2015
Een aardappel voor de juffrouw
Januari 2015


Dienen in de kerk

Een aardappel voor de juffrouw

De auteur woont in Utah (VS).

Ik kwam erachter dat ik niet altijd iets groots hoef te doen om anderen te dienen. Een bescheiden liefdesdaad is net zo fijn.

Afbeelding
a red potato

Foto Feng Yu/iStock/Thinkstock

Als leerkracht aan een basisschool heb ik in ruim 25 jaar veel interessante dingen van mijn jonge leerlingen gekregen. Rare briefjes, tekeningen en andere zelfgemaakte dingen komen veel voor. Maar vorig jaar kreeg ik voor het eerst een aardappel.

‘Een aardappel voor de juffrouw,’ zei kleine Emma trots toen ze op mijn bureau af stapte, ‘want ik had geen appel.’ Het was een schoon geschrobde aardappel van gemiddelde grootte, en op zich geen lelijke aardappel. Ik bedankte haar en legde hem op mijn bureau. Het viel me de rest van de dag op dat Emma telkens als ze er naar keek, glom van trots.

Toen ik na school aan mijn bureau verder werkte, moest ik glimlachen als ik naar de aardappel keek. Kinderen hebben zo’n eenvoudige kijk op dingen, en Emma had me met die eenvoudige aardappel een belangrijke les geleerd. Als herinnering daaraan liet ik hem de hele week op mijn bureau liggen.

Als huisbezoekster en zuster in mijn wijk wilde ik andere mensen dienen, maar ik wachtte altijd tot ik een ‘appel’ had voordat ik tijd uittrok om iemand te helpen. Als ik het druk had en geen extra ovenschotel kon maken of geen bijzonder boeket kon geven omdat ik niet langs de bloemenwinkel kon, negeerde ik de stille zachte stem van de Geest die me vertelde dat iemand mijn diensten nodig had.

‘Ik doe dit weekend wel wat, als ik tijd heb’, overtuigde ik mezelf dan. ‘Vandaag heeft niemand me nodig.’

Maar als iemand me nu wél hard nodig had? Als ik nou eens niet de ingevingen had genegeerd om een bejaarde buur te bezoeken of de jonge weduwe die net haar man was kwijtgeraakt? Had ik ze dan kunnen helpen of dienen, zelfs als ik alleen maar een ‘aardappel’ te bieden had?

Ik leerde van Emma een belangrijke les en ik probeer heel hard om die in praktijk te brengen. Als ik geen appel heb, geef ik een aardappel, en ik doe het meteen. Ik wacht niet tot ik een ovenschotel of mijn bijzondere citroentaart kan maken; in plaats daarvan koop ik een pak koekjes. Ik kom niet vaak bij de bloemist, maar ik kan ook zonder bloemen langswippen voor een praatje. Een zelfgemaakte kaart zou fijn zijn, maar een telefoontje is ook goed. Ik hoef niet altijd iets groots te doen om anderen te dienen. Een bescheiden liefdesdaad is net zo fijn.

Ik heb de aardappel nu thuis, maar ik denk niet dat ik hem ooit opeet. Hij herinnert mij er voortdurend aan dat ik moet dienen als ik mij daartoe gedrongen voel. Ik geef wat ik meteen kan geven in plaats van tot later te wachten. Een aardappel voor de juffrouw was echt het fijnste geschenk.