Seminarie en instituut
Les 9: ‘Zoek het koninkrijk van God’


Les 9

‘Zoek het koninkrijk van God’

Inleiding

Toen de profeet Jakob van het Boek van Mormon zijn volk aanmoedigde het koninkrijk van God te zoeken (zie Jakob 2:18), deed hij dat op een moment dat de zonden van hoogmoed, liefde voor rijkdommen, en onzedelijkheid een groot probleem vormden. Deze zonden zijn een bedreiging voor de eensgezindheid en vooruitgang van Gods koninkrijk op aarde. Het koninkrijk van God zoeken, betekent de naleving van het evangelie de hoogste prioriteit geven. Deze les zal de cursisten aanzetten om hun zonden te verzaken en het koninkrijk van God ijveriger te zoeken.

Achtergrondinformatie

Onderwijsideeën

Alma 7:14–16, 19, 21–24

Het Boek van Mormon leert ons om het pad naar Gods koninkrijk te volgen

Vraag de cursisten na te denken over zaken die regelmatig gecontroleerd dienen te worden om een goede werking te garanderen (bijvoorbeeld, de olie controleren van een auto of de batterijen van een rookdetector of voor controle naar een dokter of tandarts gaan).

  • Wat zijn de voordelen van deze regelmatige controles? (Wij kunnen problemen verhelpen en problemen of gevaren in de toekomst voorkomen.)

Leg uit dat wij zo ook consistent de toestand van ons geestelijk leven moeten bekijken om de zwakheden te beoordelen en gevaar te vermijden.

Vertel de cursisten dat toen Alma de jonge als hogepriester diende, hij de kerkleden in Gideon bezocht en hen ertoe aanzette om hun geestelijke gesteldheid te beoordelen. Vraag de cursisten Alma 7:19 in stilte te lezen en op de geestelijke gesteldheid van het volk uit Gideon te letten.

  • Hoe heeft Alma de geestelijke toestand van het volk van Gideon beschreven? (Het volk bevond zich ‘op het pad dat naar het koninkrijk van God voert’.)

Leg uit dat het ‘koninkrijk van God’ op zijn minst twee afzonderlijke betekenissen heeft — een aardse en een celestiale. Vraag een cursist om het volgende citaat van ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) van het Quorum der Twaalf Apostelen voor te lezen en verduidelijk dat in Alma 7:19 ‘het koninkrijk van God’ naar het celestiale koninkrijk verwijst:

Afbeelding
Ouderling Bruce R. McConkie

‘De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zoals die nu georganiseerd is, is het koninkrijk van God op aarde. […] In de eeuwige werelden, is het celestiale koninkrijk het koninkrijk van God. […] Het evangelie heeft als doel de mens voor te bereiden op een erfdeel in het celestiale koninkrijk van God.’ (Mormon Doctrine, 2e editie [1966], 415–417.)

Vraag de cursisten Alma 7:14–16 te lezen en te letten op wat Alma zijn volk opdroeg opdat zij het eeuwige leven konden beërven.

  • Waarom vroeg Alma volgens u de mensen zich te bekeren hoewel zij zich al op het pad van de gerechtigheid bevonden? (Het volk van Gideon moest op het pad van de gerechtigheid blijven.)

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Alma 7:21–24 voor te lezen. Vraag de klas te letten op daden en eigenschappen die ons helpen om het koninkrijk van God te beërven.

  • Wat moeten we doen en wat moeten we zijn om het pad te volgen dat ons naar het koninkrijk van God voert? Vat de antwoorden van de cursisten samen door het volgende beginsel op het bord te zetten: ( Door de beginselen van het evangelie na te leven, volgen we het pad naar het koninkrijk van God.)

Vraag de cursisten na te denken hoe hun daden hen in staat stellen om meer zoals Jezus Christus te worden en vooruitgang op de weg naar het koninkrijk van God te maken. Vraag hen hoe ze hun huidige vooruitgang inschatten.

1 Nephi 10:21; 2 Nephi 9:39; Jakob 2:12–14, 20–28; 3:10–12; Mosiah 2:20–25; 4:13, 21–26; 3 Nephi 12:27–30

Liefde voor rijkdommen, hoogmoed en onzedelijkheid weerhouden ons ervan om het koninkrijk van God te zoeken

Verduidelijk dat de profeten van God door het hele Boek van Mormon heen het volk hebben gewaarschuwd voor zonde. Bijvoorbeeld werd Jakob door God opgedragen om zijn volk te berispen voor zonden die ‘gruwelijk voor God’ waren (Jakob 2:5).

Schrijf de volgende verwijzingen op het bord: Jakob 2:12–14, Jakob 2:20–21 en Jakob 2:23–28. Vraag de cursisten deze passages vluchtig door te lezen en op de zonden te letten die Jakob heeft vermeld. Stel voor aan de cursisten dat zij woorden of zinsneden markeren die deze zonden beschrijven. Vraag de cursisten na verloop van voldoende tijd naar de zonden die Jakob in de passages besprak. Schrijf elke zonde die zij benoemen als volgt boven de bijbehorende verwijzing op het bord:

Liefde voor rijkdommen

Hoogmoed

Onzedelijkheid

Jakob 2:12–14

Jakob 2:20–21

Jakob 2:23–28

Laat een cursist Jakob 3:10–12 voorlezen en vraag de klas te letten op woorden en zinsneden die Jakob gebruikte om de ernst van de zonden van het volk aan te duiden.

  • Welke woorden of zinsneden tonen de ernst van de zonden van het volk aan?

  • Jakob gebruikte de zinsnede ‘de vreselijke gevolgen’ van zonde (Jakob 3:12). Vraag de cursisten Jakob 3:12 met 2 Nephi 9:39 en 1 Nephi 10:21 te vergelijken. Vraag een cursist om die verzen voor te lezen. Laat de klas letten op bijkomende gevolgen van zonde. Vraag de klas een waarheid uit deze passages te benoemen over hoe zonden zoals hoogmoed, onzedelijkheid en de liefde voor rijkdommen iemand kunnen beïnvloeden die het koninkrijk van God zoekt. (De cursisten horen een waarheid te noemen met een strekking zoals: zonde leidt tot de geestelijke dood en verhindert ons het koninkrijk van God in te gaan.)

Voeg de volgende Schriftuurplaatsen op het bord toe:

Liefde voor rijkdommen

Hoogmoed

Onzedelijkheid

Jakob 2:12–14

Mosiah 4:13, 21–26

Jakob 2:20–21

Mosiah 2:20–25

Jakob 2:23–28

3 Nephi 12:27–30

Vraag de cursisten een van de nieuwe passages te kiezen en te lezen. Vraag hen hoe ze de zonden van liefde voor rijkdommen, hoogmoed en onzedelijkheid kunnen vermijden. Geef de cursisten voldoende tijd en vraag ze dan naar hun bevindingen.

  • Hoe helpt de raad deze passages op te volgen een lid van de kerk om het koninkrijk van God te zoeken en de kerk van de Heer op deze aarde te versterken?

Mattheüs 6:33; Jakob 2:17–19

Wij dienen vóór alles het koninkrijk Gods te zoeken

Verduidelijk dat Jakob zijn volk niet alleen waarschuwde voor de liefde voor rijkdommen, hoogmoed en onzedelijkheid, maar ze ook de raad gaf om hun onrechtvaardige verlangens te overwinnen. Vraag een cursist Jacob 2:17–19 hardop voor te lezen terwijl de klas let op de raad die Jakob gaf.

  • Wat kunnen wij van de raad van Jakob leren waarmee wij zonde kunnen vermijden? (De cursisten dienen het volgende te vinden: God heeft ons bevolen vóór alles het koninkrijk Gods te zoeken.)

  • Wat betekent voor u ‘vóór alles het koninkrijk Gods te zoeken’?

Laat het volgende citaat van president Ezra Taft Benson (1899–1994) zien en door een cursist voorlezen:

Afbeelding
President Ezra Taft Benson

‘Wanneer wij God op de eerste plaats zetten, krijgt al het andere automatisch zijn juiste plaats of het verdwijnt uit ons leven. De aanspraken die er gemaakt worden op onze liefde, de eisen die er gesteld worden aan onze tijd, de belangen die wij nastreven en de volgorde van onze prioriteiten — onze liefde voor de Heer zal ze bepalen.’ (Leringen van kerkpresidenten: Ezra Taft Benson [2014], 42.)

  • Wat zijn enkele voorbeelden van zaken die ‘automatisch [hun] juiste plaats [krijgen] of [ze] verdwijn[en] uit ons leven’ wanneer wij God op de eerste plaats stellen?

  • Wat is een voorbeeld van iets dat de juiste plaats heeft gekregen of uit uw leven is verdwenen nadat u onze hemelse Vader en zijn koninkrijk op de eerste plaats hebt gesteld?

  • Wat is het effect van God op de eerste plaats stellen als wij worden verleid door hoogmoed, liefde voor rijkdommen, onzedelijkheid of andere zonden?

Laat een cursist Mattheüs 6:33 voorlezen. Vertel de cursisten dat de Bijbelvertaling van Joseph Smith het volgende vermeldt: ‘Daarom, zoek niet de dingen van deze wereld, maar streef er eerst naar het koninkrijk van God op te bouwen en zijn gerechtigheid te vestigen, en al deze dingen zullen u toegevoegd worden’ (Bijbelvertaling van Joseph Smith, Mattheüs 6:38 [in Mattheüs 6:33, voetnoot a]).

Toon het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks, lid van het Quorum der Twaalf Apostelen:

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

‘Streef [er]naar […] eerst het koninkrijk van God opbouwen [wat] betekent dat God en zijn werk onze eerste prioriteit zijn. Het werk van God is de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen (zie Mozes 1:39), en alles wat daarmee te maken heeft. […] Al het andere is minder belangrijk. […] Iemand heeft gezegd: “Als we het koninkrijk Gods niet op de eerste plaats zetten, zal het uiteindelijk niet uitmaken wat we ervoor in de plaats hebben gekozen.’ (‘Focus en prioriteiten’, Liahona, juli 2001, 100–101.)

  • Hoe kan een jongvolwassen lid van de kerk ‘het koninkrijk van God opbouwen’?

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Afbeelding
Ouderling Robert D. Hales

‘Door voor [Gods] koninkrijk te kiezen, onderscheiden wij ons van de wereld, zonder ons te isoleren. Onze kleding is fatsoenlijk, onze gedachten zijn rein, onze taal is netjes. De films en televisieprogramma’s die we bekijken, de muziek waarnaar we luisteren, de boeken, tijdschriften en kranten die we lezen, zijn opbouwend. We kiezen vrienden die achter onze eeuwige doelen staan, en we behandelen anderen vriendelijk. We mijden de ondeugden van onzedelijkheid, gokken, tabak, drank en drugs. Onze zondagse activiteiten weerspiegelen het gebod van God om de sabbatdag te gedenken en heilig te houden. We volgen het voorbeeld van Jezus Christus door de manier waarop we anderen behandelen. We leven dusdanig dat we het waardig zijn om het huis van de Heer te betreden.’ (Zie ‘Het doopverbond: in het koninkrijk en van het koninkrijk zijn’, Liahona, januari 2001, 9.)

  • Op welke manieren kan het koninkrijk van God zoeken elk aspect van ons leven ingrijpend beïnvloeden?

  • Hoe heeft het koninkrijk van God zoeken uw leven, of het leven van een familielid of kennis beïnvloed?

Moedig de cursisten aan te bedenken wat ze kunnen doen om voortdurend het koninkrijk van God te zoeken. Moedig hen aan naar de influisteringen van de Geest te luisteren en op te schrijven wat zij willen doen. Getuig van de zegeningen die komen van God op de eerste plaats te zetten.

Leesstof voor de cursisten