2020
We willen allemaal ergens bij horen
Maart 2020


We willen allemaal ergens bij horen

Of het nu gaat om familie, vrienden, collega’s of mensen in de kerk, we willen allemaal ergens bij horen.

Ik ben niet goed in basketbal. Noem het maar erfelijke aanleg, of aangeboren vermogen, of wat dan ook – het lijkt er altijd op dat alle anderen op de sportvloer het kunnen, en ik niet. Daardoor voel ik me vaak een buitenbeentje.

Maar dit heeft mijn vrienden er nog nooit van weerhouden om mij uit te nodigen voor een spelletje basketbal. Ik rende altijd heen en weer en deed alsof ik wist wat ik deed. Ik denk niet dat ik iemand voor de gek heb gehouden. Maar ere wie ere toekomt, mijn vrienden deden hun best om mij erbij te betrekken.

Op een keer schoot ik bij een spel de bal in de richting van de basket. Hij raakte het bord, daarna de rand, en viel door het net. Ik kon het niet geloven. Ik had per ongeluk gescoord!

Mijn vrienden begrepen hoe uniek dit was en feliciteerden me. Ik droeg die keer niet veel aan het spel bij, maar ik had het gevoel dat ik erbij hoorde, en dat betekende veel voor me.

Ergens bij willen horen, is een natuurlijk verlangen. Of het nu gaat om familie, vrienden, collega’s of mensen in de kerk, we willen allemaal ergens bij horen. Als leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen willen we er niet alleen zélf bij horen, maar moeten we anderen ook het gevoel geven dat zij erbij horen. We moeten net als onze Heiland in liefde alle mensen de hand toesteken die ernaar ‘verlangen […] tot de kudde van God toe te treden en zijn volk te worden genoemd’ (Mosiah 18:8).

Wij zijn allemaal nodig

Jammer genoeg heeft niet iedereen het gevoel dat hij erbij hoort – zelfs in de kerk. Sommige mensen hebben misschien zelfs het gevoel dat ze niet nodig zijn, of voelen zich buitengesloten. Maar als puntje bij paaltje komt, zijn wij allemaal nodig. De apostel Paulus heeft over de kerk geschreven: ‘Want ook het lichaam [van Christus] bestaat niet uit één lid, maar uit vele’ (1 Korinthe 12:14).

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Het is bijzonder bevredigend om in het lichaam van Christus nodig te zijn. Of ik nu als oog of als arm fungeer, is niet relevant; feit is dat ik nodig ben […] en zonder mij is het lichaam onvolkomen.’1

Als wij deel van het lichaam van Christus uit gaan maken, voegen wij ons in geloof bij andere mensen. En als onderdeel van het lichaam van Christus, is elk lid van de kerk nodig.

We kunnen andere mensen het gevoel geven dat ze erbij horen

Wij gaan niet alleen naar de kerk om aan het avondmaal deel te nemen, maar ook om ‘dikwijls tezamen [te komen] om te vasten en te bidden en met elkaar te spreken over het welzijn van [onze] ziel’ (Moroni 6:5).

Nieuwe of terugkerende leden voelen zich misschien niet helemaal op hun gemak. Zij kunnen zich een buitenbeentje voelen, en hopen dat iemand hen vriendelijk aanspreekt. Wij kunnen dan naar ze glimlachen, dag zeggen en vriendschap met ze sluiten.

President M. Russell Ballard, waarnemend president van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft gezegd: ‘Als wij ware discipelen van de Heer Jezus Christus zijn, dan steken wij al onze naasten altijd vol liefde en begrip de hand toe.’2

‘Niemand van u heb [Ik] geboden weg te gaan’

Toen de Heiland aan de Nephieten verscheen, liet Hij iedereen de tekens in zijn zij en in zijn handen en voeten voelen. De mensen kwamen een voor een naar Hem toe (zie 3 Nephi 11:15). Vervolgens genas Hij hun zieken, gewonden en gekwelden (zie 3 Nephi 17:7, 9). Toen zegende Hij al hun kinderen en bad voor ze (zie 3 Nephi 17:21). Korte tijd later zei Hij liefdevol: ‘Niemand van u heb [Ik] geboden weg te gaan’ (3 Nephi 18:25).

Ongeacht de problemen waarmee je worstelt, je achtergrond, je opvoeding, of wat je ook het gevoel geeft dat je er niet bij hoort, bedenk dat de Heiland niet wil dat je weggaat. Als je je wel eens eenzaam of buitengesloten hebt gevoeld, dan herkent Hij dat gevoel. Hij was veracht en van mensen verlaten (zie Jesaja 53:3). Hij nam onze zonden en verdriet op Zich en onderging elke pijn en elk gevoel van eenzaamheid (zie Alma 7:11). Jezus Christus onderging dit allemaal vrijwillig zodat Hij zou weten hoe Hij ons kon helpen. Als we Hem volgen, zullen we merken dat we er echt bij horen.

Er is een plek voor je

De kerk is er om ons te leren hoe wij net zoals onze hemelse Vader kunnen worden. Zij biedt ons ook het raamwerk en het gezag die nodig zijn om heilige verbonden te sluiten en ons op het pad naar de verhoging te brengen.

Waar je je ook op dat pad bevindt, denk aan deze woorden van ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen: ‘Er is een plek [voor je] in deze kerk. Kom, voeg [je] bij ons!’3

Proberen we het volmaakte voorbeeld van de Heiland te volgen door elkaar lief te hebben, te helpen en de hand te reiken, dan kunnen we de eensgezindheid in de kerk bevorderen en iedereen het gevoel geven dat ze erbij horen. Zelfs mensen die geen basketbal kunnen spelen!

Noten

  1. Jeffrey R. Holland, ‘Belonging: A View of Membership’, Ensign, april 1980, 27.

  2. Zie M. Russell Ballard, ‘De leer van insluiting’, Liahona, januari 2002, 40.

  3. Dieter F. Uchtdorf, ‘Kom, voeg u bij ons!’ Liahona, november 2013, 23.