Lesboeken jeugdwerk en participatieperiode
April: Jezus Christus heeft in de laatste dagen zijn kerk hersteld


april

Jezus Christus heeft in de laatste dagen zijn kerk hersteld.

‘Ik heb de volheid van mijn evangelie door mijn dienstknecht Joseph laten uitzenden’ (LV 35:17).

Bedenk er zelf nog wat ideeën bij. Bedenk iedere week manieren om (1) duidelijk vast te stellen wat de leer is, (2) de kinderen er begrip van bij te brengen, en (3) de kinderen aan te moedigen ze toe te passen. Vraag uzelf af: wat gaan de kinderen leren en hoe kan ik ervoor zorgen dat ze de Geest voelen?

Week 1: Nadat Jezus Christus en zijn apostelen waren gestorven, gingen er veel geloofspunten verloren.

Vaststellen wat de leer is (bespreken): Vraag de kinderen wat Christus leerde toen Hij op aarde was. Toon een plaat van Christus die de apostelen ordent. Leg uit dat Christus’ apostelen na zijn overlijden het evangelie verkondigden, maar dat veel mensen niet naar hen wilden luisteren; al snel overleden de apostelen, waarna er belangrijke geloofspunten verloren gingen. Zet op het bord: ‘Nadat Jezus Christus en zijn apostelen waren gestorven, gingen er geloofspunten verloren.’ Laat de kinderen het nazeggen.

Afbeelding
kinderen die tekenen

Door te tekenen laten kinderen zien of ze de evangeliebeginselen begrijpen. Kinderen vinden het leuk als hun eigen foto als visueel leermiddel wordt gebruikt.

Begrip bevorderen (tekenen): Zet enkele evangeliebeginselen op het bord die tijdens de afval verloren zijn gegaan of veranderd (bijvoorbeeld: de doop, het priesterschap, tempels, hedendaagse profeten en het avondmaal). Verdeel de kinderen in groepjes. Geef ieder groepje een vel papier met een evangeliebeginsel erop en vraag de kinderen iets te tekenen dat het beginsel voorstelt. Laat uit elk groepje een kind de tekening op het bord hangen. Leg uit dat Jezus al die belangrijke geloofspunten onderwees toen Hij op aarde leefde. Vraag de kinderen hun ogen te sluiten. Haal alle tekeningen weg en verstop ze. Vraag ze vervolgens om hun ogen weer open te doen. Leg uit dat de geloofspunten verloren waren gegaan nadat Jezus Christus en zijn apostelen waren overleden. Vertel de kinderen dat het evangelie door Joseph Smith is hersteld. Hang de tekeningen weer op en getuig dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen alle verloren waarheden weer heeft. (Bewaar de afbeeldingen voor week 4.)

Week 2: Onze hemelse Vader en Jezus Christus zijn aan Joseph Smith verschenen.

Vaststellen wat de leer is (aanschouwelijk onderwijs): Bedek een afbeelding van het eerste visioen met een paar velletjes papier. Vraag de kinderen de velletjes één voor één weg te halen. Laat de kinderen hun hand opsteken als ze weten wat de afbeelding voorstelt. Vraag de kinderen, als alle velletjes weg zijn gehaald, te vertellen wat er op de afbeelding gebeurt.

Begrip bevorderen (teksten lezen): Laat de kinderen zien waar er in de Schriften staat wat Joseph Smith in het heilige bos heeft meegemaakt (De Geschiedenis van Joseph Smith 1:14–19). Lees een paar verzen voor, of laat een van de kinderen er een paar voorlezen, waarin beschreven wordt wat er gebeurd is. Wellicht wilt u de jonge kinderen vragen om eenvoudige bewegingen te maken, zoals te staan en hun armen uit te strekken alsof ze een boom zijn of hun armen over elkaar te doen alsof ze bidden. Vraag de kinderen hoe ze zich gevoeld zouden hebben als ze onze hemelse Vader en Jezus Christus aan Joseph Smith hadden zien verschijnen en met hem hadden horen praten. Bespreek hoe belangrijk deze gebeurtenis is.

Toepassing aanmoedigen (getuigenis geven): Zing met de kinderen het laatste couplet van het lied: ‘Op een mooie lentedag’ (KL, p. 57). Geef uw getuigenis van het bezoek van onze hemelse Vader en Jezus Christus aan Joseph Smith. Vraag een paar kinderen om hun getuigenis van het eerste visioen te geven.

Week 3: Het priesterschap is hersteld door hemelse boodschappers.

Vaststellen wat de leer is (een lied zingen): Vraag de kinderen op welke manier ze iets heel belangrijks zouden aankondigen. Leg uit dat men lang geleden op een bazuin blies om iets belangrijks aan te kondigen. Vraag de kinderen hun ogen te sluiten en zich voor te stellen dat ze bazuinen horen schallen terwijl de pianiste het lied ‘Het priesterschap hersteld’ (KL, pp. 60–61) speelt. Vraag de kinderen om mee te zingen en te ontdekken welke belangrijke boodschap er in dit lied verkondigd wordt. Laat enkele kinderen uitleggen wat het lied betekent.

Begrip bevorderen (naar gastsprekers luisteren): Toon de kinderen platen van de herstelling van het Aäronisch priesterschap en van het Melchizedeks priesterschap. Nodig een Aäronisch-priesterschapsdrager uit om het verhaal van de herstelling van het Aäronisch priesterschap in het kort te komen vertellen (zie LV 13; De Geschiedenis van Joseph Smith 1:68–72). Nodig daarna een Melchizedeks-priesterschapsdrager uit om het verhaal van de herstelling van het Melchizedeks priesterschap in het kort te komen vertellen (zie LV 27:12–13; De geschiedenis van Joseph Smith 1:72). Laat de platen weer zien en vraag de kinderen of ze de personen erop kunnen benoemen.

Afbeelding
Melchizedeks- en Aäronisch-priesterschapsdragers

Door gastsprekers wordt de jeugdwerkles gevarieerder en interessanter.

Toepassing aanmoedigen (getuigenis geven): Laat elke klas iets op een vel papier benoemen wat we nu hebben omdat het Aäronisch priesterschap hersteld is (bijvoorbeeld: de doop en het avondmaal) en iets wat we hebben omdat het Melchizedeks priesterschap hersteld is (bijvoorbeeld: bevestiging en zalvingen). Vraag een paar kinderen wat ze hebben opgeschreven. Uit uw dankbaarheid voor de zegeningen die we van onze hemelse Vader door de herstelling van het priesterschap krijgen.

Week 4: Joseph Smith heeft het Boek van Mormon vertaald en geloofspunten hersteld.

Vaststellen wat de leer is en begrip bevorderen (bespreken): Schrijf voordat het jeugdwerk begint op een vel papier: ‘Joseph Smith heeft het Boek van Mormon vertaald en geloofspunten hersteld’ en knip het in puzzelstukken. Schrijf op de achterkant een persoon of voorwerp dat verband houdt met de vertaling van het Boek van Mormon (bijvoorbeeld: Joseph Smith, Urim en Thummim, engel Moroni, gouden platen, macht van God, en Oliver Cowdery). Geef elke klas een van de puzzelstukken en vraag ze te bespreken op welke manier de persoon of het voorwerp met de vertaling van het Boek van Mormon te maken heeft. Laat iedere klas naar voren komen, vertellen wat ze besproken hebben en hun puzzelstuk op het bord hangen. Lees samen de zinsnede op als de puzzel compleet is.

Afbeelding
puzzel

Puzzel verkrijgbaar op sharingtime.lds.org

Begrip bevorderen (naar een gastspreker luisteren): Nodig een priesterschapsdrager uit om Joseph Smith te spelen en te laten zien hoe hij het Boek van Mormon vertaald heeft. Geef hem enkele tekeningen die de kinderen in week 1 gemaakt hebben en vraag hem te vertellen op welke manier de evangeliebeginselen door Joseph Smith hersteld zijn. Hij zou eenvoudige kledij kunnen dragen, zoals de mannen in de tijd van Joseph Smith droegen, met bijvoorbeeld een strikdas. Vraag hem zijn getuigenis van Joseph Smith te geven.

Toepassing aanmoedigen (ideeën uitwisselen): Vraag de kinderen om op te staan als ze een geloofspunt weten dat verloren is gegaan en hersteld is door Joseph Smith. Vraag enkele kinderen of ze hun gedachten willen uiten. Geef uw getuigenis van het herstelde evangelie en het Boek van Mormon.