2011
Het priesterschap is de bevoegdheid om in de naam van God op te treden
Juni 2011


Wat wij geloven

Het priesterschap is de bevoegdheid om in de naam van God op te treden

Onze Vader in de hemel bestuurt de hemelen en de aarde. Zijn eeuwige macht bewaart de volmaakte orde in het heelal. Om zijn kerk op aarde te besturen, delegeert Hij een deel van zijn macht en gezag aan goede mannelijke leden van de kerk. Dat gedelegeerde gezag heet het priesterschap. We zien dit patroon van gedelegeerde verantwoordelijkheid in het Nieuwe Testament, waar Jezus Christus zijn apostelen het gezag gaf om in zijn naam op te treden (zie Matteüs 16:19).

Dit is de manier waarop God bestuurt. En die manier wordt nu op aarde gebruikt. Wie het priesterschap draagt, heeft gezag om in Gods naam de kerk te leiden, en te bedienen in de heilige heilsverordeningen, zoals doop, bevestiging, bedienen van het avondmaal, en het tempelhuwelijk. Iedere getrouwe man, vrouw en kind in de kerk heeft priesterschapsverordeningen nodig en wordt gezegend door die te ontvangen.

Ambten in het priesterschap

Er zijn twee priesterschapsafdelingen: het Melchizedeks en het Aäronisch. Het Melchizedeks priesterschap omvat een hoger gezag dan het Aäronisch priesterschap.

Binnen deze twee afdelingen zijn er bepaalde ambten oftewel taakgebieden. De ambten in het Aäronisch priesterschap zijn diaken, leraar, priester en bisschop. De ambten in het Melchizedeks priesterschap zijn ouderling, hogepriester, patriarch, zeventiger en apostel. De dragers van die ambten zijn georganiseerd in quorums of groepen. Elk ambt brengt bepaalde taken met zich mee.

Sleutels van het priesterschap

De term sleutels slaat op het gezag om een bepaalde kerkunit of jurisdictie te presideren. Een voorbeeld: in ring en wijk hebben alleen de ringpresident, de bisschop en de quorumpresident priesterschapssleutels. De sleutels worden overgedragen middels handoplegging door een priesterschapsdrager die hiertoe de bevoegdheid heeft gekregen.

  • Presidenten van Melchizedekse-priesterschapsquorums ontvangen de sleutels van presidentschap en de bediening van geestelijke zaken (zie LV 107:10, 18–19).

  • Presidenten van Aäronische-priesterschapsquorums krijgen de sleutels van de bediening van engelen en verordeningen zoals de doop en het avondmaal (zie LV 107:20.)

  • De kerkpresident draagt alle priesterschapssleutels voor de hele kerk (zie LV 81:1–2).

De ambten en sommige plichten van de Melchizedekse priesterschap:

  1. Ouderlingen hebben de taak ‘om hen die door de doop tot de kerk zijn toegetreden, te bevestigen door handoplegging voor de doop met vuur en de Heilige Geest’ (LV 20:41).

  2. Hogepriesters hebben de taak om ‘te officiëren en geestelijke zaken te bedienen’ in de ambten van ouderling, priester, leraar en diaken (zie LV 107:12).

  3. Patriarchen geven patriarchale zegens (zie LV 107:53; 124:91–93).

  4. Zeventigers verkondigen het evangelie en zijn speciale getuigen van Jezus Christus die te werk gaan op aanwijzing van het Quorum der Twaalf Apostelen (zie LV 107:25, 34).

  5. Apostelen zijn ‘bijzondere getuige van de naam van Christus in de hele wereld’ (LV 107:23).

De ambten en sommige plichten van de Aäronische priesterschap:

  1. Diakenen dienen het avondmaal rond.

  2. Leraren dienen ‘altijd over de kerk te waken, en bij hen te zijn en hen te versterken’ (LV 20:53).

  3. Priesters behoren ‘te (…) onderwijzen, (…) te dopen, (…) het avondmaal te bedienen, en (…) elk lid thuis te bezoeken’ (LV 20:46–47).

  4. Bisschoppen zijn president van het priestersquorum en presideren als hogepriester alle leden in de wijk (zie LV 107:87–88).

Foto-illustraties Hyun-Gyu Lee, Welden C. Andersen, Matthew Reier, Ruth Sipus, Craig Dimond en John Luke