2021
Het goede in onszelf onderscheiden
September 2021


Jongvolwassenen

Het goede in onszelf onderscheiden

De auteur woont in Utah (VS).

Hoe zou je de gave van onderscheid definiëren? Tot voor kort miste ik een van de essentiële doelen van deze gave.

Afbeelding
woman looking away against background of sea and sky

Foto-illustratie, Getty Images

Gedurende het grootste deel van mijn leven heb ik de gave van onderscheid gedefinieerd als het vermogen om goed van kwaad, en waarheid van dwaling te onderscheiden. Hoewel dat een belangrijk deel van de gave is, heb ik onlangs ontdekt dat er nog meer is.

Ik vond een pareltje in de voetnoten van een toespraak die op de algemene aprilconferentie van 2020 werd gehouden. Een spreker citeerde president Stephen L Richards (1879–1959), voormalig eerste raadgever in het Eerste Presidium: ‘De hoogste vorm van onderscheid houdt in dat we in anderen hun betere eigenschappen, het goede dat hen eigen is, waarnemen en aan het licht brengen.’1

Klinkt dat niet als poëzie?

De Heilige Geest kan ons helpen om het goede dat anderen eigen is te ontdekken. Dat beginsel sprak me zo aan dat ik meer wilde weten. Ik ontdekte dat ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen ook heeft gezegd dat de gave van onderscheid ons helpt ‘het goede dat in ons verborgen kan zijn, te vinden en naar voren te brengen’.2

Sinds die ontdekking ben ik gaan beseffen hoe belangrijk dit deel van de gave van onderscheid is. We moeten de goede eigenschappen in onszelf ontdekken, zodat we die kunnen ontwikkelen. Als we dat doen, zullen we ons meer voelen en gedragen als de kinderen van God die we werkelijk zijn. (Zie Psalmen 82:6; Mosiah 5:7; Moroni 7:19.)

Hoe kunnen we beginnen om het goede in onszelf te vinden? Hieronder staan enkele manieren om dat te doen.

Concentreer je op het gebruik van je sterke punten om iets voor een ander te betekenen

We leren in de kerk dat iedereen bepaalde gaven van God heeft (zie Leer en Verbonden 46:11) – en het is niet ijdel om aan je eigen gaven te denken. De Heer heeft het ons in feite gevraagd! In de Schriften staat duidelijk: ‘Daarom […] moet u ernstig naar de beste gaven streven, steeds bedenkend waarvoor ze gegeven worden’ (Leer en Verbonden 46:8; cursivering toegevoegd).

Als we ons meer bewust worden van onze gaven of talenten, is het goed als we manieren vinden om ze voor het nut van anderen te gebruiken.

Eén van de manieren waarop je kunt vaststellen wat je gaven zijn, is door er met iemand over te praten die je vertrouwt! Vraag die persoon wat je sterke punten zijn. Als je net als ik bent, vind je dat misschien vreemd. Maar bedenk dat het hier niet om ijdelheid gaat; je probeert erachter te komen wat voor kenmerken of eigenschappen jij je broeders en zusters in de wereld kunt bieden (zie Mosiah 8:18).

Zo vertelde een vriendelijke buurvrouw mij ooit dat ik een gave heb om mensen op hun gemak te stellen. In plaats van de opmerking als een beleefd compliment af te doen, begon ik bewuster op die gave te letten. Toen ik dat deed, besefte ik dat mijn hemelse Vader mij kon helpen mijn sociale vaardigheden te gebruiken om vriendschap met anderen te sluiten en voor meer mensen iets te betekenen.

Wanneer we onze gaven herkennen, kunnen we er bewust voor kiezen om ze ten behoeve van anderen te gebruiken (zie Leer en Verbonden 82:18).

Bestudeer je patriarchale zegen

Afbeelding
a young woman reading her patriarchal blessing

Foto, Judith Ann Beck

Met onze patriarchale zegen kunnen we ook heel goed onze unieke gaven van God herkennen. Ouderling Larry R. Lawrence, emeritus lid van de Zeventig, heeft gezegd: ‘De Geest kan ons onze zwakheden tonen, maar Hij is ook in staat om ons onze sterke kanten te tonen. […] Als we onze patriarchale zegen lezen, worden we eraan herinnerd dat onze hemelse Vader ons goddelijke potentieel kent.’3

En wanneer je jouw patriarchale zegen bestudeert, kun je je beter op de ontwikkeling van de eigenschappen concentreren waarmee je je potentieel kunt bereiken.

In mijn geval stel ik me vaak voor wat voor moeder ik ooit wil worden. Zonder het te beseffen, raak ik verstrikt in de gedachte dat een goede moeder fit, georganiseerd en mooi is, en dat het brood dat ze bakt de afgunst van de ZHV van haar wijk opwekt. Hoewel die dingen op zich niet slecht zijn, heb ik door het bestuderen van mijn patriarchale zegen geleerd dat de Heer het belangrijker vindt dat ik een aardige en barmhartige moeder ben. Voor mij zijn dat de christelijke eigenschappen die ik het liefst wil ontwikkelen.

Gedenk en bezin tijdens het avondmaal

Afbeelding
bread being broken for sacrament

Foto, Jerry Garns

Het avondmaal is de tijd om aan de Heiland te denken. Het is ook een tijd om na te denken in hoeverre we meer op Hem gaan lijken. Terwijl je je inherente goede eigenschappen probeert te ontdekken, en elke week terugkijkt op je prestaties, ervaringen en sociale contacten, kun je bepaalde momenten herkennen waarop je gaven duidelijk werden.

President Henry B. Eyring, tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Als u tijdens het avondmaal uw leven onder de loep neemt, hoop ik dat u zich niet alleen op uw fouten concentreert. Denk ook aan de goede dingen die u doet. Denk aan de momenten waarop u gevoeld hebt dat onze hemelse Vader en de Heiland tevreden over u waren. U kunt God tijdens het avondmaal vragen om u die dingen te laten inzien.’4

Hieronder staan enkele vragen die je jezelf of God tijdens het avondmaal kunt stellen:

  • In welke opzichten heb ik deze week het voorbeeld van Christus gevolgd?

  • Wie heb ik gediend?

  • Wanneer heb ik deze week de Geest gevoeld? Hoe kwam dat?

  • Welke christelijke eigenschap probeer ik te ontwikkelen? Hoe gaat dat?

  • Is er iets waarvoor ik om hulp moet bidden?

  • Is er iemand die ik moet vergeven?

  • Is er een probleem, klein of groot, waarmee onze hemelse Vader en Jezus Christus mij deze week hebben geholpen?

Als ik tijdens het avondmaal over de goedheid van God nadenk en mijn leven evalueer, in plaats van me alleen maar op mislukkingen en gebreken te concentreren, kan ik op Hem vertrouwen.

Maak je roeping groot

Wij krijgen een roeping met een reden, ook al weten wij die reden eerst niet.

Ik ben ooit als lid van het ZHV-presidium van mijn wijk voor jonge alleenstaanden geroepen. Ik was aanvankelijk enthousiast. Maar na enkele maanden raakte ik ontmoedigd. Ik zag geen geestelijke groei bij de zusters die ik probeerde te dienen. Mijn pogingen om ze te bezoeken en vriendschap met ze te sluiten, liepen op niets uit.

Op een zondag kreeg ik het gevoel dat mij de geestelijke gaven ontbraken die iemand nodig heeft om anderen goed te dienen. Ik bad tijdens het avondmaal om de verzekering dat ik in staat was om mijn roeping te vervullen. Ik kreeg het gevoel dat ik om een priesterschapszegen moest vragen.

Ik sprak met de bisschop, en toen hij zijn handen op mijn hoofd legde, zei hij: ‘Onze hemelse Vader waardeert het dat je zo vriendelijk voor anderen bent.’

Ik werd door de Geest vervuld en voelde dat de Heer tevreden met mijn inspanningen was. Ik voelde dat ik toch wel enkele gaven had die nodig zijn om liefdevol te dienen. Ik had op mijn mislukkingen gelet in plaats van op mijn successen.

Je roepingen zijn goede mogelijkheden om je geestelijke gaven te ontdekken en te gebruiken.

Begin er nu mee

We hoeven niet te wachten om het goede in onszelf te ontdekken.

President Dieter F. Uchtdorf heeft als tweede raadgever in het Eerste Presidium gezegd:

‘We zijn soms ontmoedigd omdat we “meer” van iets wensen – meer geestelijkheid, respect, intelligentie, gezondheid, rijkdom, vriendelijkheid of capaciteiten. […]

‘Ik ben er achtergekomen dat we niet eerst ergens “meer” van hoeven te hebben om aan de persoon te gaan werken die God voor ogen heeft.’5

We kunnen met een gebed beginnen. Vertel je hemelse Vader hoe jij je nu voelt, en hoe je over jezelf wilt denken. Vraag vooral om de gave van onderscheid zodat je je eigen goedheid zult herkennen. Door zulke gebeden heb ik enkele van de mooiste momenten van mijn leven meegemaakt. Ik geloof dat onze hemelse Vader ons alles wil laten zien dat Hij ziet.

Omdat wij kinderen van God zijn, zijn we voorbestemd voor grootsheid (zie Leer en Verbonden 78:17). Door de gave van onderscheid kunnen we dat zelf te weten komen.

Noten

  1. Zie Stephen L Richards, in Douglas D. Holmes, ‘Diep in ons Hart’, Liahona, mei 2020, 25–26.

  2. David A. Bednar, ‘Quick to Observe’ (devotional aan de Brigham Young University, 10 mei 2005), 5, speeches.byu.edu; cursivering toegevoegd.

  3. Larry R. Lawrence, ‘Wat ontbreekt mij nog?’, Liahona, november 2015, 35.

  4. Henry B. Eyring, ‘Hem altijd indachtig zijn’, Liahona, februari 2018, 5.

  5. Dieter F. Uchtdorf, ‘Het werkt uitstekend!’, Liahona, november 2015, 22–23.