2020
Voor zendelingen die worstelen met psychische problemen
September 2020


Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen

Voor zendelingen die worstelen met psychische problemen

Twee jongvolwassenen vertellen hoe ze op zending met hun psychische problemen zijn omgegaan.

Een voltijdzending kan een geweldige bron van zegeningen zijn – voor zowel de zendelingen als voor de mensen onder wie ze dienen. Ouderling Richard G. Scott (1928–2015) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Een zending [heeft] buitengewone zegeningen tot gevolg, niet alleen nu maar in je verdere leven. […]

‘Ik geef u mijn getuigenis dat er groot geluk en rijke zegeningen voortvloeien uit een ijverig vervulde voltijdzending.’ (‘Nu is de tijd om een zending te vervullen!’ Liahona, mei 2004, 90.)

Maar een zending kan ook onverwacht moeilijk uitpakken. President Thomas S. Monson (1927–2018) heeft gezegd: ‘Zendingswerk is moeilijk. Het vergt veel energie, het vergt veel van ons vermogen, het vereist onze uiterste inspanning. […] Er is geen werk dat meer tijd, toewijding, opoffering en vurige gebeden vereist.’ (‘That All May Hear’, Ensign, mei 1995, 49.) Je brengt als zendeling de hele dag door met iemand die je wel of niet ligt, je krijgt om de haverklap met afwijzing en tegenstand te maken, en je hebt de dagelijkse gemakken en je dierbaren niet bij de hand om je steeds aan te vuren. Al die factoren kunnen behoorlijk aan je psychische en emotionele gezondheid als voltijdzendeling vreten.

Niemand zit precies hetzelfde in elkaar. Merk je dus dat je het moeilijk hebt, raadpleeg dan je hemelse Vader, je zendingspresident of je collega om werkbare oplossingen te vinden. Hieronder vertellen twee jongvolwassenen hoe ze op zending met hun angstaanvallen en depressie zijn omgegaan.

Voordat ik naar mijn zendingsgebied in Pennsylvania (VS) vertrok, begon ik angstaanvallen te krijgen. Mijn zendingsplannen werden in de wacht gezet, terwijl ik met mijn gevoelens aan de slag ging. Mijn zendingspresident wilde dat ik psychisch tegen een stootje kon, want een zending kan veel stress en angst met zich meebrengen.

Ik werkte aan mijn psychische gezondheid en vertrok daarna met de toestemmingsverklaring van een therapeut naar mijn zendingsgebied.

Alles verliep prima, tot ik in mijn derde stad kwam. Ik kon niet met mijn collega opschieten en we hadden ook moeite om mensen te vinden die naar onze boodschap wilden luisteren. Mijn angst werd zo erg, dat ik ’s ochtends amper uit bed kon komen. Het was soms zo erg, dat ik nauwelijks kon ademen. De omstandigheden leidden tot een depressie. Ik nam uiteindelijk contact op met mijn zendingspresident. Hij verwees me liefdevol door naar de beschikbare therapeuten in onze zending. Die gesprekken hielpen wel, maar namen het probleem niet helemaal weg.

Ik had wel veel baat bij de hulpmiddelen en gewoonten die ik me in therapie eigen had gemaakt. Daarmee hield ik mijn psychische gezondheid op peil. Mijn angst ging er niet helemaal door weg, maar ik kon er goed genoeg mee omgaan om mijn zending voort te zetten.

Hier zijn mijn tips om op je zending met angst om te gaan:

Lichamelijk:

  • Zorg goed voor jezelf! Schriftstudie en gebed kunnen je geest wel helpen genezen, maar als je elke dag wat tijd voor jezelf nodig hebt (bijvoorbeeld rond de maaltijden, of bij het opstaan of slapengaan), maak daar dan een prioriteit van om je psychische gezondheid op peil te houden.

  • Doe wanneer dat kan iets waarvan je geniet. Je dient dan wel de Heer, maar je bent ook nog steeds wie je bent! Schrijf in je dagboek, ga tekenen, zing, luister naar muziek, praat op je voorbereidingsdag met familieleden en dierbaren, schrijf een brief – doe dingen die je gemoedsrust geven.

  • Schrijf dagelijks vijf dingen op waarvoor je dankbaar bent. Door die gewoonte ontwikkel je een positief denkpatroon.

  • Neem eventueel voorgeschreven medicatie in.

  • Laat je collega weten dat je het moeilijk hebt en hoe hij of zij je kan helpen.

  • Doe ’s ochtends of ’s avonds aan yoga, meditatie of mindfulness.

  • Praat zo nodig met een bevoegde therapeut of psycholoog.

Geestelijk/psychisch:

  • Schrijf in een apart dagboek al je negatieve gedachten, gevoelens en angsten van je af, maar blijf er niet in hangen. Het gaat erom dat je die gevoelens uit en daarna weer verdergaat. Soms helpt het om de pagina tot een prop te verfrommelen of die te verscheuren nadat je je gevoelens van je af hebt geschreven. Daarmee laat je die negatieve gedachten en gevoelens als het ware symbolisch los.

  • Vraag om een priesterschapszegen als je extra kracht nodig hebt.

  • Lees je patriarchale zegen vaak.

  • Sta meer stil bij je sterke punten dan bij je zwakheden.

  • Spreek negatieve gedachten tegen! Lees ‘Wennen aan het zendingsleven’ voor meer hulp.

  • Lees en overdenk conferentietoespraken, met name die over psychische gezondheid. Bijvoorbeeld: zuster Reyna I. Aburto, ‘In voor- en tegenspoed, Heer, blijf bij mij’ (Liahona, november 2019, 57–59) en ouderling Jeffrey R. Holland, ‘Als een gebroken kruik’ (Liahona, november 2013, 40–42).

  • Lees de Schriften en bedenk hoe profeten en zendelingen in moeilijke tijden kracht en geloof vonden.

Deze kleine, eenvoudige gewoonten betekenden heel veel voor mij. Daardoor kon ik de Heer met geheel mijn hart, macht, verstand en sterkte dienen. Worstelen met psychische problemen is niets om je voor te schamen. Bovendien is er dankzij Jezus Christus altijd hoop om kracht, hoop en genezing te vinden. Onze hemelse Vader heeft ons veel hulpmiddelen gegeven om ons psychisch, lichamelijk en geestelijk gezond te houden. We moeten alleen bereid zijn om ze te gebruiken.

Faith Ferguson (Idaho, VS)

Ik kreeg aan het eind van mijn zending in Zuid-Afrika voor het eerst met depressie te maken. Ik voelde me merkwaardig ongelukkig. Ik was terneergeslagen, zag dingen somber in en wankelde in mijn geloof. Bovendien was mijn moeder ziek en had ons gezin ook nog andere moeilijkheden. Ik deed alsof alles in orde was, maar dat was niet zo. Het ene moment kon ik alle stress nog prima aan, maar opeens kreeg ik een inzinking. Mijn hoofd zat vol verpletterende gedachten en alles leek als een monster op me af te komen.

Ik was emotioneel en mentaal uitgeput, dus ik besloot om leiding te vasten en bidden. Daarop kreeg ik drie duidelijke ingevingen:

  • De eerste was dat ik met mijn zendingspresident moest praten. Ik voelde me een stuk beter door over mijn worstelingen te praten en te weten dat ik er niet alleen voor stond.

  • Ten tweede kreeg ik de ingeving dat ik van Jezus Christus kon leren hoe ik hier doorheen moest komen. Ik ging me verder in onze hemelse Vader en de Heiland verdiepen. Het werd me toen duidelijk dat Zij mijn pijn kenden en mijn verdriet voelden. Ik vertrouwde op Hen voor kracht wanneer ik voelde dat ik die niet had.

  • De derde ingeving kreeg ik door een citaat van president Gordon B. Hinckley: ‘Dienen is het beste geneesmiddel tegen zelfbeklag, zelfzucht, wanhoop en eenzaamheid.’ (Leringen van kerkpresidenten: Gordon B. Hinckley [2016], 211.) Ik werd gaandeweg weer blijer, en kreeg meer zelfvertrouwen en vertrouwen in onze hemelse Vader door me meer op anderen te richten.

Ik maakte mijn zending af, maar kreeg in mijn eerste maanden aan de universiteit weer last van een depressie. Ik was pas van Zambia naar Maleisië verhuisd, en was ver van huis zonder vrienden of familie in de buurt. Ik wist niet eens waar mijn gemeente samenkwam voor kerkdiensten.

Ik liet de hoop niet varen, en kreeg de ingeving om weer voor leiding te vasten en te bidden. Ik sloot daarop vriendschap met een meisje in mijn klas dat me de dichtstbijzijnde gemeente hielp vinden. Toen ik die eerste zondag het kerkgebouw binnenstapte, voelde ik hoe de Heilige Geest mijn last van me wegnam. Ik wist dat ik de genezende stappen kon nemen die ik op zending had genomen. Ik sprak wederom met mijn kerkleiders, bestudeerde het leven en de leringen van de Heiland, en richtte me vervolgens op anderen. Ik vond mensen om mee te praten en legde contacten, hielp anderen op school en aanvaardde een kerkroeping.

Ik heb erg veel over psychische gezondheid geleerd doordat ik zelf depressies heb doorgemaakt. We kunnen zo druk zijn dat we ons eigen welzijn of dat van anderen uit het oog verliezen. We moeten echter open zijn naar anderen over onze worstelingen – dat komt ons en hun ten goede. Zonde, eenzaamheid, verdriet, teleurstelling en hartzeer kunnen ieder van ons emotioneel, mentaal en geestelijk raken. Een van de moeilijkste aspecten van depressie is dat je je ver van God verwijderd voelt.

Maar we staan er nooit alleen voor. We kunnen ons in onze moeilijkheden tot Christus wenden, want Hij kan zwakke dingen sterk maken (zie Ether 12:27).

Ik weet dat God van ons houdt en dat wij zijn kinderen zijn. Als we op Jezus Christus vertrouwen en zijn geboden onderhouden, zullen we gezegend en gesterkt worden. Dankzij Hem krijg ik door zijn verzoening kracht, en blijf ik de zegeningen van gemoedsrust en vreugde genieten.

Akasiwa Wamunyima (Maleisië)