2007
Acht broers uit Japan
Juni 2007


Acht broers uit Japan

Dankzij het geloof van mijn moeder in de boodschap van de zendelingen is het evangelie onze familie en vele anderen in Japan tot zegen.

Mijn ouders hadden negen kinderen — acht zoons en een dochter. Het enige meisje stierf jong in de Tweede Wereldoorlog, tijdens de slag om Okinawa. Na de oorlog begon mijn vader een goed lopende garage in Nago, gelegen in het noordelijkste puntje van het eiland Okinawa. In 1954, toen mijn jongste broer twee was en mijn oudste zeventien, stierf onze vader. Mijn moeder werd op haar veertigste al weduwe. Mijn moeder had het heel moeilijk met de dood van mijn vader. Soms was ze zo verdrietig dat ze ook dood wilde gaan, maar ze had acht zoons die ze niet aan hun lot kon overlaten.

Tot die tijd had mijn moeder, Haru, de kostwinning aan mijn vader overgelaten, maar nu hij er niet meer was, was ze gedwongen te gaan werken. Ze probeerde haar verdriet te vergeten door hard te werken en voor haar kinderen te zorgen. Met veel pijn en moeite lukte het haar om acht losgeslagen jongens alleen op te voeden. Toen ik oud genoeg was, werd ik mij bewust dat ik eigenlijk niet wist wanneer mijn moeder sliep.

Leer mijn kinderen wie God is

Tien jaar na de dood van mijn vader verhuisde mijn moeder, alsof de Geest het haar had ingegeven, en ondanks protesten van familie en vrienden, van Nago naar Naha, de hoofdstad van Okinawa. Een paar jaar later, in 1967, klopten de zendelingen bij haar aan. In die tijd lag ons huis ver van de begaanbare weg af tussen suikerrietvelden en bij een kerkhof. De weg naar het huis was in slechte staat, en er kwamen dus weinig mensen bij ons aan de deur. De zendelingen heetten ouderling Jackson en ouderling Fuchigami, een tweede generatie Japans-Amerikaan uit Hawaï. De zendelingen vroegen: ‘Mogen wij met u over God spreken?’ Mijn moeder maakte zich zorgen over de opvoeding van haar zoons en dacht dat ze wellicht iets konden leren van de zendelingen. Daarom liet ze de zendelingen binnen en zei: ‘Leert u mijn kinderen alstublieft wie God is.’

Mijn moeder vond veel troost in het evangelie. Ze vond het geweldig dat de zendelingen hun eigen zending bekostigden en dat ouderling Jackson op zending was, hoewel hij toen hij al jong zijn beide ouders had verloren bij een auto-ongeluk en tegen wil en dank bij zijn oudere zus was ingetrokken. Toen ze naar de zendelingen luisterde, was het de eerste keer sinds mijn vaders dood dat mijn moeder huilde. Ze voelde de liefde van de Heer en de Geest tijdens de lessen. Zij wist dat dit de kerk was waar haar gezin naar op zoek was geweest.

Mijn moeder liet zich als eerste dopen om haar zoons het goede voorbeeld te geven. De boodschap van de zendelingen en hun correcte, liefdevolle gedrag bekoorden haar. Ze begon ervan overtuigd te raken dat er voor haar zoons geen betere opleiding was dan het evangelie, en meer in het bijzonder die van zendeling. Moeder zei altijd tegen de zendelingen: ‘Ik heb acht zoons. Kom alstublieft langs en onderwijs ze in het evangelie. Als ze allemaal bekeerd zijn, zullen er acht priesterschapsdragers meer in de kerk zijn. En wellicht gaan ze in de toekomst op zending.’

Vervulde zendingen

Mijn meeste broers en ik volgden het voorbeeld van mijn moeder en werden een voor een lid van de kerk. Ons kerkbezoek leidde ertoe dat ons leven door het evangelie, en door de hulp die we kregen van de broeders en zusters van de kerk, begon te veranderen. We werden betere zoons en broers. We hielpen elkaar meer en het leven ging er gewoon beter uitzien. Vier van ons verkondigden het evangelie in verschillende andere delen van Japan. Toen een van mijn oudere broers, die uit Okinawa was vertrokken, de veranderingen zag die een van zijn jongere broers had ondergaan op zending, zei hij: ‘Ik kan niet geloven dat dit mijn jongere broer is, die doldrieste bink van vroeger.’ Toen ging hij uit zichzelf naar de kerk en liet zich spoedig daarna dopen en bevestigen.

Voordat een van mijn andere broers zich op 27-jarige leeftijd liet dopen, wist hij niet wat hij met zijn leven aan moest. Hij had een drankprobleem en bezocht wilde feestjes. Hij deed zijn familie en vrienden veel verdriet. Toen deze broer dankzij het evangelie het doel van het leven begon te begrijpen, liet ook hij zich dopen en bevestigen en uiteindelijk trouwde hij een degelijke vrouw die lid was van de kerk. Het leven lachte hem toe en hij begon in te zien dat het leven wel degelijk zin had. Hij vertelde zijn vrienden over het evangelie en had een goede invloed op velen. Mijn broers die op zending waren, konden het nauwelijks geloven dat deze broer lid van de kerk was geworden.

Op zending kregen mijn broers en ik veel hulp van onze zendingspresidenten en hun echtgenotes, alsmede van de kerkleden en de Heer. We werkten hard en konden met de hulp van de Geest veel mensen dopen en bevestigen. Van die bekeerlingen is er nu een werkzaam als ringpresident, sommigen zijn werkzaam als hogeraadslid en anderen als bisschop. Die gezinnen zijn in de tempel verzegeld en de kinderen zijn nu zelf op zending. Ons liefdewerk heeft ertoe geleid dat er in heel Japan evangeliezaden zijn gezaaid, die aan het ontspruiten zijn. Moeders droom is uitgekomen, haar kinderen zijn op zending gegaan.

De opbouw van het koninkrijk

Door kerkfuncties te vervullen, zijn mijn broers en ik geestelijk gegroeid. Iedere broer die lid van de kerk is geworden, is in de tempel getrouwd en brengt nu een gelukkig gezin groot. Mijn moeder is in de Laietempel op Hawaï aan onze vader, ons zusje en aan haar zoons die lid van de kerk zijn verzegeld. Toen zij de zegeningen van de tempel ontving, kwam daarmee de volheid van het herstelde evangelie van Jezus Christus in haar leven. Later ging zij bij verwanten op bezoek om informatie te krijgen waarmee ze aan haar familiegeschiedenis kon werken. Mijn moeder is werkzaam geweest in de ZHV en de jongevrouwen, en als seminarieleerkracht.

De familie Kina bestaat nu uit schoondochters, kleinkinderen en achterkleinkinderen, in totaal 66 familieleden. Van hen zijn er 51 lid van de kerk en tien hebben een zending vervuld. De kleinkinderen en achterkleinkinderen zullen zodra ze daar de leeftijd voor hebben ook op zending gaan. Wij zijn van mening dat dit de plicht is van wie de zegeningen van het evangelie hebben ontvangen.

De familie Kina heeft de volgende roepingen vervuld of vervult die nog: twee in ringpresidiums (of districtspresidiums), drie als hogeraadslid, zeven in bisschappen (of gemeentepresidiums), vier als groepsleider hogepriesters, acht in quorumpresidiums ouderlingen, zes als zendingsleiders, en zeven in ZHV-presidiums. We voelen ons gezegend dat we zo de kans hebben gekregen om anderen te dienen.

Getuigenis van moeder

Moeder kreeg een groot getuigenis toen ze haar kinderen ten goede zag veranderen door het evangelie van Jezus Christus. Meer dan wat ook wilde ze met haar dierbaren over het evangelie praten. Ze stelde haar vrienden en verwanten aan de zendelingen voor en hield vaak gezinsavonden bij haar thuis. Dat leidde ertoe dat ze veel mensen bij de kerk bracht, onder wie vijftig van haar verwanten.

Moeder, inmiddels 90, heeft eens dit getuigenis gegeven: ‘Als moeder zou ik mezelf met liefde opofferen voor mijn kinderen, zodat zij naar hun hemelse Vader kunnen terugkeren. Hoe zou iemand zonder een kind van wie hij of zij houdt bij zijn hemelse Vader kunnen terugkeren? Mijn belangrijkste zending als moeder is de kinderen die ik heb gekregen terug te brengen bij mijn hemelse Vader.’

Haar zoons zijn nu op een leeftijd gekomen dat ze zelf kinderen en kleinkinderen hebben, vandaar dat ze het getuigenis van hun moeder begrijpen en waarderen.

Het evangelie is waar, en waarheid verandert mensen. Dankzij het evangelie hebben we Gods liefde en barmhartigheid leren kennen. We hebben veel vrienden gekregen onder de geweldige broeders en zusters in de kerk en zijn dankbaar voor de veranderingen die we door hun voorbeeld in ons leven hebben aangebracht. We zullen ons hier in Okinawa ten dienste blijven stellen aan God en het herstelde evangelie verkondigen, kerken en tempels bouwen, en Zion helpen opbouwen.