2009
Een verloren schat
augustus 2009


Een verloren schat

David R. Hanks (Arizona, VS)

Onlangs zat ik te wachten tot de priesterschapsvergadering zou beginnen, toen mijn huisonderwijscollega zei dat mijn Schriften tussen de gevonden voorwerpen van de wijk lagen.

Ik keek opzij en zag mijn nieuwe setje Schriften die ik van mijn vrouw had gekregen. En mijn oude set lag in een lectuurbak naast een stoel in de woonkamer. Ik snapte er niets van.

‘Met welke letter begint je tweede naam?’ vroeg mijn collega.

‘R’, zei ik.

‘Dat komt overeen met die naam’, antwoordde hij. ‘Ik haal ze wel even op.’

Even later kwam hij terug met een Bijbel met op de voorkant mijn naam in vage gouden letters. Ik herkende het meteen. Ik kreeg de rits van de oude zwarte hoes bijna niet open. Het boek viel open op de eerste pagina, waarop woorden in mijn vaders handschrift stonden. Ik hield de Bijbel in handen die mijn ouders mij op mijn twaalfde verjaardag hadden gegeven.

Ik woonde nu in Arizona, en de laatste keer dat ik die Bijbel had gezien, woonde ik in Utah en bereidde ik me voor om op zending te gaan. Ik nam mijn seminariesetje Schriften mee naar het zendingsveld en liet deze Bijbel thuis achter. Het was bijna niet te geloven dat mijn oude Bijbel in dertig jaar tijd vanuit het huis van mijn ouders in mijn wijkgebouw in Arizona was beland — die kans leek wel erg klein.

Mijn vader las graag in de Schriften, en had bij mij dan ook op jonge leeftijd al het verlangen aangekweekt om het woord van God te lezen en te bestuderen. Een deel van de woorden die hij in mijn Bijbel had geschreven, gaven mij raad voordat ik het Aäronisch priesterschap zou ontvangen:

‘David, op deze, jouw twaalfde verjaardag, zul je het priesterschap van Aäron ontvangen als diaken en een dienstknecht van de Heer worden, net als je naamgenoot, David de koning. Naarmate hij zich verstandig gedroeg, werd hij door de Heer gezegend.

‘En dat geldt ook voor jou. Als jij je verstandig gedraagt en de Heer volgt, zal Hij je zegenen en je roepen om Hem te dienen.

‘Wees sterk en getrouw, zoon. Bestudeer dit boek ijverig, en het zal je kracht geven.’

Mijn vaders woorden betekenen nu nog net zoveel als dertig jaar geleden, misschien nog wel meer. Ik ben erg dankbaar dat ik mijn eerste Bijbel met de tijdloze raad van mijn vader opnieuw heb gekregen.