2010
Waarom deze tempels?
2010


Waarom deze tempels?

Tempels van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zijn heilige gebouwen waarin eeuwige vragen worden beantwoord.

Tempels zijn gebouwen waar onze vragen over het leven vanuit een eeuwig perspectief worden beantwoord

Is er ooit een man of vrouw geweest die op een moment van zelfbeschouwing niet over de belangrijke verborgenheden van het leven heeft nagedacht?

Heeft hij of zij zich niet afgevraagd: ‘Waar kom ik vandaan? Waarom ben ik hier? Waar ga ik heen? Wat is mijn relatie tot mijn Schepper? Zal de dood mij beroven van de omgang met mijn dierbaren? En mijn familieleden? Is er leven na de dood, en als dat zo is, kennen we elkaar daar dan ook?’

De antwoorden op die vragen zijn niet in de wijsheid van de wereld te vinden. Ze zijn uitsluitend in het geopenbaarde woord van God te vinden. De tempels van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zijn heilige gebouwen waarin deze en andere eeuwige vragen worden beantwoord. Al die tempels zijn ingewijd als huis van de Heer, als heilige, vredige plek, afgezonderd van de wereld. Er worden waarheden uiteengezet en ceremonies verricht die kennis geven van eeuwige zaken en de bezoekers motiveren om te leven met een begrip van ons goddelijke erfdeel als kind van God en met een bewustzijn van ons potentieel als eeuwig wezen.

Vergeleken met andere godsdienstige gebouwen zijn tempels uniek in hun doel en functie

Deze gebouwen, die verschillen van de duizenden gewone kerkgebouwen die over de aarde zijn verspreid, zijn in doel en functie anders dan alle andere godsdienstige gebouwen. Dat komt niet door de afmeting of de architectonische schoonheid van deze gebouwen. Maar door het werk dat er wordt gedaan.

Het is niet nieuw dat bepaalde gebouwen bestemd worden voor bijzondere ceremonies, waardoor ze zich onderscheiden van gewone kerkgebouwen. Dat was al zo in het oude Israël, waar de mensen geregeld in de synagogen aanbaden. Hun heiligste plek was allereerst de tabernakel in de wildernis met het heilige der heiligen. Daarna volgden er tempels waar bijzondere ceremonies werden verricht waaraan alleen zij die aan de eisen voldeden konden deelnemen.

En dat is nu ook zo. Voordat een tempel wordt ingewijd, nodigt De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen het publiek uit om het gebouw van binnen te bekijken. Maar als het gebouw eenmaal is ingewijd, wordt het een huis van de Heer dat zo heilig is dat alleen goede leden van de kerk naar binnen mogen. Dat is geen kwestie van geheimzinnigheid. Het is een kwestie van heiligheid.

Tempelwerk is van belang voor alle leden van Gods eeuwige gezin

Het werk dat in deze gebouwen gedaan wordt, bevordert Gods eeuwige doeleinden met betrekking tot de mens, die Gods kind en schepping is. Het tempelwerk heeft voornamelijk te maken met het gezin, met een ieder van ons als lid van Gods eeuwige gezin, en met een ieder van ons als lid van een aards gezin. Het heeft te maken met de heiligheid en de eeuwige aard van het huwelijksverbond en de gezinsband.

Het bevestigt dat ieder mens die geboren wordt, een kind van God is, begiftigd met iets van zijn goddelijke aard. De herhaling van die fundamentele leringen heeft een gunstige invloed op hen die ze aanvaarden, omdat de leer op prachtige en indrukwekkende wijze wordt verwoord. De bezoekers gaan beseffen dat zij niet alleen kinderen van onze hemelse Vader zijn, maar dat ze deel uitmaken van een goddelijk gezin en dat alle mensen hun broer of zus zijn.

Toen Hem door de schriftgeleerden werd gevraagd: ‘Welk gebod is het eerste van alle?’, antwoordde de Heiland: ‘Gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht.

‘Het tweede is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Een ander gebod groter dan deze, bestaat niet’ (Marcus 12:28, 30–31).

De leringen die in de hedendaagse tempels aan de orde komen, leggen grote nadruk op het fundamentele beginsel van onze plicht jegens onze Schepper en onze medemens. Gewijde verordeningen bekrachtigen deze verheffende filosofie van het gezin van God. Uit deze leringen komt naar voren dat onze geest eeuwig is, in tegenstelling tot het lichaam dat sterfelijk is. Niet alleen krijgt de bezoeker begrip van deze belangrijke waarheden, maar ze motiveren hem ook om God lief te hebben en behulpzamer te zijn voor andere kinderen van onze hemelse Vader.

Als we de vooronderstelling aanvaarden dat iedereen een kind van God is, gaan we inzien dat het sterfelijk leven een goddelijk doel heeft. Ook op dit punt wordt er in het huis van de Heer geopenbaarde waarheid verkondigd. Het aardse leven maakt deel uit van een eeuwige reis. Voordat we op aarde kwamen, leefden we als geestkinderen. De Schriften getuigen daarvan. Lees maar eens de woorden van de Heer aan Jeremia: ‘Eer Ik u vormde in de moederschoot, heb Ik u gekend, en eer gij voortkwaamt uit de baarmoeder, heb Ik u geheiligd; tot een profeet voor de volkeren heb Ik u gesteld’ (Jeremia 1:5).

De familiebanden die wij zo koesteren kunnen in de komende wereld voortduren

Wij komen als kinderen van sterfelijke ouders op aarde en we horen bij een gezin. Ouders werken samen met God om de eeuwige doeleinden voor zijn kinderen tot stand te brengen. Daarom is het gezin de belangrijkste goddelijke instelling in het sterfelijk leven en in de eeuwigheid.

Veel werk dat in de tempels gedaan wordt, heeft betrekking op het gezin. Om dat werk goed te kunnen begrijpen, moeten we erkennen dat wij niet alleen als kind van God in het voorsterfelijk leven bestonden, maar dat we ook na de dood zullen voortleven. En de dierbare, bevredigende banden in dit leven, waarvan de fijnste en belangrijkste in het gezin te vinden zijn, zullen ook in de komende wereld voortduren.

Als man en vrouw in het huis van de Heer trouwen, worden ze niet alleen voor dit leven aan elkaar verbonden, maar ook voor de eeuwigheid. Zij worden niet alleen door de wetten van het land aan elkaar verbonden, tot de dood hen scheidt, maar ook door het eeuwige priesterschap van God, dat in de hemel bindt wat op aarde gebonden wordt. Een echtpaar dat zo getrouwd is, weet zeker dat hun relatie, en die met hun kinderen, niet door de dood verbroken wordt, maar in de eeuwigheid zal voortduren, op voorwaarde dat zij die zegeningen waardig zijn.

Is er ooit een man geweest die oprecht van een vrouw hield, of een vrouw die oprecht van een man hield, die niet bad dat hun relatie ook voorbij het graf mocht voortduren? Is er ooit een kind begraven door ouders die niet verlangden naar de zekerheid dat hun dierbare kind in de komende wereld weer bij hen zou zijn? Kan iemand die in het eeuwige leven gelooft eraan twijfelen dat God zijn zoons en dochters dat dierbaarste aspect van het leven wil verlenen, de liefde die het duidelijkst tot uiting komt in gezinsrelaties? Nee, de rede vereist dat de familiebanden na de dood worden voortgezet. Het hart van de mens verlangt ernaar, en God heeft een manier geopenbaard waarop dat verwezenlijkt kan worden. De heilige ceremonies van het huis van de Heer voorzien erin.

De zegeningen van de tempel staan iedereen ter beschikking

Maar dat zou allemaal oneerlijk zijn als die zegeningen alleen beschikbaar waren voor hen die lid zijn van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. In feite kan iedereen die het evangelie aanvaardt en zich als lid van de kerk laat dopen naar de tempel gaan en de zegeningen ervan ontvangen. Daarom doet de kerk zoveel zendingswerk in de wereld en zal het dat werk zoveel mogelijk blijven uitbreiden, want volgens goddelijke openbaring heeft zij de taak om het evangelie aan alle natie, geslacht, taal en volk te verkondigen.

Maar er zijn ontelbare miljoenen mensen op aarde geweest die nooit de kans hebben gehad om het evangelie te horen. Hebben zij geen recht op de zegeningen die in de tempels van de Heer geboden worden?

Door plaatsvervangers die namens de doden optreden, zijn diezelfde ceremonies beschikbaar voor hen die het sterfelijk leven reeds verlaten hebben. In de geestenwereld heeft iemand de vrijheid om de aardse ceremonies die voor hem zijn verricht, zoals de doop, het huwelijk, en de verzegeling van het gezin, te aanvaarden of te verwerpen. Er is geen dwang in het werk van de Heer, maar er moeten wel kansen zijn.

Tempelwerk is een liefdewerk van de levenden voor de doden

Dit plaatsvervangende werk is een ongekend liefdewerk van de levenden voor de doden. Er is veel familiehistorisch onderzoek nodig om de mensen te vinden die ons zijn voorgegaan. Om te helpen met dat werk, coördineert de kerk een familiehistorisch programma en heeft zij onderzoeksfaciliteiten die in de hele wereld ongeëvenaard zijn. Haar archieven staan open voor het publiek en worden door veel niet-leden gebruikt om hun voorouders op te sporen. Dit programma wordt door genealogen over de hele wereld geprezen en wordt door verscheidene landen gebruikt als reserve voor hun eigen verslagen. Maar het voornaamste doel is de leden van de kerk de bronnen te verschaffen om de gegevens van hun overleden voorouders op te zoeken, zodat zij hun alle zegeningen kunnen bieden die zij zelf hebben ontvangen. Eigenlijk zeggen ze tegen zichzelf: ‘Ik houd zoveel van mijn vrouw en kinderen dat ik in alle eeuwigheid bij ze wil zijn. Moeten mijn overleden grootvader, overgrootvader en andere voorouders dan ook niet de kans krijgen om diezelfde eeuwige zegeningen te ontvangen?’

Tempels bieden de kans om de ware betekenis van het leven te leren

En daarom zijn deze heilige gebouwen het toneel van enorme, maar rustige en eerbiedige bedrijvigheid. Zij doen denken aan het gedeelte van het visioen van Johannes de Openbaarder waarin deze vraag en dit antwoord staan: ‘Wie zijn dezen, die bekleed zijn met de witte gewaden, en vanwaar zijn zij gekomen? (…)

‘Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking; en zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams.

‘Daarom zijn zij voor de troon van God en zij vereren Hem dag en nacht in zijn tempel’ (Openbaring 7:13–15).

Wie naar die heilige huizen gaan, zijn in het wit gekleed wanneer zij daar zijn. Zij komen daar uitsluitend op aanbeveling van hun plaatselijke kerkleiders, die verklaren dat zij zich aan de kerknormen houden. Er wordt van hen verwacht dat zij met reine gedachten, een rein lichaam en fatsoenlijke kleding naar de tempel van God komen. Als ze binnenkomen, wordt er van ze verwacht dat ze de wereld achter zich laten en zich op goddelijke zaken concentreren.

Dit gebruik, als we het zo mogen noemen, heeft zijn eigen beloning, want wie zou in deze moeilijke tijd niet de kans willen aangrijpen om de wereld buiten te sluiten en het huis van de Heer in te gaan om daar in alle rust over de eeuwige zaken van God na te denken? Die heilige gebouwen bieden ons de kans die wij nergens anders kunnen krijgen, om te leren en na te denken over zaken die werkelijk belangrijk zijn — onze band met de Godheid en onze eeuwige reis van een voorsterfelijke staat naar dit leven en vervolgens naar een toekomstige staat waarin wij elkaar kennen en met elkaar omgaan, waaronder onze dierbaren en de voorouders die ons zijn voorgegaan en van wie wij lichaam, verstand en geest hebben geërfd.

In de tempel worden ons Gods eeuwige zegeningen beloofd

Deze tempels zijn beslist uniek onder alle gebouwen. Het zijn huizen van onderricht. Het zijn huizen van verbonden en beloften. Aan hun altaren knielen wij neer voor God, onze Schepper, en worden ons zijn eeuwige zegeningen beloofd. In die gewijde heiligdommen communiceren we met Hem en denken we aan zijn Zoon, onze Heiland en Verlosser, de Heer Jezus Christus, die als plaatsvervanger voor ons allen het zoenoffer heeft gebracht. Hier zetten wij onze zelfzucht opzij en helpen we anderen die zichzelf niet kunnen helpen. Hier worden wij door de macht van het ware priesterschap van God verbonden in de heiligste van alle menselijke relaties — als man en vrouw, als kind en ouder, en als gezin ontvangen we de verzegeling die niet door tijd vernietigd en noch door de dood ontwricht kan worden.

Die heilige gebouwen werden zelfs gebouwd in de duistere tijden toen de heiligen der laatste dagen meedogenloos verdreven en vervolgd werden. Ze zijn gebouwd en onderhouden in tijden van armoede en welvaart. Ze komen voort uit het levenskrachtige geloof van een steeds toenemend aantal mensen die getuigen van een levende God, van de herrezen Heer, van profeten en goddelijke openbaring, en van de vrede en zekerheid van eeuwige zegeningen die alleen in het huis van de Heer te vinden zijn.

Doopvont Papeetetempel (Tahiti).

Stockholmtempel (Zweden). Op 2 juli 1985 ingewijd.

Mantitempel (Utah). Op 21 mei 1888 ingewijd. Op 14 juni 1985 heringewijd.