2009
De tempel: eens zal ik er ook zijn
augustus 2009


Participatieperiode

De tempel — eens zal ik er ook zijn

‘Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen’ (Matteüs 16:19).

Op een zondag vertelde de negenjarige Angie in de getuigenisvergadering dat haar lievelingslied ‘Ons gezin kan eeuwig zijn’ was. Angie zei hoe geweldig het is dat onze hemelse Vader een prachtig plan voor ons heeft om eeuwig samen te zijn.

De ouders van Angie waren niet verzegeld in de tempel. Al snel na die dag liet Angies zus Katie een brief achter op het kussen van hun ouders, met de aansporing om naar de tempel te gaan.

Angie en Katie wilden heel graag dat hun gezin werd verzegeld. Hun ouders gingen over de tempel bidden. Het gezin werkte hard om zich voor te bereiden. Toen de tijd rijp was, ging het gezin naar de tempel en werd het voor eeuwig aan elkaar verzegeld.

Ook als je gezin niet is verzegeld, zul je eens naar de tempel kunnen gaan. Als je twaalf bent, kun je dopen voor de doden doen in de tempel. Je kunt je nu alvast voorbereiden door de geboden te onderhouden en te leven volgens Mijn evangelienormen.

Activiteit

Knip de woordstroken op pagina K8 uit en stop ze in een schaal, zak of pot. Gebruik steentjes of knopen als pion. Kies om de beurt een woordstrook en lees deze hardop voor. Tel hoeveel woorden erop staan en plaats je pion evenveel plaatsen vooruit. Ga door tot ieders pion de tempel heeft bereikt.

Gedoopt en bevestigd worden

Naar de kerk gaan

Aan het avondmaal deelnemen

Je bekeren

De profeet volgen

Gehoorzaam zijn

Vriendelijk zijn

Goede gedachten hebben

Tiende betalen

De Schriften bestuderen

Bidden

Het woord van wijsheid naleven

Eerlijk zijn

Anderen vergeven

Je ouders eren

Geloof hebben in Jezus Christus

Liefde tonen aan je familie

De Heer liefhebben

Anderen dienen

De sabbat heiligen

Ideeën voor de participatieperiode

  1. Mijn gezin kan voor altijd bij elkaar blijven door de verordeningen van de tempel. Lees Leer en verbonden 138:48 en laat de kinderen opletten welk werk in de tempels wordt gedaan zodat gezinnen eeuwig samen kunnen zijn (‘verzegeling van de kinderen aan hun ouders’). Laat Evangelieplaat 417 (Elia herstelt de bevoegdheid om gezinnen voor eeuwig te verzegelen) zien. Vertel over de verschijning van de profeet Elia in de Kirtlandtempel om de verzegelbevoegdheid te herstellen (zie LV 110:13–15). Leg de kinderen uit wat ‘verzegelbevoegdheid’ is door een plaat van de tempel in uw gebied te laten zien, en te vertellen dat een echtpaar dat in de tempel trouwt en zich aan de beloften houdt die het daar doet, na de dood nog steeds getrouwd zal zijn. Vertel het verhaal van het gezin van Angie en Katie dat in de tempel is verzegeld (links). Laat elk kind een grote tekening van een tempel maken. Laat ze hun papier daarna omkeren en een kleine tekening van hun huidige of toekomstige gezin maken. Laat ze hun tekening tot slot tegen het licht omhoog houden, zodat ze hun gezin in de tempel kunnen zien. Geef uw getuigenis dat het gezin eeuwig kan zijn.

  2. Familiegeschiedenis en tempelwerk zijn alle generaties van mijn familie tot zegen. Laat zeven kinderen voor de klas komen. Plak het woord Ik op het kind in het midden. Plak het woord Ouder, Grootouder, Overgrootouder op de kinderen links van hem of haar. Plak het woord Kind, Kleinkind, Achterkleinkind op de kinderen rechts van hem of haar. Leg uit dat elke persoon een generatie in de familie voorstelt. Vertel de kinderen dat onze hemelse Vader gezinnen en families heeft ingesteld, zodat wij elkaar kunnen helpen om bij Hem terug te keren en voor altijd bij Hem te wonen. Lees Maleachi 4:6. Leg uit dat ‘het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen’ de verzegeling betekent van alle generaties van onze familie door de verordeningen van de tempel. Dat vers verwijst ook naar de liefde die we voelen voor onze voorouders wanneer we ze leren kennen. Nodig met toestemming van de bisschop of gemeentepresident een grootvader of grootmoeder van een van de kinderen uit in het jeugdwerk. Schrijf van tevoren een aantal vragen op blaadjes papier en laat de kinderen om de beurt een vraag stellen aan de grootouder. Begin elke vraag met: ‘Toen u zo oud was als ik (…)’ (Mogelijk vragen: welke familietraditie vond u toen het leukst? wat deden u en uw vriendjes en vriendinnetjes toen in uw vrije tijd?) Moedig de kinderen aan om hun ouders en grootouders vragen te stellen om meer over ze te weten te komen. ●

Illustratie Thomas S. Child