en de tijd waarin we zouden leven.5

Een van de kostbaarste bezittingen of kennis die wij kunnen hebben, is dat de Heer onze gebeden hoort en verhoort – of, met andere woorden, dat we met Hem kunnen leren praten. Het gebed is niet slechts een opsomming van woorden, zoals sommige andere kerken beweren, maar de erkenning dat God, onze hemelse Vader, en zijn Zoon, Jezus Christus, levende persoonlijkheden zijn, en dat wij door het werk van het andere lid van de Godheid, de Heilige Geest, met Hem, onze hemelse Vader, kunnen communiceren, en antwoord op onze vragen en kracht kunnen krijgen.6

Zorg ervoor dat u net als Paulus nederig kunt zeggen: ‘Heer, wat wilt U dat ik doe?’ (Zie Handelingen 9:6.) En dat u net als de jonge Samuël moedig zult zeggen: ‘Spreek Here, want uw knecht hoort’ (1 Samuël 3:9). Wees nederig en heb een gebed in uw hart, dan zal de Heer u bij de hand nemen en uw gebeden verhoren. [Zie LV 112:10.]7

President [David O.] McKay heeft ons eens het volgende in de tempel geleerd. (…) ‘Ik wil u graag het volgende vertellen: Als de Heer iets tegen u zegt, moet u ook de moed hebben om het te doen, anders kunt u het Hem beter niet meer vragen.’ Die les heb ik ook geleerd. Soms ben ik midden in de nacht wakker en kan ik niet slapen totdat ik mijn bed uit ben gegaan en heb opgeschreven waar ik mee worstel. Er is veel moed voor nodig om gehoor te geven aan het antwoord op ons gebed.8

Vast twee maaltijden op de eerste zondag van de maand en betaal de volledige waarde van die maaltijden die u hebt overgeslagen. (…) De Heer zei tegen Jesaja dat de mensen die vasten en hun brood aan de armen geven, de Heer kunnen aanroepen en antwoord zullen krijgen, om hulp kunnen smeken waarop de Heer zal zeggen ‘Hier ben Ik’. [Zie Jesaja 58:6–9.] Dat is een van de manieren om met de Heer te kunnen spreken. Probeer het dit jaar. Leef de wet van vasten volledig na.9

Als we op een kruispunt staan waar we een beslissing moeten nemen, mogen we niet vergeten wat de Heer heeft gezegd: de zaak met ons verstand uitvorsen tot we een oplossing hebben; voordat we handelen aan de Heer vragen of het een juiste beslissing is; en ons openstellen voor zijn geestelijke antwoord – onze boezem zal in ons branden als de beslissing juist is, en we zullen een verdoving van gedachten hebben als die niet juist is. [Zie LV 9:7–9.] De Heer heeft beloofd: ‘En de Geest zal u door het gebed des geloofs worden gegeven’ (LV 42:14). (…)

Als wij er oprecht naar streven, kunnen we in die geestelijke dimensie antwoorden vinden, waardoor wij niet alleen gezegend zullen worden, maar ook het getuigenis in ons hart ontvangen dat onze daden, ons leven en onze werken de goedkeuring wegdragen van de Heer en Schepper van ons allen.10

Wat kunnen wij doen om persoonlijke openbaring van de Heer te ontvangen?

Het belangrijkste is dat we met God leren praten. Praat met Hem alsof u met uw vader praat, want Hij is uw Vader, en Hij wil dat u met Hem praat. Hij wil dat u uw oren op Hem afstemt, en luistert als Hij u de indrukken van de Geest geeft. Als u gehoor leert geven aan die plotselinge ingevingen, zult u merken dat u die juist in tijden van nood ontvangt. Als u uw oren op deze influisteringen afstemt, zult u leren om aan de hand van de geest van openbaring door het leven te gaan.11

Hoe ontwikkelen we de geestelijke eigenschap die we nodig hebben om onze zending op aarde ten volle te vervullen, en ons daardoor op de oneindige macht [van God] af te stemmen (…)?

Ammon heeft die vraag gedeeltelijk beantwoord: ‘Hem, die zich bekeert en geloof oefent en goede werken voortbrengt en voortdurend bidt zonder ophouden, zal het worden gegeven, de verborgenheden van God te weten’ (Alma 26:22). (…)

David, de psalmist, had als jongeman al de bron van geestelijke kracht ontdekt. De Geest fluisterde: ‘Laat af en weet, dat Ik God ben. (…) een burcht is ons de God van Jakob’ (Psalmen 46:11–12).

Profeten vanouds hebben geleerd, zoals iedereen moet weten, hoe ze met de Heer door middel van het gebed kunnen communiceren, en vervolgens antwoord op de manier van de Heer kunnen ontvangen. (…)

De Heer heeft tegen de profeet Elia gezegd: ‘Treed naar buiten en ga op de berg staan voor het aangezicht des Heren. En zie, toen de Here juist zou voorbijgaan, was er een geweldige en sterke wind, die bergen verscheurde en rotsen verbrijzelde, die voor de Here uitging. In de wind was de Here niet. En na de wind een aardbeving. In de aardbeving was de Here niet.

‘En na de aardbeving een vuur. In het vuur was de Here niet. En na het vuur het suizen van een zachte koelte.

‘Zodra Elia dit hoorde, omwond hij zijn gelaat met zijn mantel, ging naar buiten en bleef in de ingang van de spelonk staan’ (1 Koningen 19:11–13).

Maar al te vaak is de zachte, stille stem van God, net als voor Elia in de spelonk, niet met onze oren hoorbaar, omdat we, net als een defecte radio, misschien niet goed zijn afgestemd.

(…) De mens leeft tegenwoordig zo ver weg van geestelijke zaken dat hij, als de Heer woordelijk tot hem spreekt, onhoorbaar tot zijn verstand, of door middel van zijn bevoegde dienstknechten, die onder leiding van de Geest zijn stem vertegenwoordigen, hij slechts een geluid hoort, net als de mensen in Jeruzalem. Daarom ontvangt men geen geïnspireerde wijsheid, noch innerlijke zekerheid, dat de Heer door middel van zijn profeten heeft gesproken.

(…) Enos, de kleinzoon van Lehi, heeft uitgelegd waarom sommige mensen kennis van God kunnen verkrijgen en anderen niet. Enos spreekt over zijn strijd om vergeving van zijn zonden te ontvangen, zodat hij zijn roeping waardig zou zijn.

Vervolgens zegt hij: ‘En terwijl ik aldus in de geest streed, ziet, toen klonk de stem des Heren opnieuw in mijn gemoed, en zeide: Ik zal uw broederen genadig zijn, naarmate hun ijver in het onderhouden mijner geboden (…)’ [Enos 1:10].

Daar staat in eenvoudige bewoordingen een groot beginsel: het is niet de Heer die ver van ons blijft. Wij blijven ver van Hem doordat wij zijn geboden niet onderhouden.12

Als we de Heer ergens om vragen, moeten we ervoor zorgen dat we aan de eisen voldoen om die zegen te kunnen ontvangen.13

Zou u niet zo willen leven dat als God sprak, u in staat zou zijn om het te horen, of in staat zou zijn om bezoek van een hemelse boodschapper te ontvangen, of voorbereid om in de tegenwoordigheid van de Heer te komen? De Heer heeft gezegd hoe we ons kunnen voorbereiden. Hier zegt Hij in een belangrijke openbaring: ‘Voorwaar, aldus zegt de Here: Het zal geschieden, dat een ieder, die zijn zonden verzaakt, en tot Mij komt, mijn naam aanroept, mijn stem gehoorzaamt, en mijn geboden onderhoudt, mijn aangezicht zal zien, en weten, dat Ik ben’ (LV 93:1).

Toen de stem uit de hemel in het land Overvloed klonk, hoorden de mensen die niet. Het was voor hen een verwarrend geluid, en toen ze hun hart afstemden, hoorden ze woorden, maar konden ze die niet verstaan. Maar toen zij zich er met heel hun hart en verstand op concentreerden, konden ze de stem verstaan. (Zie 3 Nephi 11:3–5.)14

Ik hoop dat God een ieder van ons de kans zal geven om zo te leven dat we door middel van de Heilige Geest met de Godheid kunnen communiceren, en zonder twijfel zullen weten dat Hij leeft, en dat we voorbereid zullen zijn om op een dag in zijn tegenwoordigheid te komen.15

Suggesties voor zelfstudie en discussie

  • Waarover kunnen we openbaring ontvangen? Hoe kunnen we ons vermogen vergroten om de stem van de Heer te horen en ‘in het beginsel van openbaring [te] groeien’?

  • Hoe kunnen we door middel van de stille, zachte stem van de Geest openbaring ontvangen?

  • Wat zijn de verschillen tussen het uitspreken van een gebed en communicatie met God? Wat betekent het om ‘met een eerlijke bedoeling’ te bidden? (Moroni 10:4.)

  • Hoe beïnvloedt de kennis dat we een zoon of dochter van God zijn, de manier waarop wij Hem in gebed aanspreken? Hoe worden we door die kennis in staat gesteld om Hem te vertrouwen?

  • Wat moeten we doen om leiding van de Heer te ontvangen als we belangrijke beslissingen moeten nemen? Waarom is er moed voor nodig om gehoor te geven aan de influisteringen van de Geest?

  • Hoe blijven we soms ver van onze hemelse Vader? Hoe kunnen we persoonlijk en als gezin steeds dichter bij Hem komen?

Noten

  1. Stand Ye in Holy Places (1974), blz. 139.

  2. Conference Report, oktober 1966, blz. 115; of Improvement Era, december 1966, blz. 1142.

  3. Stand Ye in Holy Places, blz. 138–142, 144–145.

  4. ‘How Primary Teachers Can Strengthen Their Testimonies’, toespraak tijdens de 47ste jaarlijkse jeugdwerkconferentie, 3 april 1953, afdeling kerkgeschiedenis, onderafdeling kerkelijke archieven, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, blz. 6–7.

  5. ‘To Be on Speaking Terms with God’, Salt Lake Institute of Religion devotional, 12 oktober 1973, afdeling kerkgeschiedenis, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, blz. 4–5, 7.

  6. Toespraak tijdens een conferentie in Lausanne (Zwitserland), 26 september 1972, afdeling kerkgeschiedenis, onderafdeling kerkelijke archieven, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, blz. 2.

  7. The Teachings of Harold B. Lee, onder redactie van Clyde J. Williams (1996), blz. 126.

  8. Qualities of Leadership, toespraak tijdens de conferentie van de Latter-day Saint Student Association, augustus 1970, blz. 5.

  9. ‘Cram for Life’s Final Examination’, toespraak op de Brigham Young University, 5 januari 1954, afdeling kerkgeschiedenis, onderafdeling kerkelijke archieven, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, blz. 9.

  10. Ye Are the Light of the World (1974), blz. 115, 120.

  11. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 130.

  12. Conference Report, oktober 1966, blz. 115–117; of Improvement Era, december 1966, blz. 1142–1143.

  13. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 129.

  14. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 429.

  15. Conference Report, oktober 1966, blz. 119; of Improvement Era, december 1966, blz. 1144.