2013
Ons antwoord
augustus 2013


Ons antwoord

Door een eenvoudig gebed is mijn familie voor eeuwig veranderd.

‘[Hij] zal […] de waarheid ervan aan u openbaren door de macht van de Heilige Geest’ (Moroni 10:4).

Ik weet nog dat ik de twee mannen voor het eerst voor de deur van ons huis in Peru zag staan. Ze droegen een wit overhemd en een stropdas. En ze waren heel lang! Ik vond dat ze een lieve glimlach hadden.

‘Die zijn vast wel aardig’, dacht ik. Mijn ouders vonden dat zeker ook, want kort daarna kwamen de zendelingen vaak langs.

Ik luisterde graag naar de zendelingen en voelde altijd dat ze de waarheid vertelden.

‘Wil je niet gedoopt worden, mama?’ vroeg ik mijn moeder op een dag.

Ze glimlachte. ‘Jawel, maar ik wil me met je vader laten dopen.’

Ik knikte. Ik was negen jaar — oud genoeg om me te laten dopen. Maar ik wilde me ook met mijn vader laten dopen, en ik wist niet zeker of hij geloofde wat de zendelingen zeiden.

‘Blijf bidden en dan breekt de tijd gauw aan’, zei mama alsof ze mijn gedachten kon lezen.

Ik wist dat de zendelingen mijn vader hadden gevraagd om te doen wat er aan het eind van het Boek van Mormon staat, namelijk om God met een oprecht hart te vragen of het evangelie waar is. Dus besloot ik op een dag om mijn vader daarmee te helpen. Ik vroeg of we samen konden bidden op de manier waarop de zendelingen dat hadden gevraagd. We gingen naar mijn kamer en knielden neer. Hij vroeg me wie het gebed zou opzeggen.

‘Jij alsjeblieft’, zei ik.

Mijn vader begon tot zijn hemelse Vader te bidden. Toen hij vroeg of we ons moesten laten dopen, kregen we een gevoel van liefde en vrede. Het was zó sterk dat mijn vader wel een minuut lang niets meer zei. We wisten dat we ons moesten laten dopen.

Ik zal de blik in mijn vaders ogen nooit vergeten die hij na dat gebed had.

‘We hebben ons antwoord’, fluisterde hij, waarna hij me omhelsde.

Toen ik mijn hoofd op zijn schouder legde, glimlachte ik. De Heilige Geest heeft het mogelijk voor ons gemaakt om de waarheid te weten (zie Moroni 10:5).