2020
Ik gaf eindelijk toe dat ik een depressie had. Jezus Christus hielp me uit de duisternis
September 2020


Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen

Ik gaf eindelijk toe dat ik een depressie had. Christus hielp me uit de duisternis

Ik had lang ontkend dat ik hulp nodig had, maar de Heiland gaf me de hoop en het licht die ik nodig had.

De duisternis leek uit het niets te komen. Alle onopgeloste kwesties in mijn leven riepen steeds meer spanning en neerslachtige gevoelens bij me op. Ik raakte mijn zelfvertrouwen kwijt, begon vraagtekens bij mijn geloof te zetten en ga zo maar door. Zelfs kleine ongemakken leken veel groter dan ze in feite waren. Mijn mooie leventje was opeens rampzalig.

Ik was naar mijn idee tegen demonen in mijn hoofd aan het vechten.

Ik voelde me in duisternis gehuld. Toen die gevoelens steeds erger werden, begon ik me af te vragen: wat als ik er niet meer was? Zou dat iemand kunnen schelen? De demonen in mijn hoofd antwoordden dan: je stelt niets voor in het universum. Niemand zou het merken als je weg was.

Die gedachten verlamden me van angst.

Maar ik gedroeg me ondanks die spoken in mijn hoofd al die tijd normaal. Ik sprak met mijn familieleden alsof alles in orde was – uit angst hield ik mijn gevoelens voor anderen verborgen. Ik kon gewoon niet verwoorden hoe ellendig ik me in mijn hoofd voelde.

Ik wilde ook niet erkennen dat er echt iets met me aan de hand was. Ik hield mezelf voor dat ik geen depressie kon hebben. Ik wilde niet toegeven dat ik hulp nodig had. Ik was erg bang dat mensen me zouden afwijzen als ze wisten wat ik allemaal dacht en voelde. Of dat ze me zwak of gek zouden vinden. Ik schaamde me diep dat ik niet aan de duisternis kon ontsnappen.

Eindelijk toegeven dat ik hulp nodig had

Zo ging ik nog een tijdje door, tot ik op een dag troost in de woorden van ouderling Jeffrey R. Holland vond. Hij zei: ‘Als je een blindedarmontsteking had, zou God van je verwachten dat je om een priesterschapszegen vraagt en de beste medische zorg krijgt die er maar is. En dat geldt ook voor emotionele stoornissen. Onze Vader in de hemel verwacht van ons dat we alle geweldige gaven gebruiken waarvan Hij ons in deze heerlijke bedeling heeft voorzien.’ (‘Als een gebroken kruik’, Liahona, november 2013, 41.)

Door deze ontroerende toespraak gaf ik eindelijk toe dat ik een psychische aandoening had en dat het geen schande is om hulp in te roepen. Ik zag vooral in dat ik niet zwak was en dat ik kon genezen.

Ik bad die avond oprechter dan ooit. Ik stortte mijn hart snikkend en ootmoedig bij mijn hemelse Vader uit. Ik vroeg Hem om leiding bij wat me te doen stond.

Ik kreeg na dat gebed de ingeving om met mijn bisschop te praten. Hij was vriendelijk en begripvol. Dat had ik ook wel kunnen verwachten. En hij liet me onmiddellijk de gemoedsrust en troost van mijn liefdevolle hemelse Vader voelen. Hij liet me weten dat de Heiland volkomen begreep wat ik doormaakte, ook al begreep ik er zelf niet alles van. Hij wees me ook op het gebruik van de hulpmiddelen die ik nodig had.

Alle door God gegeven hulpmiddelen gebruiken

Ik kwam erachter dat psychische gezondheidsproblemen uiteraard door geloof en door de genezende macht van Jezus Christus lichter kunnen worden. Maar voor genezing zijn soms ook aanvullende hulpmiddelen nodig. Ik heb kracht, hoop en licht opgedaan uit zowel geestelijke als aardse hulpbronnen. Met de volgende aanpak komt er elke dag wat licht in mijn leven. Probeer het zelf ook maar uit:

  1. Begin en eindig de dag met een oprecht gebed. Stel gerichte vragen, zoek naar leiding en uit je dankbaarheid.

  2. Weet en accepteer dat verdriet en huilbuien erbij horen, maar laat je verdriet niet volledig de overhand krijgen! Praat met een goede vriend(in) of een dierbare om je op zware dagen op te beuren.

  3. Wees ’s avonds als je naar bed gaat trots op jezelf dat je weer een dag hebt doorstaan! Zeg tegen jezelf dat je een kanjer bent.

  4. Lees de Schriften en conferentietoespraken, of zelfs opbeurende zelfhulpboeken om je geest en je geloof in Jezus Christus aan te scherpen.

  5. Zoek steun bij goede vriend(inn)en, familieleden of je bisschop. Hij kan je desgewenst helpen om een therapeut te vinden.

  6. Weet dat professionele hulp zoeken helemaal niet verkeerd is! Geschoolde hulpverleners kunnen je leren met psychische problemen om te gaan en af te rekenen. Ik heb veel baat gehad bij de gratis studentenbegeleiding op mijn universiteit.

  7. Schaam je niet om naar een arts te gaan of antidepressiva te slikken – onze hemelse Vader voorziet daarin, zodat we kunnen genezen.

  8. Ga aan de slag met familiegeschiedenis en tempelwerk. Je zult merken dat mensen aan de andere kant van de sluier ook om je genezing bidden! In ouderling Dale G. Renlunds toespraak ‘Familiegeschiedenis en tempelwerk: verzegeling en genezing’ vind je meer inzicht in de beloofde zegeningen van tempelwerk.

Vasthouden aan het licht van Christus

Ik heb heel lang gedacht dat ik in mijn depressie onmogelijk de stem van de Geest kon horen of Gods liefde kon voelen. Ik voelde me voortdurend in een donkere afgrond wegglijden. Maar een klein sprankje licht van de Heiland heeft de hoop bij mij doen opleven. En nu ik mijn problemen zelf bespreekbaar heb gemaakt, merk ik dat veel mensen die ik ken ook een psychische last dragen. We weten nu van elkaar dat we er niet alleen voor staan.

Ik ben nu een heel ander mens dan ik was voordat ik me tot mijn hemelse Vader om hulp wendde. Ik zou niet het geloof en getuigenis hebben die ik nu aangaande Jezus Christus heb, als ik die donkere periode niet had doorgemaakt. Ik ben ontzettend dankbaar voor het licht dat Hij in mijn leven brengt, waarmee ik met de demonen en angsten in mijn hoofd kan afrekenen. Ik weet dat Hij voor al onze ellende heeft geleden en precies begrijpt wat we doormaken (zie Alma 7:11–14). We kunnen ons dankzij Hem altijd aan hoop en licht vasthouden.