Leringen van kerkpresidenten
Inleiding


Inleiding

Het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen hebben de reeks Leringen van kerkpresidenten uitgebracht zodat de leden van de kerk door de leringen van de profeten in deze bedeling hun begrip van de evangelieleer kunnen verdiepen en dichter tot de Heer komen. Met deze serie kunt u thuis een verzameling evangelische naslagwerken opbouwen.

Dit boek bevat de leringen van president Wilford Woodruff, die van april 1889 tot september 1898 president van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is geweest.

Individuele studie

Streef er bij uw studie van de leringen van president Wilford Woodruff naar inspiratie van de Geest te ontvangen. Denk aan de geïnspireerde belofte van Nephi: ‘Hij die ijverig zoekt, zal vinden; en de verborgenheden Gods zullen hun door de macht van de Heilige Geest worden ontvouwd’ (1 Nephi 10:19).

Aan het eind van elk hoofdstuk vindt u ‘Ideeën voor studie en onderwijs’. Door die vragen, ideeën en schriftverwijzingen zult u de woorden van president Woodruff gaan begrijpen en kunt u ze toepassen. Overweeg om ze door te nemen voordat u aan het hoofdstuk begint. Denk bij uw studie ook aan de volgende vragen:

  • Welk beginsel leert president Woodruff ons hier? Wat kan ik hieruit leren?

  • Wat betekenen president Woodruffs leringen voor mij? Wat heb ik in mijn taken thuis en in de kerk aan deze leringen?

  • Wat ga ik doen met wat ik leer?

Lesgeven met dit boek

Als u leerkracht bent in de ZHV, het ouderlingenquorum of de groep hogepriesters, krijgt u de gelegenheid om uit dit boek les te geven. De volgende richtlijnen zijn er om u te helpen.

Concentreer u op de woorden van president Woodruff en de Schriften

De Heer heeft ons geboden om bij het onderwijzen ‘geen andere dingen [te] zeggen dan hetgeen de profeten en apostelen geschreven hebben, en hetgeen [ons] door de Trooster geleerd wordt door het gelovige gebed’ (LV 52:9).

U kunt soms in de verleiding komen om dit boek terzijde te leggen en uw lessen te baseren op ander materiaal. Maar uw opdracht is anderen te helpen om het evangelie te leren aan de hand van de woorden van president Woodruff en de Schriften. Concentreer u in uw lessen op de uitspraken in dit boek en de bijbehorende schriftteksten aan het eind van elk hoofdstuk. Besteed een groot deel van de les aan het lezen en bespreken van de woorden van president Woodruff.

Moedig de leden in uw klas aan om de hoofdstukken van tevoren thuis te bestuderen en het boek op zondag mee naar de kerk te nemen. Als ze het materiaal van tevoren lezen, zijn ze beter voorbereid om aan de les deel te nemen en elkaar op te bouwen.

U openstellen voor de leiding van de Heilige Geest

Bid om hulp en bereid u ijverig voor, dan zal de Heilige Geest u leiden (zie Alma 17:2–3; LV 11:21; 42:14; 88:77–78). Door een stille, zachte stem in uw gedachten en uw hart zal Hij u helpen met het uitzoeken van uitspraken uit het boek waarmee u anderen kunt aanmoedigen om het evangelie te leren en na te leven.

Bid tijdens het onderwijzen dat de Geest uw woorden en de klassikale bespreking kracht bij zal zetten. Nephi heeft geschreven: ‘Wanneer een mens door de macht van de Heilige Geest spreekt, voert de macht van de Heilige Geest het tot het hart der mensenkinderen’ (2 Nephi 33:1; zie ook LV 50:13-22).

Stel een lesschema op

Als de Geest u lesideeën ingeeft, schrijf die dan op zodat u ze niet vergeet. Verwerk vóór de les alle ideeën tot een lesschema. U kunt eventueel de volgende vier eenvoudige stappen gebruiken:

  1. Bestudeer het hoofdstuk. Lees het hele hoofdstuk door en stel u op de hoogte van de leringen van president Woodruff. Volg de adviezen onder ‘Individuele studie’ op pagina V op.

  2. Kies onder gebed de passages uit die uw klas het meest van nut zullen zijn. Bestudeer het hoofdstuk ten minste nog één keer. Kijk vooral naar de subkopjes in vet, want die geven aan welke beginselen u uw klas dient bij te brengen. Vraag de Heer om u te leiden bij het kiezen van de uitspraken die de leden het beste die beginselen bijbrengen en laten toepassen. Omdat elk hoofdstuk meer informatie bevat dan u in één les kunt behandelen, moet u zich niet verplicht voelen om alle beginselen te behandelen of alle uitspraken te gebruiken.

  3. Bepaal hoe u de uitspraken behandelt. Hebt u eenmaal uitspraken gekozen, dan bent u klaar om te bedenken hoe u ze gaat behandelen. Bid, en streef daarbij naar inspiratie. Kijk ook aan het eind van het hoofdstuk naar de ideeën onder het kopje ‘Ideeën voor studie en onderwijs’. Bedenk dat de leden door uw onderwijs de woorden van president Woodruff moeten gaan bespreken, begrijpen en toepassen.

  4. Organiseer uw ideeën door de hoofdpunten op te schrijven. Met een lijst hoofdpunten kunt u uw ideeën rangschikken en wordt het makkelijker om de les te geven. Verdeel de hoofdpunten over drie onderdelen:

    • Inleiding. Bereid een korte inleiding voor om de woorden van president Woodruff onder de aandacht van de leden te brengen.

    • Bespreking leringen van president Woodruff. Schrijf op hoe u de gekozen uitspraken wilt behandelen. Dit onderdeel met uw lijst hoofdpunten kunt u eventueel dezelfde indeling geven als de vette subkopjes in het hoofdstuk.

    • Slot. Bereid u voor om de besproken beginselen kort samen te vatten en ervan te getuigen. U kunt ook anderen vragen om hun getuigenis te geven.

Een zinvolle discussie leiden

De Heer heeft als volgt de beginselen van doeltreffend onderwijs geopenbaard: ‘Wijst onder u een leraar aan, en laten niet allen tegelijkertijd spreken; maar laat één tegelijk spreken en laten allen luisteren naar wat hij zegt, opdat wanneer allen gesproken hebben, allen door allen opgebouwd zullen zijn, en opdat eenieder een gelijke gelegenheid zal hebben’ (LV 88:122). Met de volgende richtlijnen kunt u zinvolle discussies aanmoedigen en leiden:

  • Stel u open voor de leiding van de Heilige Geest. Hij kan u ertoe aanzetten om bepaalde vragen te stellen of bepaalde mensen bij de discussie te betrekken.

  • Zorg ervoor dat de leden in de klas zich concentreren op de leringen van president Woodruff. Laat hen zijn woorden voorlezen als aanzet tot de bespreking en om vragen te beantwoorden. Als er opmerkingen worden gemaakt die afwijken van het onderwerp, stuur de bespreking dan beleefd bij.

  • Getuig geregeld van de besproken waarheden. Vraag leden in de klas om ook hun getuigenis te geven.

  • Als het gepast is, kunt u over ervaringen vertellen die met de beginselen in het hoofdstuk te maken hebben. Moedig anderen aan om over hun eigen ervaringen te vertellen als de Heilige Geest ze daartoe aanzet.

  • Zeg niet te veel. Moedig de anderen aan om hun ideeën te spuien, vragen te stellen en elkaar iets te leren.

  • Wees niet bang voor stiltes. De leden in de klas hebben tijd nodig om na te denken of in hun boek te kijken voordat ze hun ideeën spuien, getuigenis geven of over hun ervaringen vertellen.

  • Toon waardering voor elke bijdrage aan de bespreking. Luister oprecht en probeer de opmerkingen te begrijpen. Bedank ieder voor zijn of haar bijdrage.

  • Als er meerdere ideeën gespuid worden, dan kunt u eventueel iemand vragen om de ideeën op het bord te schrijven.

  • Pas ervoor op om een goede bespreking af te breken om maar al het lesmateriaal te kunnen behandelen. Het gaat er vooral om dat de leden in de klas de Geest voelen en dat hun bereidheid om het evangelie na te leven toeneemt.

Goede vragen kunnen mensen aan het denken zetten, de bespreking bevorderen en ertoe leiden dat men de geleerde beginselen toepast. Aan het eind van elk hoofdstuk in dit boek vindt u onder ‘Ideeën voor studie en onderwijs’ nuttige vragen. Maak uitgebreid gebruik van die vragen. Zo nodig kunt u ook uw eigen vragen bedenken. Bedenk vragen die de leden ertoe aanzetten om de leringen van president Woodruff te onderzoeken, te analyseren en toe te passen. (Zie hieronder.)

Zoekvragen moedigen de leden in de klas aan om de uitspraken van president Woodruff te lezen en te bespreken. U kunt bijvoorbeeld vragen: ‘Wat kunnen we leren van president Woodruffs uitspraken over het uitdragen van het evangelie?’

Analysevragen zetten de leden in de klas ertoe aan om de leringen van president Woodruff te overpeinzen en hun begrip van de besproken evangeliebeginselen te vergroten. U kunt bijvoorbeeld na het behandelen van de hierboven genoemde zoekvraag de vraag stellen: ‘Waarom geeft zendingswerk zoveel vreugde?’

Toepassingsvragen laten de leden in de klas inzien hoe zij naar de leringen van president Woodruff kunnen leven. U kunt bijvoorbeeld vragen: ‘Wat kunnen we doen om het evangelie uit te dragen?’

Informatie over de in dit boek geciteerde bronnen

De leringen van president Woodruff in dit boek zijn rechtstreekse citaten uit zijn toespraken, dagboeken en andere publicaties. Citaten uit zijn dagboeken zijn voor publicatie in alinea’s ingedeeld. Behalve waar redactionele of typografische veranderingen noodzakelijk waren om de leesbaarheid te bevorderen, zijn de citaten identiek aan de bronteksten. Dergelijke redactionele ingrepen kunnen kleine inconsequenties tot gevolg gehad hebben.

President Woodruff verwees vaak met termen als mens of mensheid naar alle mensen, zowel man als vrouw. Ook gebruikte hij vaak het voornaamwoord hij om naar zowel man als vrouw te verwijzen. Zo sprak men nu eenmaal in zijn tijd. Ondanks de verschillen tussen die taalconventies en het huidige taalgebruik, zullen de lezers merken dat de leringen van president Woodruff zowel voor vrouwen als mannen waardevol zijn.