2008
Het komt allemaal in orde
Oktober 2008


Het komt allemaal in orde

Laatste nieuws: Bij de laatste controle, acht jaar nadat er bij zuster Coston kanker werd vastgesteld, waren er geen tekenen van kanker.

Ik kreeg tranen in mijn ogen terwijl ik naar het ziekenhuis reed voor nog meer tests. Er was kort na de geboorte van mijn dochter, twee jaar terug, kanker bij mij vastgesteld. Ik had een operatie ondergaan en was ervoor behandeld, weldra zou ik te horen krijgen of de behandeling was aangeslagen. ‘Hemelse Vader, ik heb veel geleerd van deze ervaring. Wilt U deze beproeving van mij wegnemen. Ik wil mijn dochter grootbrengen en later met mijn man een zending vervullen. Wilt U mij genezen.’

De tranen rolden over mijn wangen. Plotseling begon ik de woorden van het lied, ‘Gebed van een kind’1, te bidden. Ik werd ertoe aangezet om de woorden hardop te zeggen.

Bid, Hij is daar;

spreek, want Hij luistert.

Jij bent zijn kind;

zijn liefde omringt je.

Hij hoort mijn gebed.

Ik werd overstelpt door een gevoel van grote liefde. Ik voelde dat mijn hemelse Vader mij kende, met mijn lot begaan was en naar mij luisterde. Ik voelde dat alles in orde zou komen.

De volgende dag kreeg ik de uitslagen. Er was geen spoor meer van kanker te zien. Het was of er een zware last van mijn schouders viel. De dag daarop werd ik echter door mijn arts gebeld, die uitlegde dat de eerdere resultaten dan wel niets lieten zien, maar dat de bloedtest uitwees dat ik geenszins vrij was van kanker. ‘Hoe kon dat?’ vroeg ik mij af. Als dat werkelijk het geval was, waarom had ik dan het gevoel gehad dat mijn hemelse Vader mijn gebed had verhoord?

Ik probeerde de twijfel van mij af te zetten toen ik terugging voor meer tests. Die tests wezen niet alleen uit dat ik nog kanker had, maar ook dat de kanker zich had uitgezaaid. Ik kon het niet helpen, maar ik verwonderde mij wel over mijn ervaring in de auto. Ik kon wat ik gevoeld had niet ontkennen, maar toch begon ik te twijfelen aan mijn interpretatie.

De nieuwe informatie was verpletterend en leidde tot diepe bespiegelingen. Ik kwam tot de conclusie dat ik nog meer van deze beproeving te leren had. Toen ik daarover nadacht, besefte ik dat ik wel alles deed wat een actieve heilige der laatste dagen behoort te doen, maar dat ik het meer uit gewoonte dan uit bezieling deed. Ik was niet op het geestelijke niveau waar ik wilde zijn. Ik moest terug naar de basis, dus begon ik mij te concentreren op datgene wat mij dichter bij Jezus Christus zou brengen. Ik had zijn kracht nodig om door deze beproeving heen te komen.

Toen ik mij op geestelijke zaken stortte, begon mijn geloof in Jezus Christus en zijn plan met mij toe te nemen. Ik besefte dat mijn ervaring op weg naar het ziekenhuis wel degelijk een antwoord op gebed was geweest. Met de erkenning en acceptatie van dat antwoord (dat alles in orde komt), zie ik ook in dat onze hemelse Vader niet altijd precies aangeeft, wanneer alles in orde wordt gebracht. Misschien zal ik nooit volledig lichamelijk genezen, maar ik leer wel zijn wil te aanvaarden. Mijn leven is werkelijk in zijn handen.

Er zijn zeven jaar verstreken sinds er bij mij kanker werd vastgesteld. Ik heb veel operaties en behandelingen ondergaan, maar ik heb nog steeds kanker. Het leven gaat echter verder en daar ben ik dankbaar voor. Mijn beproevingen gingen vergezeld van zegeningen, inclusief een tweede dochter. Nog belangrijker is dat het antwoord van mijn Heer dat ‘alles in orde komt’ mij veel troost verschaft.

NOOT

  1. Kinderliedjes, pp. 6–7.