Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 22: Vrede zij uw ziel


Hoofdstuk 22

Vrede zij uw ziel

Waarom is tegenspoed noodzakelijk om de eeuwige doeleinden van de Heer te vervullen?

Inleiding

Harold B. Lee heeft gezegd: ‘Alle mensen op aarde moeten door tegenspoed beproefd worden.’1 Harold B. Lee, die zelf veel tegenspoed heeft ervaren, verloor in de jaren zestig zijn vrouw, Fern Tanner Lee, en zijn dochter Maurine Lee Wilkins. Hij had als algemeen autoriteit ook erg veel gezondheidsproblemen. Tijdens de algemene conferentie in 1967 zei hij: ‘Ik heb onder toezicht van de Heer nogal wat beproevingen meegemaakt, waarvan sommige nogal ernstig waren. Ik veronderstel dat ze nodig waren zodat ik kon laten zien dat ik gewillig was me aan alles te onderwerpen, net als een klein kind zich aan zijn vader onderwerpt.’ [Zie Mosiah 3:19.]2

Maar president Lee bood troost in de aanwezigheid van tegenspoed: ‘De persoon die vol vertrouwen voorwaarts kijkt naar de eeuwige beloning voor zijn werk in het sterfelijk leven, wordt in zijn diepste beproevingen voortdurend gesterkt. Als hij in de liefde teleurgesteld is, pleegt hij geen zelfmoord. Als een dierbare overlijdt, wordt hij niet wanhopig; als hij een belangrijke wedstrijd verliest, geeft hij de moed niet op; als oorlog en verwoesting zijn toekomst bedreigen, wordt hij niet depressief. Hij leeft boven deze wereld en verliest nooit het doel van zijn eeuwig heil uit het oog.’3

‘De weg naar [verhoging] is rotsachtig en steil. Veel mensen struikelen en vallen, en staan door ontmoediging niet meer op. De machten van het kwaad verduisteren de weg met veel mistige afschrikmiddelen, om ons op een dwaalspoor te brengen. Maar tijdens deze reis’, zei president Lee, ‘krijgen we de rustgevende belofte van succes als we het goede kiezen. Dan zullen we door onze prestatie gevormd worden tot een persoon die in staat is om in de tegenwoordigheid van God aanvaard te worden. Wat voor succes is groter dan alles te ontvangen wat God bezit?’4

Leringen van Harold B. Lee

Hoe kunnen we door tegenspoed meer op God gaan lijken?

Er is volgens mij een louterend proces dat door tegenspoed plaatsvindt, en dat we op geen enkele andere wijze kunnen ervaren. (…) We komen dichter bij Hem die zijn leven voor de mens gegeven heeft. Dan voelen we een verwantschap die we nog nooit eerder gevoeld hebben. (…) Hij heeft meer geleden dan wij ons ooit kunnen voorstellen. Maar als wij moeten lijden, lijkt het erop dat we dichter bij God komen, dat onze ziel wordt gereinigd en dat de zaken die in de ogen van de Heer niet aangenaam zijn verwijderd worden.5

Jesaja heeft gezegd: ‘Maar nu, Here, Gij zijt onze Vader; wij zijn het leem, Gij zijt onze formeerder en wij allen zijn het werk van uw hand’ (Jesaja 64:8.)

Ik had dat vers vele malen gelezen, maar ik had het nooit volledig begrepen totdat ik een aantal jaren geleden in Telacapaca (Mexico) was, waar de bevolking van klei verschillende soorten potten bakt. Daar zag ik hoe ze de klei op primitieve wijze bereidden. De vormdraaier waadde door de modder om het geheel op de juiste wijze te mengen. Vervolgens werd het op een pottenbakkersschijf gelegd en begon de pottenbakker de verschillende soorten potten te vervaardigen, die later op de markt verkocht zouden worden. Toen we ernaar keken, zagen we dat het soms nodig was om de klomp klei uit elkaar te trekken en terug in het mengsel te gooien om opnieuw gemengd te worden, en soms moest het proces verscheidene malen herhaald worden voordat de klei op de juiste wijze gemengd was.

Met dat beeld in gedachten begon ik de betekenis van die tekst te begrijpen. Ook wij moeten beproefd worden door armoede, ziekte, het overlijden van een dierbare, door verleidingen, soms door het verraad van zogenaamde vrienden, door overvloed en rijkdom, door gemak en luxe, door verkeerde onderwijsbeginselen en door de vleierij van de wereld. Een vader, die deze zaak aan zijn zoon uitlegde, zei:

‘En om zijn eeuwige oogmerken met de mens te bereiken, nadat Hij onze eerste ouders, en de beesten des velds en de vogelen des hemels, kortom alles had geschapen, wat is geschapen, moest er noodzakelijk een tegenstelling zijn, namelijk de verboden vrucht in tegenstelling tot de boom des levens, de ene zoet en de andere bitter’ [2 Nephi 2:15.]

En de profeet Joseph Smith heeft over dit louterende proces gezegd dat hij een ruwe steen was die van de berg afrolde, en dat de enige verfijning die hij ontving tot stand kwam als een ruwe kant met iets anders in contact kwam, waardoor er hier en daar een stukje afbrak. Maar hij zei: ‘Op die manier word ik een (…) gepolijste pijl in de pijlkoker van de Almachtige.’ [History of the Church, deel 5, blz. 401.]

We moeten dus verfijnd worden, beproefd om te bewijzen dat we de nodige kracht en macht bezitten.6

Geleid door geloof, onderricht door het woord van God, beschouwen we het leven als een groot proces van zielsontwikkeling. Onder het toeziend oog van een liefdevolle Vader leren we door ‘hetgeen [wij hebben] geleden’, krijgen we kracht door de belemmeringen die we uit de weg ruimen, en overwinnen we angst door onze zege op plaatsen waar gevaar op de loer ligt. [Zie Hebreeën 5:8.] Zoals uit het woord van God blijkt, zullen we door geloof begrijpen dat alles wat in het leven aan deze verheven norm van Jezus bijdraagt – ‘gij dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is’ (Matteüs 5:48) – voor ons eigen bestwil en onze eeuwige vooruitgang is, hoewel de strenge straf van een alwetend God ook in dat verband genoemd moet worden, ‘want wie Hij liefheeft, tuchtigt de Here, en Hij kastijdt iedere zoon, die Hij aanneemt’ (Hebreeën 12:6.)

Als we op die manier zijn geschoold en getraind voor de strijd met de machten van de duisternis en de geestelijke goddeloosheid, gelden de woorden: ‘in alles zijn wij in de druk, doch niet in het nauw; om raad verlegen, doch niet radeloos; vervolgd, doch niet verlaten; ter aarde geworpen, doch niet verloren’ (2 Korintiërs 4:8–9).7

Iemand die een getuigenis heeft van het doel van het leven, ziet de belemmeringen en de beproevingen in het leven als mogelijkheden om de nodige ervaring voor de eeuwigheid op te doen. (…)

Geconfronteerd met de dood zal zo iemand niet vrezen als hij zijn voeten heeft ‘geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes’ [Efeziërs 6:15], en zij die hun dierbaren verliezen, zullen hetzelfde geloof hebben als Moroni, de aanvoerder van het leger: ‘Want de Here staat toe, dat de rechtvaardigen worden gedood, opdat zijn rechtvaardigheid en oordeel over de goddelozen mogen komen; daarom behoeft gij niet te denken, dat de rechtvaardigen zijn verloren, omdat zij worden gedood; maar ziet, zij gaan in de rust van de Here, hun God, in’ (Alma 60:13).8

Luister naar de les van de Meester in menselijke tuinbouw: ‘Elke rank die vrucht draagt, moet gesnoeid worden, opdat zij meer vrucht zal dragen.’ (Zie Johannes 15:2.) (…)

Er is bijna nooit een waarlijk grote ziel te vinden die niet door tranen en tegenspoed is beproefd – ogenschijnlijk gesnoeid door de hand van de grote Hovenier. Door het mes en de snoeischaar worden de takken naar het ontwerp van God gevormd, zodat er zoveel mogelijk vruchten aan zullen groeien.

Iedereen moet beproevingen, moeilijkheden, hartzeer en ontmoediging doorstaan. Maar we mogen niet vergeten dat we in verdriet en wanhoop getroost zullen worden, als we de volgende les leren: ‘Want wie Hij liefheeft, tuchtigt de Here, en Hij kastijdt iedere zoon, die Hij aanneemt’ (Hebreeën 12:6) – en opnieuw: ‘Veracht, mijn zoon, de tuchtiging des Heren niet en keer u niet met weerzin af van zijn bestraffing. Want de Here bestraft wie Hij liefheeft, ja, gelijk een vader een zoon, aan wie hij welgevallen heeft’ (Spreuken 3:11–12).9

De profeet Joseph [Smith] (…) maakte zich zorgen over de plunderingen onder de heiligen, en in al zijn moeilijkheden riep hij uit: ‘O God, hoe lang zal het duren voordat uw oog zal zien en uw oor zal horen dat de heiligen zo zwaar te lijden hebben, en wanneer zult Gij wraak nemen op hun vijanden?’ [Zie LV 121:1–6]. En het leek wel of de Meester een angstig kind in zijn armen had genomen en zei:

‘Mijn zoon, vrede zij uw ziel; uw tegenspoed en smarten zullen slechts kort van duur zijn;

‘En dan, indien gij het goed verdraagt, zal God u ten hemel verheffen; gij zult over al uw vijanden zegevieren’ (LV 121:7,8).

Toen zei Hij iets prachtigs:

‘(…) weet dan, mijn zoon, dat dit alles u ondervinding zal geven, en voor uw welzijn zal wezen’ (LV 122:7).

(…) En toen zij de Meester:

‘De Zoon des Mensen is beneden dit alles neergedaald. Zijt gij meerder dan Hij?

‘Vervolg daarom uw weg. (…) Vrees daarom niet wat de mens kan doen, want God zal voor eeuwig met u zijn’ (LV 122:8, 9).

Er is een tijd in mijn leven geweest dat ik dat op mezelf moest toepassen. De Zoon des Mensen heeft dat allemaal meegemaakt.10

Het doel van ons leven hier staat duidelijk in de openbaring van de Heer aan Mozes. Hij zei: ‘Dit is mijn werk en mijn heerlijkheid – de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ [Mozes 1:39]. ‘Het eeuwige leven van de mens’ is de terugkeer in de tegenwoordigheid van God de Vader en zijn Zoon, om voor eeuwig bij Hen te wonen. Hij heeft niet gezegd dat het zijn doel was om al zijn kinderen op aarde in luxe, rijkdom en comfort te laten leven, zonder pijn of verdriet. Dat heeft Hij niet gezegd. Want soms komt er, zoals Jesaja heeft gezegd, uit een distel een prachtige mirt tevoorschijn. [Zie Jesaja 55:13.] (…)Wat momenteel een tragedie lijkt, kan, als we de hele situatie van begin tot eind bekijken, in de wijsheid van de Vader, een grote zegen voor ons zijn, in plaats van het tragische einde dat wij veronderstelden.11

Hoe kunnen we in moeilijke tijden innerlijke kracht en gemoedsrust vinden?

Iedere ziel op aarde – rijk of arm, goed of slecht, jong of oud – zal door tegenspoed beproefd worden en zal zich ertegen moeten beschermen. En de enigen die niet zullen falen, zijn de mensen die hun huis op de rots hebben gebouwd. En wat is die rots? De rots van gehoorzaamheid aan de beginselen en leerstellingen van het evangelie van Jezus Christus, die de Meester heeft verkondigd.12

Ik verontschuldig me niet (…) nu ik u vraag om samen met mij te geloven in de fundamentele beginselen van de ware godsdienst – geloof in God en in zijn Zoon, Jezus Christus, als Verlosser van de wereld, dat in zijn naam wonderen zijn en worden verricht en dat wij alleen door volledige aanvaarding van deze waarheden verankerd zullen worden aan onfeilbare ankerplaatsen, als de stormen van het leven om ons heen woeden.

Daarom moedig ik u aan om nederig te zijn (…) en met een gebed in uw hart alles te geloven wat de heilige profeten ons vanaf het begin uit de heilige Schriften over het evangelie hebben bijgebracht.13

Het allerbelangrijkste is niet wat er met u gebeurt, maar hoe u met het gebeurde omgaat. Daar gaat het om. Zoals u weet, vertelde de Heiland aan het eind van de bergrede een gelijkenis. Hij zei:

‘Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots.

‘En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, en het viel niet in, want het was op de rots gegrondvest’ [Matteüs 7:24–25].

Wat probeerde Hij hier duidelijk te maken? Hij probeerde te zeggen dat de wind van tegenspoed, de stromen van rampen en moeilijkheden ieder huis op aarde zullen treffen. De enigen die niet zullen vallen – als er geen geld is, als we een dierbare verliezen, of als er een ramp plaatsvindt – en die ondanks alle stormen en problemen van het leven standhouden, zijn de mensen die hun huis op de rots hebben gebouwd, door de geboden van God te onderhouden. (…)

Wacht geduldig op de Heer in tijden van vervolging en tegenspoed. De Heer heeft gezegd:

‘Voorwaar zeg Ik u, mijn vrienden: Vreest niet, laat uw hart vertroost zijn; ja, verblijdt u te allen tijde, en geeft dank in alles;

‘En wacht geduldig op de Here, want uw gebeden zijn tot in de oren van de Here Sebaoth gekomen, en met dit zegel en verbond opgetekend; de Here heeft gezworen en besloten, dat ze zullen worden verhoord’ (LV 98:1–2).14

Wat kunnen we zeggen tegen de mensen die naar de innerlijke rust verlangen om hun angst te verminderen, hun pijnlijke hart te verzachten, inzicht te krijgen en verder te kijken dan de beproevingen van vandaag, zodat zij kunnen dromen van en hopen op de wereld na dit sterfelijk leven? (…)

De Meester heeft aangegeven wat de bron is waaruit de uiteindelijke vrede zal voortkomen toen Hij tegen zijn discipelen zei: ‘Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd’ (Johannes 14:27).15

‘Onderhoud de geboden van God’, want daarin ligt de weg naar de innerlijke rust die de Heiland noemde toen hij afscheid van zijn discipelen nam: ‘Dit heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen’ (Johannes 16:33). Ik hoop dat een ieder van u, te midden van alle onrust om u heen, de hemelse rust zal vinden van de Meester die ons allen liefheeft, waardoor al onze angsten verdwijnen als wij, net als de Heiland, alle wereldse zaken overwinnen.16

Waar is tegenwoordig veiligheid te vinden? Veiligheid kan niet worden verkregen door tanks, vuurwapens, vliegtuigen en atoombommen. Alleen in het domein van de almachtige God is er een veilige plek te vinden voor de mensen die zijn geboden onderhouden en naar zijn stem luisteren, als Hij door middel van de geordende communicatiekanalen spreekt. (…)

Vrede zij met u, niet de vrede die door de regering wordt afgedwongen, maar de vrede die wij op de manier van de Meester ontvangen, door alle wereldse zaken te overwinnen. Ik bid dat we dat met Gods hulp zullen begrijpen. Ik hoop dat u weet dat ik met onmiskenbare zekerheid weet dat dit zijn werk is, dat Hij ons tegenwoordig leiding geeft, zoals Hij in iedere bedeling van het evangelie heeft gedaan.17

Zoals geprofeteerd, lijkt het wel of de hele wereld in onrust verkeert en of het hart de mens in de steek laat. We moeten door het leven gaan met de innerlijke rust die wij ontvangen als wij het evangelie van Jezus Christus toepassen in deze wereld vol problemen en rampen. Het hart laat de mens in de steek als hij wanhopig wordt en vooral als de liefde van de mens afneemt. De kracht van het priesterschap moet aangewend worden, wij moeten zelfs de mensen die ons misbruiken liefhebben, en we moeten ons verstand helder houden zoals de apostel Paulus Timoteüs adviseerde. [Zie 2 Timoteüs 1:7.] Als we dat niet doen, zullen we niet effectief zijn. Dan ontwikkelen we niet het nodige zelfvertrouwen. Dan hoeft de tegenstander ons niet over te halen om geboden te overtreden of afvallig te worden. Dan hebben we onze kracht namelijk al verspild.18

Een zakenman in Atlanta (Georgia), met wie ik geregeld contact had, (…) probeerde mij te troosten toen ik iemand had verloren. Hij nam me apart en zei: ‘Ik wil je iets vertellen. Ik ben veel ouder dan jij. 34 jaar geleden ging de telefoon in mijn kantoor op de bank waar ik directeur was. De boodschap luidde dat mijn vrouw ernstig gewond was geraakt in een auto-ongeluk. Ik zei onmiddellijk: ‘Ach, God zal ervoor zorgen dat er niets met mijn schat zal gebeuren – ze is zo geweldig, lief en mooi.’ Maar binnen een uur was ze overleden. En toen riep ik in mijn hart uit: “Ik wil dood; ik wil niet meer leven; ik wil haar stem horen.” Maar ik overleed niet, en ik hoorde haar stem ook niet. En toen begon ik te speculeren. Wat kan de betekenis zijn van de eenzaamheid en ellende die wij allemaal op ons pad tegenkomen? En toen kwam de gedachte in me op dat dit de zwaarste beproeving is die iemand in zijn leven kan meemaken. En als we die kunnen doorstaan, is er geen beproeving die we niet kunnen doorstaan.’

Toen ik die avond in het vliegtuig naar huis zat, voelde ik me rustig, en voor het eerst kwam ik weer uit de schaduw tevoorschijn. En toen kwamen de woorden van de apostel Paulus over de Meester in mijn gedachten: ‘Zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden, en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden’ (Hebreeën 5:8–9). Denk daar maar over na, dat er door het louteringsproces van scheiding, eenzaamheid en wanhoop iets gebeurt waardoor we worden voorbereid om de andere beproevingen in het leven te doorstaan.19

Wij zijn geroepen om in een moeilijke tijd moeilijke taken te volbrengen, maar dit kan voor een ieder van ons een tijd van avontuur, onderricht en innerlijke voldoening zijn. De moeilijkheden van oorlog, verstedelijking, verwatering van leerstellingen, en verval van het gezin zijn de moderne equivalenten van de tocht naar het westen, het doorstaan van vervolging en het vestigen van een koninkrijk in de wereld, te midden van alle tegenslagen. Ik bid dat wij tijdens de reis ons deel zullen doen, en deel zullen uitmaken van de karavaan van de kerk en haar zullen leiden als zij naar de laatste uitverkoren plaats trekt – zijn tegenwoordigheid.20

Suggesties voor zelfstudie en discussie

  • Wat zijn de bronnen van veiligheid en gemoedsrust in tijden van tegenspoed? Waaruit hebt u in moeilijke tijden kracht en gemoedsrust geput?

  • Waarom zijn alle mensen – zowel de rechtschapenen als de onrechtschapenen – onderhevig aan beproevingen en moeilijkheden?

  • Hoe is tegenspoed een zegen in ons leven? In welke opzichten kunnen we door beproevingen sterker worden en de Heer beter dienen?

  • Waarom moeten we op ‘het ontwerp’ van onze Vader in de hemel vertrouwen? Wat houdt het in om als klei in de handen van de Heer te zijn?

  • Wat houdt het in om in moeilijke tijden geduldig op de Heer te wachten? Wat hebt u daarvan geleerd?

  • Hoe geeft God ons gemoedsrust in tijden van tegenspoed?

Noten

  1. Toespraak aan de Brigham Young University, 1 juli 1962, Harold B. Lee Library Archives, Brigham Young University, blz. 6.

  2. Conference Report, oktober 1967, biz. 98; of Improvement Era, januari 1968, blz. 26.

  3. The Teachings of Harold B. Lee, onder redactie van Clyde J. Williams (1996), blz. 171.

  4. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 69–70.

  5. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 187–188.

  6. Stand Ye in Holy Places (1974), blz. 114–115.

  7. Stand Ye in Holy Places, blz. 339.

  8. Conference Report, oktober 1942, blz. 72–73.

  9. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 191.

  10. Education for Eternity, toespraak tijdens ‘Lectures in Theology: Last Message Series’, instituut voor godsdienstonderwijs, Salt Lake City, 15 januari 1971, afdeling kerkgeschiedenis, onderafdeling kerkelijke archieven, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, blz. 6.

  11. Toespraak tijdens de begrafenis van Mabel Hale Forsey, 24 oktober 1960, afdeling kerkgeschiedenis, onderafdeling kerkelijke archieven, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, blz. 6.

  12. Toespraak aan de Brigham Young University, 15 november 1949, afdeling kerkgeschiedenis, onderafdeling kerkelijke archieven, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, blz. 10.

  13. ‘“I Dare You to Believe”: Elder Lee Urges USAC Graduates Seek Spiritual Facts’, Deseret News, 6 juni 1953, afdeling Church News, blz. 4.

  14. Education for Eternity, blz. 7–8.

  15. ‘To Ease the Aching Heart’, Ensign, april 1973, blz. 2.

  16. ‘A Message to Members in the Service’, Church News, 2 december 1972, blz. 3.

  17. Conference Report, oktober 1973, blz. 169, 171; of Ensign, januari 1974, blz. 128–129.

  18. Toespraak tijdens een instructiebijeenkomst voor regionaal vertegenwoordigers, 3 april 1970, afdeling kerkgeschiedenis, onderafdeling kerkelijke archieven, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, blz. 4.

  19. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 54.

  20. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 408.