2020
Apostelen brengen boodschap van hoop
Oktober 2020


Apostelen brengen boodschap van hoop

Kerkleiders leggen uit hoe we dicht bij God kunnen blijven, liefdevol dienen en, ondanks een pandemie, geduldig voorwaarts gaan.

Afbeelding
women holding out their arms

Foto, Getty Images

In reactie op de wereldwijde uitbraak van het virus verbieden overheden grootschalige evenementen en worden verplichte quarantaines ingevoerd. Scholen zijn dicht, kerkelijke leiders annuleren kerkdiensten, en wie zich buiten waagt is verplicht een mondkapje te dragen.

Het is 1919. De heersende grieppandemie die het jaar voordien is begonnen, zal tientallen miljoenen levens eisen.1 De nieuwe profeet van de kerk, president Heber J. Grant (1856–1945), is in november 1918 aangesteld, maar de steunverlening vindt pas in juni 1919 plaats, omdat de algemene aprilconferentie is uitgesteld.

In zijn bediening na die en andere moeilijke tijden, geeft president Grant raad die naadloos op onze tijd aansluit: ‘We zijn op aarde om in dit sterfelijk leven kennis, wijsheid en ervaring op te doen, lessen te leren, pijn te ondergaan, verleidingen te weerstaan en overwinningen te behalen.’ Op basis van de kennis die hij in het louterend vuur van persoonlijke ervaringen heeft opgedaan, voegt hij er aan toe: ‘Ik weet dat de heiligen in een uur van tegenspoed als geen ander volk getroost en gezegend worden!’2

In ons huidige ‘uur van tegenspoed’ met het nieuwe coronavirus putten we troost en moed uit het herstelde evangelie van Jezus Christus. Weten dat onze hemelse Vader van zijn kinderen houdt en dat Hij in onze tijd profeten en apostelen heeft geroepen om ons door de stormen van het leven te leiden, is een grote zegen.

Verschillende leden van het Quorum der Twaalf Apostelen hebben ons er onlangs in interviews aan herinnerd dat we vreugde kunnen blijven voelen en hoop op de toekomst kunnen blijven hebben, ongeacht wat er om ons heen gebeurt.3

Afbeelding
couple on computer

Foto, Welden C. Andersen

Het werk gaat voorwaarts

Ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) heeft de kerk eens met ‘een grote karavaan’ vergeleken, die ondanks tegenwerking verder trekt.4 Ouderling David A. Bednar schrijft de gestage opmars van de karavaan toe aan de geïnspireerde voorbereiding van de kerk en haar verleden met tegenspoed.

‘“Geen onheilige hand kan de vooruitgang van het werk stuiten”,5 en ook geen enkele pandemie zal dit werk tegenhouden’, zegt hij. ‘Ondanks alle problemen die door het virus op ons afkomen, gaat het werk gewoon verder. […] We weten niet hoelang het zal duren, maar we zullen het klaren. Misschien kunnen we ons oude levenspatroon nooit meer oppakken, maar veel van de aanpassingen en veranderingen zullen zeer positief zijn.’

Ouderling Quentin L. Cook zegt dat de geïnspireerde voorbereiding van de kerk onder meer bestaat uit de nadruk op sabbatheiliging, de versterking van Melchizedekse-priesterschapsquorums en zustershulpverenigingen, de verschuiving naar bediening, en de introductie van Kom dan en volg Mij, de video’s over het Boek van Mormon, en het programma Kinderen en jongeren.

‘We zullen hierop terugblikken als een fundamenteel belangrijke voorbereidingstijd en niet alleen iets wat we hadden te doorstaan’, zegt hij.

President M. Russell Ballard, waarnemend president van het Quorum der Twaalf Apostelen, is het daarmee eens. Ondanks de tijdelijke sluiting van tempels en kerken hebben de kerkleden de geestelijke middelen die ze nodig hebben voor hun vooruitgang.

President Ballard weet nog precies wat hij voelde toen hij op 7 december 1941 uit de kerk thuiskwam en te horen kreeg dat Pearl Harbor was aangevallen, en dat de Verenigde Staten op het punt stonden bij de Tweede Wereldoorlog betrokken te raken. Zoals veel mensen nu, maakte hij zich zorgen over de toekomst en vroeg hij zich af of zijn eigen toekomst niet in duigen lag.

‘Maar dat was niet het geval’, zegt hij. Net zoals de vrije landen in de wereld die de oorlog wonnen, zal de wereld de oorlog tegen het coronavirus winnen. ‘Alles komt in orde als we ons hart op onze Vader in de hemel richten en op Hem en de Heiland, de Verlosser van alle mensen vertrouwen.’

Nog een manier waarop de kerk vooruitgang boekt, is door middel van haar zendingswerk, dat inspeelt op de veranderde omstandigheden. Ouderling Dieter F. Uchtdorf zegt dat kerkleiders, nog voordat COVID-19 het zendingswerk begon te verstoren, naar nieuwe manieren keken om het evangelie te verspreiden. Die verstoring maakte het noodzakelijk om duizenden zendelingen naar hun eigen land te verplaatsen, vervroegd te ontheffen of aan een ander zendingsgebied toe te wijzen.

‘Door COVID-19 kwam ons denken in een enorme stroomversnelling terecht. Onze ogen werden zogezegd geopend.’ Als gevolg daarvan openen de technologie en sociale media nu deuren die voorheen gesloten bleven, zoals van beveiligde woonomgevingen, ontoegankelijke woningen en appartementencomplexen.

‘Het zendingswerk zal blijven floreren, ondanks de pandemie’, voegt ouderling Uchtdorf eraan toe. ‘We leren hoe we het zendingswerk kunnen verbeteren, niet alleen voor nu, maar ook voor de toekomst. De Heer heeft beloofd zijn werk te bespoedigen tot zegen van al Gods kinderen (zie Leer en Verbonden 88:73). Ik heb het gevoel dat we midden in dit proces zitten, nu we deze moeilijke tijd doormaken. Onze dierbare zendelingen zijn de pioniers van onze tijd. Ze banen een nieuw pad voor de verspreiding van het evangelie, met nieuwe werkwijzen die passen bij onze omstandigheden, zodat de Kerk van Jezus Christus zal blijven “voortrollen totdat [z]ij de gehele aarde heeft vervuld”’ (Leer en Verbonden 65:2).

Niet alleen de manier waarop het evangelie wordt verkondigd, is nieuw. Mensen openen ook hun hart, omdat moeilijke tijden vaak verootmoediging in de hand werken en mensen zich dan tot God wenden, zegt ouderling D. Todd Christofferson.

‘Ze staan er meer voor open. Misschien zien ze in dat een vette bankrekening niet genoeg is. Misschien houdt het leven toch meer in dan gedacht.’

Ouderling Christofferson moedigt de kerkleden aan om op zoek te gaan naar zendingsmogelijkheden. Deel bijvoorbeeld evangeliegerelateerde boodschappen en memes via sociale media, help de voltijdzendelingen met het begeleiden van mensen die ze online onderwijzen en blijf in contact met mensen die zij niet geregeld kunnen opzoeken.

Sociale afstand en geestelijke afstand

Een andere manier waarop de kerk vooruitgang boekt, is de geestelijke reactie van heiligen der laatste dagen op tijdelijke obstakels zoals COVID-19. We beschermen onze lichamelijke gezondheid door afstand van anderen te houden, maar we beschermen onze geestelijke gezondheid door dichter tot onze Vader in de hemel en zijn Zoon te naderen. De COVID-19-pandemie heeft veel kerkleden de mogelijkheid geboden om hun geestelijke bescherming te vergroten door de raad van president Russell M. Nelson op te volgen en naar de Heer te luisteren.

‘Onze Vader weet dat we in tijden van grote angst en onzekerheid het beste naar zijn Zoon kunnen luisteren’, sprak president Nelson in de afgelopen algemene aprilconferentie. Hij voegde daaraan toe: ‘Als discipel van Jezus Christus moeten we Hem steeds doelbewuster proberen te horen. We zullen ons steeds bewust moeten inspannen om ons dagelijks met zijn woorden, zijn leringen, zijn waarheden te vullen.’6

Ouderling Cook zegt: ‘Hoewel we de opschorting van de kerkelijke bijeenkomsten, de sluiting van de tempels of het verlies van banen niet toejuichen, biedt meer tijd thuis wel de kans om na te denken over ontwaken tot God’ (zie Alma 5:7). ‘Misschien kunnen de recente ontwikkelingen als een geestelijke alarmbel voor ons werken, zodat we ons concentreren op de zaken die het belangrijkst zijn. In dat geval zal het een grote zegen zijn om ons in deze periode te richten op zaken die we kunnen perfectioneren en op anderen die we tot zegen kunnen zijn, doordat we tot God ontwaken en op het verbondspad voortgaan.’

Ouderling Jeffrey R. Holland voegt daaraan toe: ‘Deze tijd dwingt ons in onze ziel te kijken, om te zien of het ons bevalt wat we daar zien. Dan zullen [we] nadenken over wie [we] werkelijk zijn en wat echt belangrijk is.’

Zulke tijden zetten ons er ook toe aan om ons geloof, onze dienstbaarheid en onze dankbaarheid te vergroten, en daarmee ‘onze afhankelijkheid van God en zijn zegeningen, die we zo vaak als vanzelfsprekend beschouwen, te overwegen. We zijn het aan onze Vader in de hemel verplicht om iets dankbaarder te zijn, en die dankbaarheid iets meer uit te spreken, en iets meer geneigd te zijn om te beseffen hoeveel problemen door God, engelen, verbondsbeloften en gebed worden opgelost.’

En als middelpunt van onze dankbaarheid is er het zegenrijke besef ‘hoe barmhartig de Heer jegens de mensenkinderen is geweest vanaf de schepping van Adam tot op [dit] tijdstip’ (Moroni 10:3). Leden van het Quorum der Twaalf hebben gezegd dat wanneer ons wordt opgedragen ‘binnen te blijven’, we het voorbeeld van Nephi en Alma kunnen volgen door voor ogen te houden dat Hij ‘op wie [we hebben] vertrouwd’, de Heiland Jezus Christus, ‘[ons] steeds [zal] bevrijden’ (2 Nephi 4:19; Alma 36:27). Laten we ook niet vergeten wat de apostel Paulus heeft geschreven, namelijk dat niets ons kan ‘scheiden van de liefde van Christus’ (zie Romeinen 8:35).

De Heer Jezus Christus ‘is onze ultieme toevlucht’ (zie Psalmen 61:1–4), zegt ouderling Holland. ‘Wat er ook gebeurt, we zullen nooit worden gescheiden van de liefde en het gezelschap van de Heiland, zelfs als we dat op dat moment niet beseffen. De Geest laat Zich niet tegenhouden door een virus, door landsgrenzen of door medische prognoses.’

Afbeelding
woman on a walk talking to women at window

Foto, Getty Images

‘Doe iets liefs’

Toen ouderling Christofferson onlangs een rapport van een kerkelijk comité las, raakte hij bezorgd over de gevolgen die het ‘verplichte huisarrest’ kan hebben voor alleenstaande leden van de kerk, zowel jong als oud.

‘Verplicht huisarrest kan leiden tot eenzaamheid, en eenzaamheid kan de lichamelijke en geestelijke gezondheid aantasten’, zegt hij. ‘Om dat tegen te gaan, raden sommige pleitbezorgers van de volksgezondheid aan dat wie eenzaamheid ervaren, op zoek gaan naar manieren om “iets liefs” voor iemand te doen.’

Heiligen der laatste dagen kunnen hun medemens dienen, helpen en opbeuren, vooral wie eenzaam zijn, volgens ouderling Christofferson. Eenzame leden die anderen dienen, doorbreken daarmee ook hun eigen isolement.

‘Concentreer u op uw bediening’, zegt hij. ‘We kunnen veel doen voor elkaar zodat we het gevoel hebben dat we erbij horen, dat we broeders en zusters zijn. Dit is een tijd waarin het ouderlingenquorum en de zustershulpvereniging echt tot hun recht kunnen komen en voorzien in wat alleen zij kunnen bieden door de unieke wijze waarop ze georganiseerd zijn.’

En in plaats van iemand altijd maar berichtjes te sturen, stelt hij dit voor: ‘Ik denk dat het heel gezond is om iemand eens te bellen, met die oude technologie die we telefoon noemen. Bel gewoon om over en weer te praten. Laat ze je stem horen.’

Die kleine moeite om iemand te bellen, kan een groot verschil maken en iemands dag opvrolijken op een manier waarvan we ons misschien niet bewust zijn. ‘Onze bediening is hard nodig voor mensen die in thuisisolatie zijn’, zegt ouderling Cook.

Ouderling Holland stelt voor: ‘We zouden een deel van onze dag moeten wijden aan communiceren met mensen die een opkikker nodig hebben. Uiteraard kikkeren wij er ook van op, dus dan wordt iedereen erdoor “verhoogd” (3 Nephi 27:14, 15), wat volgens de Heiland de reden was waarvoor Hij naar de aarde was gezonden.’

Een andere manier waarop we onszelf en anderen kunnen verhogen, is ons voorbereiden op de dag dat de tempels weer opengaan. Tempelsluitingen – vanwege een pandemie, renovatie of schoonmaak – ‘bieden een prachtige gelegenheid om u te verdiepen in familiehistorisch onderzoek, indexering en hoe u namen, heel veel namen, kunt klaarmaken. Zo hebt u op de dag dat de tempel weer opengaat, voldoende namen om voor te werken’, zegt ouderling Bednar.

‘En of de tempels nu open of gesloten zijn,’ liet hij erop volgen, ‘de kerkleden dienen de tempel altijd waardig te blijven en in het bezit te zijn van een geldige tempelaanbeveling.’

Wat de Heer wil dat we leren

Zoals ouderling Bednar aangeeft, zou niemand vrijwillig voor de COVID-19-pandemie gekozen hebben, maar toch worden we in deze laatste dagen met een heuse plaag geconfronteerd.

‘Met het eeuwige perspectief dat het herstelde evangelie biedt en de genade die uit de verzoening van de Heiland voortkomt, kunnen we lessen leren uit tegenspoed die ons voorbereiden op de zegeningen van de eeuwigheid’, zegt hij. ‘We moeten bidden. We moeten zoeken. We moeten vragen. We moeten ogen hebben om te zien en oren om te horen. We kunnen rijkelijk gezegend worden door lessen te leren die ons nu en voor altijd tot zegen zijn.’

‘Door de ingrijpende invloed van COVID-19 op het gezinsleven beseffen mensen nu hoe belangrijk het is om meer zorg aan anderen te besteden’, zegt president Ballard.

‘Het begint nu echt tot ons door te dringen hoe waardevol ons gezin is, hoe waardevol onze buren zijn en hoe waardevol onze kerkleden zijn. We leren nu zaken die een beter mens van ons maken.’

En wat kunnen we verwachten als de huidige storm is gaan liggen? ‘Meer van hetzelfde’, zegt ouderling Uchtdorf. Gods kinderen, zowel binnen als buiten de kerk, blijven met beproevingen te maken krijgen.

‘Wij leven in een tijd waarin we moeten leren’, zegt hij. ‘En de belangrijkste les die we kunnen leren is dat het antwoord op komende beproevingen ook op de huidige beproeving het antwoord is, namelijk het evangelie van Jezus Christus.’

Ouderling Holland zegt dat heiligen der laatste dagen het herstelde evangelie van Jezus Christus tot hun beschikking hebben, waarmee ze kunnen leren positief en optimistisch te zijn. Laten ze zich voornemen zoveel mogelijk hun best te doen en de Heer op zijn woord te geloven: ‘Laten wij blijmoedig alle dingen doen die binnen ons vermogen liggen, en mogen wij dan met het volste vertrouwen stilhouden om het heil van God te zien, en in afwachting van de openbaring van zijn arm’ (Leer en Verbonden 123:17).

‘Er is veel om blij over te zijn als we ons geloof puur maken, meer op de Heer vertrouwen, en het wonder van zijn bevrijding zien’, aldus ouderling Holland.

Noten

  1. Zie William G. Hartley, ‘The Church Grows in Strength’, Ensign, september 1999, 35.

  2. Zie Leringen van kerkpresidenten: Heber J. Grant (2002), 50, 49.

  3. Zie Russell M. Nelson, ‘Vreugde en geestelijk overleven’, Liahona, november 2016, 82.

  4. Bruce R. McConkie, ‘The Caravan Moves On’, Ensign, november 1984, 85.

  5. Joseph Smith, History of the Church, deel 4, 540.

  6. Russell M. Nelson, ‘Hoor Hem’, Liahona, mei 2020, 89.