2008
Hoed je voor houten paarden
Oktober 2008


Hoed je voor houten paarden

Afbeelding
Elder Kenneth Johnson

Is het je opgevallen hoe onze omgeving van invloed kan zijn op onze daden en gedrag? Ik herinner mij hoe ik in mijn studententijd een gesprek had met een docent, die refereerde aan een onderzoek naar de invloed van de omgeving op de productiviteit op de werkvloer. Hij gaf aan dat bepaalde omgevingsinvloeden de werknemers ertoe aanzetten om harder te werken, terwijl andere invloeden het tegengestelde effect hadden. Het idee dat die ogenschijnlijk eenvoudige zaken van zoveel invloed konden zijn, vond ik uitermate boeiend.

Hij noemde ook een experiment met een groep mensen die aan tafel waren gegaan om een lekkere maaltijd te gebruiken. Hoewel elke deelnemer grote trek had en zei graag wat te willen eten, vond er een drastische verandering in hun eetlust plaats toen het licht in de kamer werd veranderd. Na de aanpassing van het licht hadden velen geen trek meer, anderen aten weinig en, verrassend genoeg, smaakte de maaltijd geen van de deelnemers.

Het feit dat een maaltijd zijn aantrekkingskracht verliest, omdat het licht in de kamer wordt aangepast, is een indicatie dat de omgeving van invloed kan zijn op ons gedrag.

Vele jaren later, toen ik werkte in de verzekeringsbranche, vroeg een klant mij langs te komen omdat hij zijn nieuwe ondermening wilde laten verzekeren. Toen ik arriveerde, bleek het om een nachtclub te gaan.

Toen we via de ontvangstruimte de zaal inliepen, was ik onder de indruk van de inrichting. Het meubilair, de accessoires, de gordijnen en de vloerbedekking waren smaakvol op elkaar afgestemd, waardoor er een aangename sfeer hing. Dat was niet wat ik verwacht had toen mij vlak daarvoor het doel van de gelegenheid ter ore was gekomen. Toen ik met de eigenaar om de tafel zat en de benodigde informatie opnam, kwam er een werknemer binnen die vroeg of hij het systeem kon testen.

Mijn klant gaf toestemming. De aangename entourage veranderde toen het licht in de zaal doofde om plaats te maken voor verschillende fel gekleurde flitslichten en veel te harde muziek. De rustige sfeer spatte onmiddellijk uiteen.

Het was onmogelijk om nog een normaal gesprek te voeren, dus liepen we terug naar de ontvangstruimte. Toen het gesprek vorderde en met die ervaring in de zaal nog in mijn achterhoofd, wilde ik liever geen zaken doen. Daarom verwees ik mijn klant door naar een expert op dit gebied. Tot op vandaag staat de ingrijpende verandering die de flitslichten en de luide, dreunende muziek teweegbrachten mij nog helder voor de geest.

Uit die ervaringen heb ik veel geleerd. Onze omgeving kan grote invloed hebben op hoe we ons voelen en hoe we ons gedragen.

Dat is een van de redenen dat onze leiders ons geadviseerd hebben om elke activiteit die onder auspiciën van de kerk wordt georganiseerd te houden in een sfeer waar de Geest des Heren aanwezig kan zijn. Denk eens na over dit advies. En denk nu eens na over onze kerkelijke activiteiten. Wat kunnen wij doen om invulling te geven aan het doel dat de Heer voor ogen heeft met opbouwende, verheffende kerkelijke activiteiten?

Het paard van Troje

Al vanaf mijn jeugd ben ik geïntrigeerd door de Griekse legende over het paard van Troje. En je zult je waarschijnlijk herinneren dat het Griekse leger de stad Troje tien jaar belegerde zonder de onneembare vesting te kunnen doorbreken.

Uiteindelijk deden de Grieken net of ze de aftocht bliezen met achterlating van een groot houten paard waarin zich soldaten hadden verstopt. De Trojanen geloofden dat het paard een goed voorteken was en, tegen het advies van sommigen in, haalden ze het de stad in. ’s Nachts kwamen de Griekse soldaten uit hun schuilplaats en openden de stadspoorten, waarna het Griekse leger naar binnen kon marcheren en Troje kon innemen.

Ook wij moeten op onze hoede zijn voor tegenstanders die samenspannen om een bres in onze verdediging te slaan om zo ons geloofsschild te vernietigen! Thuis en in de kerk vinden we een toevlucht tegen de storm die wordt aangewakkerd door ongepaste wereldse elementen, waardoor wij ‘standvastig en onveranderlijk [kunnen zijn], te allen tijde overvloedig in goede werken’ (Mosiah 5:15) en altijd ‘op heilige plaatsen [kunnen] staan’ (LV 45:32).

Sommigen zijn niet op hun hoede en laten hun verdediging zakken, omdat ze zich inlaten met onfrisse muziek en onkiese bezigheden met als gevolg dat ze hun gevoel voor spirituele zaken verliezen. We kunnen ons beter niet inlaten met dergelijke zaken, omdat ze ons van binnenuit kwetsen, zoals het houten paard dat een tot dan onneembare vesting werd binnengereden.

We moeten met onze activiteiten niet de gebruiken van de wereld willen imiteren of overnemen, maar in plaats daarvan een sfeer scheppen waarin de Geest des Heren wil verpozen. Dat geldt voor alle activiteiten die onder auspiciën van de kerk plaatsvinden en het moet ook onze leidraad zijn bij onze keuzes van films, internetsites en andere vrijetijdsbestedingen. Wij dienen bijzondere aandacht te besteden aan activiteiten die in een kerkgebouw plaatsvinden, omdat dat is ingewijd en gereserveerd voor activiteiten die ‘deugdzaam, liefelijk, of eerzaam of prijzenswaardig’ (Geloofsartikelen 1:13) zijn.

Als de Heiland een activiteit in een van onze kerken bezocht, zou Hij dan te werk gaan zoals met de geldwisselaars in de tempel te Jeruzalem? (Zie Matteüs 21:12–13.) Of zou Hij, zoals Petrus op de berg der verheerlijking, zeggen: ‘Het is goed, dat wij hier zijn’ (Matteüs 17:4)?

President Gordon B. Hinckleys (1910–2008) raad aangaande de vereisten voor voltijdzendelingen is op dit onderwerp van toepassing: ‘Ik heb het volste vertrouwen dat onze jonge mensen, nu we de lat hoger leggen, zelfdiscipline zullen betrachten, dat ze boven de normen van de wereld zullen leven, zonde zullen vermijden en in al hun activiteiten het hoogste niveau zullen nastreven.’1

Laten we ons, met deze woorden in gedachten, voornemen om geschikte activiteiten te plannen en uit te voeren door de lat hoger te leggen en de wereld terug te dringen.

Zal deze benadering ertoe leiden dat de activiteiten saai worden en dat we minder plezier hebben? Helemaal niet! In feite is het tegendeel waar. Door de lat hoger te leggen zullen we ervaringen hebben die tot blijvende herinneringen zullen leiden, in overeenstemming met de belofte van dat grote plan van geluk.

NOOT

  1. Gordon B. Hinckley, ‘Zendingswerk’, Eerste wereldwijde instructievergadering voor leiders, januari 2003, p. 17.