2020
De cruciale rol van het priesterschap in de herstelling
Juni 2020


De cruciale rol van het priesterschap in de herstelling

Zonder de terugkeer van het priesterschap zou de herstelling niet mogelijk geweest zijn.

Afbeelding
statue of Joseph Smith

Joseph Smith had in de bijna tien jaar tot april 1829 al verscheidene keren bezoek uit de hemel gekregen. De Vader en de Zoon verschenen in 1820 aan hem in een bos nabij zijn huis toen hij 14 was (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:5–17).1 De engel Moroni bezocht hem voor het eerst in 1823, waarna hij Joseph tot in 1827 jaarlijks kwam bezoeken en van instructies voorzag. In dat jaar kreeg Joseph de oude kronieken die op platen waren geschreven, waaruit later het Boek van Mormon voortkwam (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:30–54).

Maar Joseph kreeg echter, nadat hij de platen in bezit had gekregen, ruim anderhalf jaar met tegenslagen te maken die de vertaling van de kroniek vertraagden, zoals pesterijen van mensen uit de omgeving, wisselende schrijvers en het verlies van een gedeelte van het manuscript. Dat was een frustrerende en moeilijke tijd voor Joseph. (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:58–62; Leer en Verbonden 3.)

Maar alles veranderde in april 1829 met de komst van onderwijzer Oliver Cowdery, die Josephs vaste schrijver werd. De vertaling van het Boek van Mormon verliep daarna met rasse schreden.

Joseph was in het najaar van 1828 heel druk bezig op zijn boerderij in Harmony (Pennsylvania) om in het onderhoud van zijn gezin te voorzien, maar in 1829 richtte hij zijn volle aandacht op de vertaling van het Boek van Mormon. Josephs echtgenote, Emma, en zijn broer Samuel fungeerden voor een korte periode als schrijver. In diezelfde periode huurde Oliver Cowdery een kamer in het huis van Josephs ouders in New York.

Oliver raakte door de verhalen over de platen en de vertaling geïntrigeerd, en wilde weten of die dingen van God afkomstig waren. Joseph heeft opgetekend: ‘Toen hij op een avond op bed lag, riep hij de Heer aan om te weten of deze dingen zo waren, en de Heer maakte hem bekend dat ze waar waren.’2

Oliver ondernam meteen de reis van 225 kilometer naar Harmony om Joseph te ontmoeten. Oliver was een antwoord op Josephs gebeden. Twee dagen na hun ontmoeting in april werd de vertaling van het Boek van Mormon in rap tempo hervat. Het proces nam daarna naar schatting nog maar 60 tot 65 werkdagen in beslag, wat verbluffend is te noemen. De hele vertaling was op 30 juni af.

De profeet Joseph meende wellicht dat zijn hele werk, zijn door de engel voorgeschreven hemelse opdracht om de oude kroniek te vertalen en te publiceren, er daarmee bijna op zat. De profeet had toen nog geen vermoeden dat zijn fundamentele rol in de herstelling van het evangelie van Jezus Christus niet ten einde liep, maar net was begonnen.

Er zijn in de geschiedenis maar weinig gebeurtenissen die kunnen tippen aan het belang van wat er in het voorjaar van 1829 heeft plaatsgevonden. Oliver Cowdery heeft dit opmerkelijke hoofdstuk van de herstelling beschreven als ‘dagen om nooit te vergeten’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:71, noot). De vertaling van het Boek van Mormon was al een wonder, maar er verschenen ook spoedig engelen die priesterschapsgezag aan Joseph en Oliver verleenden. In deze tijd van openbaring rondom de vertaling en de herstelling werd Josephs blik verruimd en werd de weg gebaand voor de formele oprichting van de kerk een jaar later.

Afbeelding
Joseph baptizing Oliver

JOSEPH SMITH DOOPT OLIVER COWDERY, Del Parson

Herstelling van het Aäronisch priesterschap

Gedurende de vertaling van het Boek van Mormon kwamen Joseph en Oliver talloze passages over doop en gezag tegen. Joseph had eerder de boodschap gekregen dat ‘de Heer het heilige priesterschap aan enkelen [zou] geven.’3 Joseph en Oliver gingen op 15 mei 1829 naar een afgelegen plek in een esdoornbos ‘om in gebed de Heer te vragen wat zijn wil voor mij was’.4

Terwijl ze baden, schonk de stem van de Verlosser hun vrede in hun gemoed, ‘terwijl de sluier werd geopend en de engel van God, met heerlijkheid bekleed, naar beneden kwam en de boodschap bracht waarnaar wij zo verlangend hadden uitgezien, alsmede de sleutels van het evangelie van bekering’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:71, noot). De engel zei dat hij Johannes was, ‘dezelfde die in het Nieuwe Testament Johannes de Doper wordt genoemd, en dat hij handelde in opdracht van Petrus, Jakobus en Johannes’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:72).

Joseph en Oliver knielden, waarna de herrezen Johannes zijn handen op hun hoofd legde en ze het Aäronisch priesterschap verleende, ‘dat de sleutels omvat van de bediening van engelen en van het evangelie van bekering en van de doop door onderdompeling tot vergeving van zonden’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:69; zie ook Leer en Verbonden 13:1). Ze kregen de belofte dat hun ‘te zijner tijd’ meer priesterschapsgezag zou worden verleend. Joseph werd ‘de eerste ouderling van de kerk […] genoemd en hij (Oliver Cowdery) de tweede’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:72). Ze kregen ook de opdracht om elkaar te dopen – Joseph moest eerst Oliver dopen en daarna Oliver Joseph.

Het tweetal begaf zich die dag nog ‘naar het water’ langs de oever van de Susquehanna om zich te laten dopen. Zij waren ‘gedwongen het feit dat [zij] het priesterschap hadden ontvangen en gedoopt waren, geheim te houden vanwege een geest van vervolging die zich reeds in de omgeving kenbaar had gemaakt’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:74). De rivier vormde een belangrijke handels- en transportroute tijdens de hoge waterstand in het voorjaar en werd dan druk bevaren. Het kan zijn dat Joseph en Oliver wachtten tot na zonsondergang, of dat ze gebruikmaakten van het hoge water en een afgelegen plek in de uiterwaarden opzochten.5

Joseph ordende Oliver tot het Aäronisch priesterschap nadat ze elkaar gedoopt hadden. Vervolgens ordende Oliver Joseph zoals de engel hun had opgedragen. President Joseph Fielding Smith heeft gezegd dat het noodzakelijk was om de aanvankelijke ordening door Johannes de Doper na hun doop opnieuw te bevestigen om ‘die zegeningen in de juiste volgorde opnieuw te bezegelen’.6

Afbeelding
Joseph receiving the Melchizedek Priesthood

De herstelling van het Melchizedeks priesterschap, WALTER RANE

Herstelling van het Melchizedeks priesterschap

We beschikken over minder details aangaande het bezoek van Petrus, Jakobus en Johannes aan Joseph en Oliver om het Melchizedeks priesterschap te herstellen. Verschillende interpretaties gebaseerd op terugblikkende verhalen plaatsen de gebeurtenis ergens in het voorjaar van 1829, misschien eind mei of in juni, en maanden later.7 Joseph en Oliver hebben nooit gezegd wanneer Petrus, Jakobus en Johannes precies zijn verschenen, terwijl ze dat bij Johannes de Doper en de herstelling van het Aäronisch priesterschap wel hebben gedaan. Ze hadden de aard of onderdelen van het priesterschap in het begin wellicht niet volledig begrepen. Josephs begrip van het priesterschap kwam stapje voor stapje.

Van 1830 tot 1835 werden priesterschapsambten verduidelijkt, en werden er quorums, raden, presidiums en bisschappen gevormd. Zelfs de term Melchizedeks priesterschap werd pas in 1835 als naam voor het ‘Hoge Priesterschap’ of ‘grotere priesterschap’ (Leer en Verbonden 107:9; 84:19) gebruikt (zie Leer en Verbonden 107:2–4).

Joseph gaf wel wat ruwe aanwijzingen over de locatie. In 1842 schreef hij dat hij het volgende had gehoord: ‘De stemmen van Petrus, Jakobus en Johannes in de wildernis tussen Harmony […] en Colesville […] aan de Susquehanna, die verkondigen dat zij de sleutels bezitten van het koninkrijk’ (Leer en Verbonden 128:20).

Dit lijkt erop te duiden dat de herstelling van het Melchizedeks priesterschap plaatsvond ergens langs een stuk weg van 45 kilometer tussen het huis van de familie Smith in Harmony (Pennsylvania) en het stadje Colesville (New York), waar het gezin van Joseph Knight woonde. De leden van de familie Knight waren kerkleden van het eerste uur en toegewijde vrienden van Joseph Smith. Ze zorgden tijdens de vertaling van het Boek van Mormon voor papier en andere benodigdheden. Later vormden ze de kern van de kerkgemeente Colesville.

Joseph en Oliver ontvingen niet alleen het Melchizedeks priesterschap van Petrus, Jakobus en Johannes, maar werden ook geordend ‘om apostel […] en bijzondere getuige’ van de Heer te zijn (Leer en Verbonden 27:12). Zij kregen eveneens de nodige sleutels om de bedeling van de volheid der tijden in te luiden. Daarmee hadden ze het gezag om alle priesterschapsverordeningen te verrichten, waaronder het verlenen van de gave van de Heilige Geest.

Daarnaast ontvingen ze ‘de sleutels van alle geestelijke zegeningen van de kerk’ (Leer en Verbonden 107:18), die noodzakelijk waren om de kerk in april 1830 op te richten. Ze ontvingen bovendien openbaringen om alle dingen in de juiste volgorde te herstellen. Er manifesteerden zich geestelijke zegeningen in de vorm van wonderen, genezingen en verordeningen die met het gezag van het priesterschap verricht werden. In 1836 droegen nog enkele hemelse boodschappers priesterschapssleutels in verband met de vergadering van Israël en tempelwerk over (zie Leer en Verbonden 110).

Afbeelding
woman taking the sacrament

Betekenis van de herstelling van het priesterschap

President David O. McKay (1873–1970) heeft gezegd dat het meest onderscheidende kenmerk van de herstelde kerk van de Heiland ‘goddelijk gezag door rechtstreekse openbaring’ is.8 Zonder de terugkeer van het priesterschap zou de herstelling niet mogelijk geweest zijn. Het priesterschap legitimeert het verrichten van verordeningen en verschaft het raamwerk waarbinnen de kerk van de Heer op aarde wordt bestuurd.

Joseph richtte de kerk formeel op 6 april 1830 op. In de daaropvolgende jaren werden het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen gevormd. Priesterschapssleutels worden op aanwijzing van de president van de kerk wereldwijd aan plaatselijke leiders gedelegeerd. Zo kan het evangelie ‘voortrollen naar de einden der aarde’ (Leer en Verbonden 65:2).

De herstelling van het priesterschap was van hoofdbelang voor de goddelijke roeping van Joseph Smith als de eerste profeet van deze bedeling. In het voorwoord van de Leer en Verbonden verklaart de Heer: ‘Welnu, omdat Ik, de Heer, de rampspoed kende die de bewoners van de aarde zou overkomen, heb Ik mij gericht tot mijn dienstknecht Joseph Smith jr. en heb tot hem gesproken vanuit de hemel en hem geboden gegeven’ (Leer en Verbonden 1:17).

Joseph richtte zich vóór het bezoek van Johannes de Doper in mei 1829 op de vertaling van het Boek van Mormon. Met de herstelling van het Aäronisch en Melchizedeks priesterschap besefte hij dat zijn roeping veel meer inhield. Het gezag dat Joseph vanuit de hemel ontving, bereidde hem ook verder voor op zijn taken als ziener, vertaler, profeet en apostel van Jezus Christus (zie Leer en Verbonden 21:1).

Ouderling Robert D. Hales (1932–2017) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft beschreven hoe ons leven er zonder het priesterschap uit zou hebben gezien: ‘Als de macht van het priesterschap niet op aarde was gekomen, zou de tegenstander onbeperkt kunnen regeren. Er zou geen gave van de Heilige Geest zijn om ons te leiden en onderwijzen; geen profeten om in de naam van de Heer te spreken; geen tempels om heilige, eeuwige verbonden te sluiten; geen gezag om te zegenen of dopen, genezen of troosten. Zonder de macht van het priesterschap “zou de gehele aarde bij zijn komst volkomen worden verwoest” (zie Leer en Verbonden 2:1–3). Er zou licht noch hoop zijn, alleen duisternis.’9

Priesterschapsverordeningen staan centraal in het werk van de Heer om ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1:39). De doop en bevestiging, de begiftiging en de verzegeling voor tijd en eeuwigheid zijn essentieel voor ons heil. Dat gezinnen aan beide zijden van de sluier in tempels aan elkaar verbonden en verzegeld kunnen worden, is alleen op aanwijzing van de president van de kerk door priesterschapsgezag en -sleutels mogelijk.

Afbeelding
family looking at phone

De voortgaande herstelling

Hoe kunt u door priesterschapsgezag geïnspireerd worden om aan de voortgaande herstelling van de kerk deel te nemen? We weten niet precies wat de toekomst in petto heeft, maar het is duidelijk dat de herstelling voortgaat. De Heer heeft Joseph niet elke leerstelling of verordening geopenbaard, of hem alle instructies gegeven, in het heilige bos, bij monde van Moroni op Cumorah of in de bijeenkomst waarin de kerk werd opgericht. De herstelling vond niet in één keer plaats. Integendeel, de Heer openbaarde Joseph dingen ‘regel op regel’ (2 Nephi 28:30), net zoals Hij zijn profeten vandaag de dag dingen overeenkomstig zijn doeleinden en timing blijft openbaren.

Sinds de tijd van Joseph Smith heeft een ononderbroken reeks profeten namens de Heer gesproken en blijven zij zijn wil bekendmaken. Profeten hebben een ruimere blik en krijgen specifieke aanwijzingen voor de moeilijkheden van hun tijd. President Russell M. Nelson verkondigt dat we allemaal ‘getuige van een herstellingsproces’ zijn. ‘U denkt misschien dat de kerk volledig hersteld is, maar u ziet nog maar het begin. Er ligt nog veel meer in het verschiet.’10

Afbeelding
people serving food

Wat de herstelling voor u betekent

Mogen wij allemaal bereidwillige deelnemers aan de voortgaande herstelling van het evangelie zijn door wat er aan hedendaagse profeten is geopenbaard enthousiast te omarmen en in praktijk te brengen. Er is ons bijvoorbeeld gevraagd om de hogere, heiligere wet van bediening aan onze broeders en zusters na te leven.11 En mogen wij allemaal blijvende evangelievreugde vinden dankzij het thuisgerichte, kerkgesteunde leerplan, zodat we meer begrip van de kerkleer krijgen, ons geloof versterken, de geboden onderhouden en een diepere persoonlijke aanbidding bereiken, met inbegrip van een thuisavond die in individuele en gezinsbehoeften voorziet.12

We kunnen ons op de wederkomst van de Heiland voorbereiden door de vergadering van Israël aan beide zijden van de sluier te bespoedigen.13 We kunnen de sabbatdag nog beter tot een verlustiging maken, zowel in onze zondagse eredienst als thuis.14 We kunnen beter afgestemd op de Heilige Geest blijven als we het nodige geestelijke werk doen om dagelijks persoonlijke openbaring te ontvangen.15

Ik getuig dat de hemelen geopend blijven en dat er nog veel meer in het verschiet ligt nu de Heer ons op geweldige tijden aan het voorbereiden is. Dankzij de herstelling van het priesterschap kunnen Gods kinderen heilsverordeningen bedienen en ontvangen, en hebben hedendaagse profeten, zieners en openbaarders het gezag om het koninkrijk van de Heer te besturen.

Met het priesterschap van de Heer binnen handbereik worden de kerk en haar leden dagelijks buitengewoon gezegend. Laten we dagelijks onze dankbaarheid uiten voor de verschijning van Johannes de Doper en van Petrus, Jakobus en Johannes, en voor de herstelling van het Aäronisch en Melchizedeks priesterschap in deze laatste bedeling, ter voorbereiding op de terugkeer van onze Heer en Heiland, Jezus Christus.

Noten

  1. Joseph Smith, History, 1838–1856, deel A-1, 11 juni 1839–24 augustus 1843, 15, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis.

  2. Joseph Smith, in History of the Church, deel 1, 35.

  3. Oliver Cowdery, brief aan W.W. Phelps, in Latter Day Saints’ Messenger and Advocate, oktober 1835, 199.

  4. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 91. Hoewel die gebeurtenis traditiegetrouw aan de oever van de Susquehanna wordt gesitueerd, duiden bronnen uit die tijd erop dat ze zich in een esdoornbos in het noordelijk deel van het perceel terugtrokken. (Zie Mark Lyman Staker, ‘Where Was the Aaronic Priesthood Restored? Identifying the Location of John the Baptist’s Appearance, May 15, 1829’, Mormon Historical Studies 12, nr. 2 [najaar 2011]: 142–159.)

  5. Zie Mark L. Staker, ‘Where Was the Aaronic Priesthood Restored?’ 153.

  6. Joseph Fielding Smith, Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, (1955), deel 1, 197.

  7. Zie Larry C. Porter, ‘Dating the Restoration of the Melchizedek Priesthood’, Ensign, juni 1979, 5–9; Larry C. Porter, ‘The Restoration of the Aaronic and Melchizedek Priesthoods’, Ensign, december 1996, 42–44.

  8. David O. McKay, ‘The Mission of the Church and Its Members’, Improvement Era, november 1956, 781.

  9. Robert D. Hales, ‘Blessings of the Priesthood’, Ensign, november 1995, 32.

  10. ‘Latter-day Saint Prophet, Wife and Apostle Share Insights of Global Ministry’, newsroom.ChurchofJesusChrist.org.

  11. Zie Russell M. Nelson, ‘Onze bediening met Gods macht en gezag’, Liahona, mei 2018, 68–70, 75; Russell M. Nelson, ‘Onze bediening’, Liahona, mei 2018, 100; Henry B. Eyring, ‘Een geïnspireerde bediening’, Liahona, mei 2018, 61–64; Jean B. Bingham, ‘Onze bediening naar het voorbeeld van de Heiland’, Liahona, mei 2018, 104–106.

  12. Zie Russell M. Nelson, ‘Openingswoord’, Liahona, november 2018, 6–8; Quentin L. Cook, ‘Diepe en blijvende bekering tot onze hemelse Vader en de Heer Jezus Christus’, Liahona, november 2018, 8–12.

  13. Zie Russell M. Nelson, ‘Hoop van Israël’ (wereldwijde devotional voor jongeren, 3 juni 2018), HopeofIsrael.ChurchofJesusChrist.org; Russell M. Nelson, ‘Deelname van de zusters aan de vergadering van Israël’, Liahona, november 2018, 69–70.

  14. Zie Russell M. Nelson, ‘De sabbat is een verlustiging’, Liahona, mei 2015, 129–132.

  15. Zie Russell M. Nelson, ‘Openbaring voor de kerk, openbaring voor onszelf’, Liahona, mei 2018, 93–96.

achtergrond, Getty Images