2013
De weg naar openbaring van een leidinggevende
augustus 2013


De weg naar openbaring van een leidinggevende

Vier beginselen waardoor alle plaatselijke leidinggevenden in de priesterschap en hulporganisaties met inspiratie hun roeping kunnen uitoefenen.

‘Toen ik net werd geroepen, werd het me teveel’, zegt een broeder die nu al een paar jaar werkzaam is als gemeentepresident. ‘Ik geloofde wel dat mijn hemelse Vader wist hoe hij de leden en hun gezin kon zegenen, maar hoe kon ik te weten komen wat Hij wilde dat ik eraan zou doen?’

De president kende twee beginselen waar hij sterker door werd toen hij nog maar net lid van de kerk was en vader was geworden: Schriftstudie en gebed. Dus bracht hij ze met een nieuw doel in praktijk.

‘Toen ik dat deed, kreeg ik het gevoel dat ik moest lezen wat er in Leer en Verbonden 9:8 staat, dat ‘u het in uw gedachten moet uitvorsen; daarna moet u [de Heer] vragen of het juist is.’ Toen ik die woorden nog eens las, wist ik dat de Heer me al op de weg van openbaring leidde.’

Dat is een weg die alle leidinggevenden moeten bewandelen om effectief in hun roeping te zijn. En als zij naar de inspiratie streven waar ze recht op hebben, komen ze er telkens opnieuw achter dat ze door bepaalde evangeliebeginselen eerder goddelijke leiding zullen krijgen. Dat zijn er vier.

1. Overleg met elkaar

‘Ik merkte dat ik, toen ik sterk de indruk kreeg om iets te doen, zelfs gerustgesteld werd toen ik er met mijn raadgeefsters over praatte’, zegt een voormalig ZHV-presidente van de gemeente. ‘Soms gaven ze eenvoudigweg aan dat ze hetzelfde gevoel hadden, en dus gingen we vooruit in eensgezindheid. Maar af en toe gaven ze me inzichten waar ik zelf nog niet op gekomen was. We konden het dan op een andere of attentere manier doen. En daarna gingen we nog steeds vooruit in eensgezindheid.’

Ook kunt u raad krijgen door de handboeken erop na te lezen, de boodschappen in de algemene conferentie te bestuderen en in geloof te bidden.

‘Soms krijg ik de meeste raad als ik de toespraken van de algemene conferentie lees en herlees’, zegt een jongevrouwenpresidente van de wijk. ‘Daarna kniel ik in gebed en doe ik navraag bij mijn hemelse Vader over wat ik heb bestudeerd, en hoe ik de leringen van de levende profeten en algemene hulporganisaties toepas om de jongevrouwen bij te staan.’

Een raadgever in het zondagsschoolpresidium van de ring zegt: ‘Als we als presidium bijeenkomen, lezen we altijd een kort stukje uit Handboek 2: de kerk besturen. Lezen wij regelmatig de instructies die we al eerder hebben ontvangen, dan helpt de Geest ons om ons aan de richtlijnen te houden.’

‘Ik vind veel troost in het feit dat de kerk van de Heer een kerk van raadsvergaderingen is’, zegt een ringpresident. ‘Het is prachtig om in een raad te presideren waar mensen met veel gezamenlijke wijsheid en ervaring bidden en dan bespreken hoe ze het beste te werk gaan. Door hun inspiratie denk ik na over alternatieven en luister ik naar de Geest. En daarna vertrouw ik mijn beslissing volledig aan de Heer toe.’1

Soms betekent raad zoeken dat je iemand raadpleegt die er meer vanaf weet. ‘Toen ik een gezin met hun financiële problemen aan het helpen was, kreeg ik de ingeving om hen naar een broeder in de wijk door te verwijzen die financieel adviseur is’, zegt een bisschop die onlangs ontheven is. ‘Hij heeft hen op manieren geholpen waar ik nooit op gekomen zou zijn.’

Een andere bisschop had het advies gekregen dat een bisschop de andere leidinggevenden in de wijk moet toestaan om hun deel en hun plicht te doen. Hij zegt: ‘Een weduwe in onze wijk wilde minstens één keer per week een bezoek van de bisschop krijgen. Ze vond dat alleen een bezoek van de bisschop goed genoeg was. Ik ging zo vaak mogelijk naar haar toe, maar ik had veel te doen, inclusief de zorg voor een jong gezin. Tenslotte ging ik weer eens naar haar toe, deze keer met een van mijn raadgevers.

‘Toen we praatten, vond ik dat ik moest zeggen: “Lieve zuster, u weet dat ik, uw bisschop, om u geef. En omdat ik zoveel om u geef, heb ik twee van onze trouwe Melchizedekspriesterschapsdragers en twee van onze fijne zusters van de ZHV gevraagd om tenminste één keer per maand langs te komen, en vaker als het moet. Ze zullen verslag uitbrengen als u nog enige behoeften of zorgen hebt. Is dat goed?” “Ja hoor, bisschop”, zei ze. Ik vroeg of ze hun naam wilde weten, en ze antwoordde weer “ja”. Toen ik hun naam aan haar doorgaf, zei ze: “Dat zijn mijn huisonderwijzers en huisbezoeksters!” Toen zei ik: “Nu begrijpt u hoe de Heer wil dat we over u waken.”’

2. Luister aandachtig

Leidinggevenden zeggen ook dat we inspiratie kunnen krijgen als we luisteren en scherp observeren.

‘Als we zusters bezoeken, probeer ik niet alleen te luisteren naar wat ze zeggen’, zegt een ZHV-presidente van de wijk. ‘Soms voel ik de Geest en weet ik dat ze hulp nodig hebben. Ik voel me gezegend als ik het in hun ogen of houding zie. Soms zeg ik zelfs: “Ik ben uw ZHV-presidente, en ik heb het gevoel dat u iets nodig hebt. Wat kan ik voor u doen?” Ik heb vaak het gevoel dat ik inspiratie krijg als ik me afvraag wat de Heiland zou doen.’

Een jeugdwerkpresidente van de wijk zegt: ‘Ik waardeer het hoe de bisschop naar de zusters in onze wijkraad luistert. Hij vraagt ons altijd hoe het met ons gaat en luistert aandachtig naar alles wat we te zeggen hebben. Hij heeft verschillende keren gezegd: “We moeten bedenken dat onze vrouw, moeder en alleenstaande zusters ons veel inzichten geven.”’

‘Bovendien moeten we bedenken dat luisteren inhoudt dat we ook naar de Geest luisteren’, zegt een groepsleider hogepriesters. ‘Het succes van een leidinggevende is misschien wel het beste af te meten aan zijn of haar vermogen om de Geest te voelen en te volgen. President Monson heeft dit keer op keer laten zien.’2

3. Sta op heilige plaatsen

Leidinggevenden zijn erachter gekomen dat ze op bepaalde plekken eerder openbaring krijgen.

Een raadgever in de bisschap zegt: ‘Voor mij is de beste plek voor inspiratie de tempel. Als ik me dicht bij de Heer wil voelen, ga ik naar zijn huis, zodat ik me vrij van zorgen voel en geconcentreerd naar de Geest kan luisteren.’

‘Ik heb thuis een kamer die ik als kantoor gebruik’, zegt een ringpresident. ‘Ik heb de Heer gevraagd om er een plek van te maken waar de Geest Zich welkom voelt. Als ik me voorbereid om een zegen te geven, ga ik daar naartoe om te bidden. Ook houd ik daar gesprekken en geef ik er zegens.’

Een bisschop zegt: ‘Ons kerkgebouw is tot heiligdom ingewijd. Als ik gemoedsrust zoek, ga ik soms op een doordeweekse avond in de kapel zitten. Dan denk ik aan de leden van de wijk en de liefde die de Heiland voor ze heeft. En soms zing ik een lofzang.’

‘Ik beschouw het jeugdwerk als een heilige plaats’, zegt een andere bisschop. ‘Als ik enthousiasme en bemoediging zoek, ga ik tijdens het zingen bij de jeugdwerkkinderen zitten. Het bouwt me altijd op.’

Een jongemannenpresident zegt: ‘Elke plaats kan heilig zijn als je er bidt. Denk eens aan de openbaringen die de profeet Joseph Smith in de gevangenis te Liberty heeft ontvangen. Hij maakte er een heilige plaats van door de Heer aan te roepen.’

4. Handel met gezag

‘Sommige leden van onze wijk namen hun roeping niet serieus’, zegt een bisschop. ‘Ik had het gevoel dat ik ze kon helpen door ze uit te leggen dat we als bisschap gebeden hadden om te weten wie we moesten roepen, en dat ons gebed verhoord was. Ik wilde ze laten weten dat de Heer hen had geroepen, doordat Hij middels leidinggevenden met gezag werkte. Het maakte veel verschil uit toen ze wisten dat hun roeping geïnspireerd was en dat de Heer ook van hen verwachtte dat ze naar inspiratie zouden streven om die roeping groot te maken.’

Hij had met zijn raadgevers de weg van openbaring bewandeld, een weg die alle leden en leidinggevenden van de kerk kunnen bewandelen. En door over de weg te vertellen die ze hadden bewandeld, inspireerden ze anderen.

Noten

  1. Zie M. Russell Ballard, ‘Counseling with Our Councils’, Ensign, mei 1994, pp. 24–26.

  2. Zie bijvoorbeeld: Thomas S. Monson, ‘Denk aan de zegeningen’, Liahona, november 2012, pp. 86–89.