2019
Martíns lievelingsspeelgoed
December 2019


Martíns lievelingsspeelgoed

‘Geef, omdat Jezus geeft, want het geven maakt je blij.’ (Kinderliedjes, 116.)

Afbeelding
Martins Favorite Toys

Martín was verdrietig toen zijn ouders hem vertelden dat ze naar een andere stad in Colombia gingen verhuizen. Hij wilde zijn vrienden en zijn thuis niet achterlaten. Martín zou niet meer in de frisse berglucht wonen, maar aan de zee, waar het altijd warm en vochtig was. Hij zou warme soep moeten inruilen voor frisdrank, en zijn jas voor een korte broek. Bovendien zou hij naar een nieuwe school, een nieuwe wijk en een nieuw jeugdwerkklasje moeten gaan. Hij vond het allemaal vrij eng.

Op een dag vroegen mama en papa wat Martín van de verhuizing vond.

‘Ik vind er niets aan’, zei Martín. ‘Ik wil niet dat alles verandert.’

‘Ik weet dat verhuizen niet makkelijk is’, zei papa. ‘Er zal veel veranderen, maar niet alles. Je hebt ons nog!’

‘Dat klopt’, zei Martín.

‘En je hebt je spullen ook nog’, zei mama.

Martín dacht daar even over na. Hij zou zijn kleren, schoenen en andere spullen nog hebben – vooral zijn speelgoed. Martín was blij dat hij zijn lievelingsspeelgoed mocht meenemen. Hij pakte het voorzichtig in toen ze vertrokken.

Martín raakte na een tijdje aan zijn nieuwe thuis en stad gewend. Hij was opgelucht dat de verhuizing niet zo moeilijk of eng was als hij had verwacht.

Toen hij op een zondag samen met zijn ouders naar de kerk ging, zag hij plots een heleboel mensen die hij niet kende. Er waren ook veel nieuwe kindjes in het jeugdwerk. Hij vroeg zich af waar die vandaan kwamen. Hij hoorde mensen zeggen dat ze eten, kleren en schoenen zouden schenken. Na de kerk vroeg Martín aan mama wie al die nieuwe mensen waren.

‘Ze zijn uit hun land gevlucht’, zei mama. ‘Veel van hen moesten alles achterlaten en hebben dus niets meer.’

‘Wil iedereen hen daarom helpen?’ vroeg Martín.

‘Dat klopt. Jezus heeft gezegd dat we mensen die het moeilijk hebben, moeten helpen. We kunnen zijn voorbeeld volgen en een deel van onze spullen aan hen geven.’

Martín vond dat een goed idee.

Toen zei mama: ‘Veel jeugdwerkkindjes hebben alleen maar wat ze in een rugzak konden stoppen. Ze moesten hun speelgoed achterlaten. Wil je ze wat speelgoed geven?’

‘Nee! Mijn speelgoed is van mij!’ zei Martín. Hij keerde zich om en rende naar zijn kamer.

Martín keek met tranen in zijn ogen rond. Hij wilde zijn speelgoed niet weggeven. Hij had het helemaal van hun oude huis hierheen gebracht!

Hij ging naar zijn speelgoedkist en keek erin. Hij zag zijn vrachtwagen, jojo, trompo (tol), zijn zakje met knikkers en nog veel meer speelgoed. Hij vond het allemaal leuk. Hij wilde zijn speelgoed niet weggeven!

Toen dacht Martín: En als ík mijn thuis en mijn lievelingsspeelgoed nu eens moest achterlaten?

Even later ging hij met zijn armen vol speelgoed naar mama. En het was niet zomaar speelgoed; het was het speelgoed waarmee hij altijd speelde.

Mama keek verrast. ‘Je hoeft je lievelingsspeelgoed niet weg te geven.’

Martín legde het speelgoed op de grond. ‘De andere kinderen hadden ook lievelingsspeelgoed’, zei hij. ‘Ik wil ze mijn beste speelgoed geven om ze op te beuren.’

Mama gaf Martín een knuffel. ‘Ik ben heel trots op je.’

Martín voelde zich warm vanbinnen. Hij wist dat Jezus ook aan anderen zou geven. En dat maakte hem blij.